Steeds meer mensen wonen in de stad. De Rijksoverheid vindt het belangrijk dat inwoners van steden gezond kunnen wonen, werken en ontspannen. Hierbij horen onder andere een betere luchtkwaliteit, weinig geluidsoverlast en een slimme en gezonde inrichting van de stad. Met het programma Slimme en Gezonde Stad zoekt het ministerie van IenM samen met zes pilotsteden naar slimme oplossingen hiervoor. Schoner verkeer en vervoer zijn instrumenten om een stad gezonder te maken. Daarnaast wordt ingezet op positieve beïnvloeding van gezonde leefstijlen en meer bewegen: lopen, fietsen, urban sports, gaming, enzovoort.

In 2017 volgt Verkeerskunde de zes pilotsteden: Groningen, Eindhoven, Nijmegen, Schiedam, Rotterdam en Utrecht. In deze aflevering: Rotterdam.

Rotterdam is een van de pilotsteden Slimme en Gezonde Stad. Waarom?
‘Rotterdam heeft een grote aantrekkingskracht. Niet alleen om te wonen en te werken, maar ook voor toeristen. Door iconen zoals station Rotterdam Centraal, de Markthal en gerichte investeringen in de buitenruimte komen steeds meer mensen naar Rotterdam. Tegelijkertijd liggen er grote opgaven op het gebied van schonere lucht en sociale integratie. Sinds 2012 groeit het inwonertal snel. Dit alles vraagt om een slimme en gezonde verstedelijking.’

Hoe geeft Rotterdam handen en voeten aan ‘slim en gezond’?
‘Voor de korte termijn dragen de milieuzone, het stimuleren van elektrisch rijden en de ‘Green Deal Zero Emission stadslogistiek’ bij aan vermindering van de uitstoot door het wegverkeer. Daarnaast dragen slimme maatregelen, zoals de regensensor die fietsers eerder groen geeft bij regen, bij aan meer fietsgebruik. Samen met de Verkeersonderneming is de ‘Markplaats voor mobiliteit’ opgezet. Mobiliteitsdiensten helpen forensen om slimmer naar het werk te reizen, de files te mijden en bij te dragen aan minder autoritten in de stad.’

Wat zou uw ‘slimme en gezonde’ ideaal zijn als het gaat om mobiliteit?
‘Mobiliteit is geen doel op zich, maar moet een essentiële bijdrage leveren aan een sterke economie, gezondheid en aan een aantrekkelijk woonklimaat. Ons Stedelijk Verkeersplan geeft aan hoe wij een stedelijk netwerk creëren dat hieraan voldoet. Deze transitie vraagt onder meer om andere instrumenten om planvorming te onderbouwen. Samen met TNO hebben wij daarvoor onderzoek gedaan naar transities in de stad en naar een nieuwe generatie verkeersmodellen die inzicht geven in de effecten van maatregelen op aantrekkelijkheid, gezondheid en bereikbaarheid.’

Wat is uw SGS-droomproject?
‘Naast de iconische Erasmusbrug heeft Rotterdam behoefte aan nieuwe multimodale oeververbindingen tussen Noord en Zuid. Op de bestaande oeververbindingen krijgen het openbaar vervoer en fietsers dan meer ruimte en aan de oostkant vermindert de hoeveelheid stedelijk verkeer op de Van Brienenoordbrug. Een nieuwe brug is overigens, naast een brug, ook een middel om de structuur en daarmee de agglomeratie- en concurrentiekracht te versterken. Zo verbetert de bereikbaarheid van banen voor Rotterdam-Zuid, worden nieuwe stedelijke gebiedsontwikkelingen gestimuleerd en worden er alternatieven geboden voor het zwaarbelaste metronetwerk.’

Eind 2018 zou ‘slim en gezond’ geïntegreerd moeten zijn. Hoe?
‘Economie, gezondheid en een aantrekkelijke stad staan centraal in het Stedelijk Verkeersplan, dat is opgesteld met uiteenlopende partijen in de stad. Hiermee ligt er een visie voor ‘slim en gezond’ met een breed draagvlak. Met onze plannen voor parkeren, fietsen, mobiliteitsdiensten, infrastructuur en ruimte voor initiatieven uit de stad, staan wij klaar om snel iets te doen.’

Wat merken de inwoners eind 2018?
‘De grootschalige herinrichting van de Coolsingel is in april gestart en geeft meer ruimte aan voetgangers en fietsers en zal de verblijfskwaliteit vergroten. Ook is er meer experimenteerruimte in het gebruik van de infrastructuur met initiatieven als Happy Streets, autovrije dagen en de Parking Day, waarmee tijdelijk ruimte wordt ‘teruggegeven’ om te verblijven, te spelen en te loungen.’

Welk ander SGS-project volgt u?
‘Ik volg met interesse het project waarmee de gemeente Eindhoven en TNO onderzoeken of je bij herinrichtingsprojecten mag verwachten dat een deel van het autoverkeer ‘verdwijnt’ en niet meer terugkeert op het traject of op een alternatief traject.’

 
Auteur: Redactie