Valpartij over stalen draad (VK 3/2014)
Via een schelpenpad op weg van strand naar parkeerterrein struikelt een toerist over een stalen draad. Deze draad is gespannen tussen twee lage paaltjes ter afzetting van het voetgangerspad en de rijweg.
De vaststaande feiten
Eiser heeft op 2 september 2006 om 22:00 uur vanuit de richting van strandslag ‘Kiefteglop’ als voetganger de Zuid-Schinkeldijk overgestoken. Hij liep vervolgens op het schelpenpad dat leidde naar het parkeerterrein. Op dat tijdstip was het al donker. Aan de zijde van de strandslag bevond zich rechts van de weg een trottoir. Dit trottoir liep door tot een zebrapad dat zich 35 à 40 meter van de strandafslag bevond. Dit zebrapad sloot aan op het voetpad richting het parkeerterrein aan de overzijde van de weg. Bij het zebrapad bevond zich een lichtmast.
Gezien vanaf de strandslag bevond zich aan de overzijde van de weg een wegafzetting. Deze bestond uit een strook gras met daarop witte paaltjes met en zonder draad daartussen op scheenbeenhoogte. Het betrof een staaldraad welke niet is voorzien van reflecterend materiaal. Achter de wegafzetting stonden fietsenrekken en begon een schelpenpad dat aansloot op een voetpad richting het parkeerterrein. Ter hoogte van de wegafzetting stond een verlicht informatiebord. Inmiddels is de situatie ter plaatse gewijzigd door de gemeente.
Eiser is na het oversteken van de Zuid-Schinkeldijk over de draad van de wegafzetting gevallen. Als gevolg van de valpartij heeft eiser verwondingen in het gelaat opgelopen en werd zijn spraakvermogen voor een week belemmerd. De Zuid-Schinkeldijk is een verharde, openbare weg. De gemeente Zijpe is de eigenaar en de wegbeheerder van de Zuid-Schinkeldijk.
Het geschil
Eiser vordert, zakelijk samengevat, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
-
te bepalen dat de gemeente volledig aansprakelijk is voor alle schade van eiser als gevolg van de valpartij over de wegafzetting, en;
-
de gemeente te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiser zijn materiële en immateriële schade te vergoeden.
Eiser stelt hiertoe, zakelijk samengevat, dat de wegafzetting niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert. Volgens eiser is de gemeente als eigenaar en wegbeheerder van de weg en de weguitrusting aansprakelijk voor de schade die eiser lijdt wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt.
De gemeente concludeert tot afwijzing van de vordering van eiser en voert hiertoe, zakelijk samengevat, aan dat er geen sprake was van een gebrek of onvoldoende onderhoud aan de weguitrusting. De gemeente voert ook aan dat de weguitrusting was voorzien van de nodige veiligheidsmaatregelen. Subsidiair voert de gemeente aan dat er sprake is van eigen schuld bij eiser welke verdisconteerd dient te worden in de hoogte van haar vergoedingsplicht. Voorts bestrijdt de gemeente de omvang en redelijkheid van de gevorderde immateriële schadeposten.
De beoordeling
Tussen partijen staat vast dat eiser is gevallen over de draad van de wegafzetting ter hoogte van genoemde strandslag. Ook staat tussen partijen vast dat eiser als gevolg van de val letsel heeft opgelopen in het gelaat.
Op grond van de hiervoor vastgestelde feiten heeft de gemeente een onduidelijke situatie in het leven geroepen door bezoekers van het strand welke gebruikmaken van het parkeerterrein, de mogelijkheid te bieden om na het passeren van het zebrapad via het schelpenpad de overkant van de strandslag en daar geplaatste wegafzetting te bereiken. Als wegbeheerder heeft zij daarbij onvoldoende rekening gehouden met het ervaringsfeit dat niet elke verkeersdeelnemer de nodige voorzichtigheid en oplettendheid betracht en een op scheenbeenhoogte aangebrachte staaldraad welke niet voorzien is van reflecterend materiaal zal opmerken.
Dit speelt temeer een rol nu het donker was ten tijde van het ongeval. De gemeente had zich er rekenschap van moeten geven dat een strandbezoeker als eiser welke onbekend is met de situatie ter plaatse, zich slecht zou kunnen oriënteren en de wegafzetting zou kunnen passeren zonder de aangebrachte staaldraad op te merken, met alle daaraan verbonden gevaren. Daarom is er sprake van een gebrek aan de weguitrusting in de zin van artikel 6:174 Burgerlijk Wetboek en is de gemeente aansprakelijk voor de door eiser als gevolg van de valpartij geleden schade.
Het voorgaande neemt niet weg dat de valpartij ook aan eiser zelf te wijten is. Eiser had op de heenweg van het parkeerterrein naar de strandslag de aanwezigheid van een hoofdroute via het zebrapad dan wel de route via het schelpenpad langs de wegafzetting met de daarvan deel uitmakende staaldraad, kunnen opmerken. Door op de terugweg, terwijl het donker was, te kiezen voor de route via het schelpenpad, waarbij geen gebruik werd gemaakt van de met een zebrapad en verlichting beveiligde oversteekmogelijkheid, heeft eiser een risico genomen. Gelet op de eigen schuld van eiser wordt de vergoedingsplicht van de gemeente beperkt tot 50 procent.
Rechtbank Alkmaar (kantonrechter) 31 maart 2010. De uitspraak is gepubliceerd in Praktijkgids 2010/192
Auteur: Margriet Verhoog
Reactie plaatsen •