Arnold Bosma, adviseur ruimtelijke ordening, gemeente Opsterland
Wat is er (verkeerskundig) zo bijzonder aan de locatie waar u gefotografeerd bent/wordt?
Ik heb getwijfeld tussen het plein in Siegerswoude, waar vakgenoten vanuit de hele wereld een kijkje komen nemen, en het dorpshart van Frieschepalen. Omdat over Siegerswoude al veel is geschreven, heb ik voor Frieschepalen gekozen. Dit probleem is jarenlang een vast plaatje geweest in de presentaties van Hans Monderman. Steevast vertelde hij hoe een verkeerskundig probleem, of liever gezegd een 'oplossing uit een boekje', onnodig de kracht uit de ruimtelijke context van een dorp had gehaald. Omdat een vaart werd gedempt, was er alle ruimte voor een complete verkeerskundige constructie. Met borden en grote middeneilanden was de voorrang duidelijk. Maar het hart van het dorp was verdwenen.
Hans had gelijk en het dorp heeft meer dan 20 jaar geijverd om een stukje cultuurhistorie te herstellen. Probleem was dat er te (weinig) ongevallen plaatsvonden, waardoor subsidie uitbleef.
Het bijzondere aan deze locatie is zowel het ontwerp (van landschapsarchitect Leonoor v/d Linde van Arcades) als het ontwerpproces. Het Shared Space ontwerp is prachtig, maar het (politieke) proces wil ik toelichten. Er was geen geld voor verbetering, maar wij wilden een door het dorp gedragen plan hebben, om een kans te benutten als die zich zou voordoen. Het lastige is dat je snel de verwachting wekt dat er middelen zijn. Dit aspect konden we wegnemen door het inschakelen van de NHL. Tweede bijzondere aspect is dat niet sec over de verkeerssituatie is gediscussieerd maar over de (stedenbouwkundige) kwaliteiten van het dorp. Dit heeft geleid tot een verrassend idee dat werd omarmd door het dorp. En toen (provinciale) middelen in beeld kwamen, had het dorp een visie én een door de dorpsgemeenschap gedragen plan op de plank liggen. Dat wordt nu uitgevoerd. Ik weet zeker dat Hans trots zou zijn op het resultaat dat er eind 2015 ligt.
Hoe kunnen we weggebruikers verleiden om zich aan de regels te houden? (estafettevraag van Eric de Kievit, Wedromen VK 2)
Eric de Kievit: 'Door rood rijden, te hard rijden, geen licht op de fiets, rijden onder invloed… het leidt allemaal tot verkeersonveiligheid. Met prioriteit voor de ‘high impact crime’ in Amsterdam kunnen we steeds minder rekenen op de inzet van de politie. Terwijl de roep om handhaving van de verkeersregels wel steeds wordt opgeworpen om problemen met verkeersveiligheid op te lossen. Vanuit de verkeerspsychologie liggen er kansen om mensen onbewust het gewenste gedrag te laten vertonen. Wat zijn dan bewezen goede voorbeelden uit de praktijk?'
Antwoord Arnold Bosma:
Ik werk al vele jaren vanuit de Shared Space gedachte, mede omdat ook in het noorden de pakkans op kleinere overtredingen in het verkeer klein is. Gelukkig weten we wat werkt om (onbewust) de snelheid te verlagen. Een voorbeeld: geen onderbroken kantstreep op 60 km/u-wegen, maar - soms - een lichtere slijtlaag met aan de kant een strook donker asfalt. Het voordeel is met name lagere snelheden in het donker omdat de wegbreedte smaller lijkt.
Het tweede voorbeeld is heel praktisch. Bij de aanleg of het instellen van een nieuwe route (bijv. ringweg) kun je de bestaande route die je wilt downgraden langer dan technisch noodzakelijk afsluiten. Laat de riolering en de nutsleidingen vervangen. Overleg met de bewoners en ondernemers over het uitrekken van het werk. Door gewenning van automobilisten aan de aangeboden alternatieve route, treden onbewuste gedragsveranderingen op (Cialdini). Nu kan dit makkelijker in Fryslân dan in Amsterdam, maar het principe werkt overal.
Auteur: Margriet Verhoog
Reactie plaatsen •