Juridische blog: Kennis van de mogelijkheden en beperkingen van onze wet is nodig om gewenst gedrag te verwerkelijken
Niet alle kennis komt uit boeken, zelfs niet als het gaat om wet- en regelgeving. Het reglement Verkeersregels en Verkeerstekens voorziet niet voor iedere situatie de nodige definities. Dit zorgt voor vrije interpretatie van begrippen. Kennis van de mogelijkheden en beperkingen van onze wet is daarom nodig om gewenst gedrag te verwerkelijken en te handhaven.
Verkeer in de openbare ruimte is een constant ontmoeten van verschillende deelnemers die zich verplaatsen tussen herkomst en bestemming. Het is belangrijk dat dit soepel en veilig verloopt, zodat we conflicten tussen verkeersdeelnemers voorkomen. De openbare ruimte wordt daarom zorgvuldig ingericht. Bovendien hebben we afspraken vastgelegd in wet- en regelgeving, zodat we gewenst gedrag kunnen reguleren. In de wet- en regelgeving wordt onder andere de plaats op de weg behandeld en worden voorrangsregels vastgelegd. Deze staan in het RVV 1990 (reglement Verkeersregels en Verkeerstekens).
Ontbrekende definities
In artikel 1 van het RVV 1990 staan begrippen met hun definities die ons duidelijk moeten maken hoe we bepaalde zaken in het verkeer moeten beoordelen. Zo omschrijft dit artikel onder andere typen voertuigen en wegelementen. Echter, er staat niet voor ieder begrip een definitie in het reglement. Zo ontbreken bijvoorbeeld de begrippen inrit, parkeervak en trottoir. Dat kan verwarring opleveren voor de inrichting en uitvoering van deze begrippen in de openbare ruimte. We moeten in dat geval terugvallen op uitspraken van de rechter of aanbevelingen van kennisplatforms.
Het trottoir
Als voorbeeld gebruiken we de term trottoir. In het RVV 1990 zijn regels opgenomen over het gebruik van het trottoir. Zo is vastgelegd dat voetgangers het trottoir (of voetpad) dienen te gebruiken. Daarnaast blijkt uit het RVV 1990 dat op een trottoir geen motorvoertuig geparkeerd mag worden. Door het ontbreken van een definitie is het alleen niet duidelijk hoe een trottoir eruit moet zien en waar deze aan moet voldoen. Het ontbreken van een definitie zorgt er mede voor dat we in onze openbare ruimte het trottoir in veel verschillende uitvoeringen tegenkomen. Hieronder een tweetal foto’s om het verschil in uitvoeringvormen te duiden:
Uitspraak Gerechtshof
Bij het ontbreken van een begripsbepaling of een nadere onderbouwing van een verbod in de wet- en regelgeving vallen we terug op de jurisprudentie (rechterlijke uitspraken). Om betekenis te vinden in het begrip ‘trottoir’ wordt gebruikgemaakt een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 januari 2019.1
In deze situatie heeft een persoon zijn motorvoertuig geparkeerd op de Hamburgerbrug te Utrecht. Deze persoon heeft vervolgens een boete ontvangen in verband met het parkeren op een trottoir. In hoger beroep heeft de persoon verklaard dat het weggedeelte volgens hem geen trottoir is. De strook heeft volgens hem namelijk geen wettelijke status. Dit zou betekenen dat daarop parkeren geen overtreding is.
Het Gerechtshof geeft aan dat bij het ontbreken van een wettelijke definitie wordt beoordeeld of er sprake is van een trottoir aan de hand van het spraakgebruik en de uiterlijke verschijningsvorm van het weggedeelte. In dit geval verwijst het Gerechtshof naar De Dikke Van Dale, waarin een trottoir wordt omschreven als een ‘verhoogd en bestraat voetpad naast de rijweg’.
Er is op de Hamburgerbrug in Utrecht geen waarneembaar hoogteverschil tussen het middendeel en de stroken. Er is ook geen andere barrière die het gebruik van deze stroken door voertuigen kan verhinderen. Met name door het ontbreken van een verhoogde trottoirband is het Gerechtshof van mening dat er geen sprake is van een trottoir. Het Gerechtshof heeft de boete daarom vernietigd.
Gewenst verkeersgedrag specificeren bij opstellen inrichtingsplan
Bij relatief veel woonwijken die in de afgelopen jaren zijn ontwikkeld, kent de verkeersruimte geen hoogteverschil meer. De ruimte voor de voetganger wordt vaker ingericht door het toepassen van kleurverschil. In dit soort zogeheten ‘shared space’ inrichtingen is het moeilijk om de positie van de voetganger te waarborgen. De uitspraak uit 2019 stelt namelijk dat het hoogteverschil met trottoirband ten opzichte van de rijbaan een voorwaarde is voor het trottoir als eigen ruimte van de voetganger.
Handhaving moet mogelijk zijn om gewenst gedrag te verplichten. Maar we moeten niet vergeten dat handhaving het sluitstuk van de keten is en dat aanzetten tot het gewenste gedrag begint aan de tekentafel. Het is belangrijk om tijdens het ontwerpproces bewust te zijn van de positie van de verschillende verkeersdeelnemers op de weg en hoe dit zich verhoudt tot de wet- en regelgeving in ons land. Betrek daarom de verkeerskundige vroegtijdig in het ontwerptraject. Zo kan er op tijd bijgestuurd worden met oog op juridische mogelijkheden.
1 Uitspraak Gerechtshof
De definitie van een trottoir zuiver en alleen aan de hand van een verhoging lijkt me niet afdoende. Er zijn genoeg verhoogde stroken die zo smal zijn dat die zich niet lenen als "eigen ruimte voor de voetganger" .
De definitie zoals die te zien is op : https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR676338/1 lijkt me daarom veel effectiever:
"Een trottoir, stoep of voetpad is een deel van de verkeersinfrastructuur,
voornamelijk binnen de bebouwde kom, met voetgangersverkeer dat zich afgescheiden en
daardoor veilig wil voortbewegen ten opzichte van het gemotoriseerde en fietsverkeer”
Ingediend door Geert Henk Wijnants op ma, 14/08/2023 - 15:13
Reactie plaatsen •