Schone mobiliteit: is de haven in zicht?
Ron van Duin is lector Haven en Stadslogistiek aan de Hogeschool Rotterdam. Hoe ontwikkelt deze vorm van transport zich naar een duurzamere toekomst? We maken een gedachtenreis door onze logistiek, van de zeehaven naar de stad.
“Havens willen steeds schoner worden”, aldus Van Duin. “Zo zie je al dat zeeschepen het laatste stuk voor de haven op biodiesel moeten draaien, omdat anders de vervuiling in de stad en de haven te groot is. Ook mogen passagiersschepen hun eigen motoren niet meer starten in de haven.”
Gaan we dan van de zeezijde van de haven naar het land, dan komen we bij de terminals aan. “Terminals kunnen nog wel grote energievreters zijn. Vaak zijn er wel al elektrische kranen, wat de luchtkwaliteit ter plaatse ten goede komt, maar de vrachtwagens en multitrailersystemen in de terminal rijden vaak nog wel op diesel. De elektriciteit die de terminal gebruikt wordt ook nog opgewekt door dieselgeneratoren. Momenteel wordt wel gekeken naar alternatieve brandstoffen.”
Van Duin neemt ons verder mee het achterland in. “Daar kennen we vier modaliteiten, in feite: de pijpleiding voor vloeistoffen en gassen, het wegvervoer, de binnenvaart en het spoor.”
De pijpleiding
“Ongeveer tachtig procent van ons huidige aardgasnetwerk is geschikt om waterstof in te transporteren. Dat biedt kansen, zeker als we gas toch uitfaseren. De kans dat we waterstof meer gaan inzetten voor mobiliteit is aannemelijk, daar zit ook een behoorlijke lobby achter.”
Het wegvervoer
“Het wegvervoer is eigenlijk al heel goed bezig. Veel trucks voldoen aan de Euro-6-norm, en zijn daarmee behoorlijk schoon. Die techniek is ook al heel volwassen. We zien ook ontwikkelingen op het gebied van elektrificering truckvervoer. De ontwikkelingen op dat vlak gaan hard, maar het grootste probleem is toch nog de beperkte actieradius, die is voor vrachtvervoer nog niet groot genoeg. Maar andere ontwikkelingen schelen ook al een hoop uitstoot, denk bijvoorbeeld aan platooning voor trucks, waarbij de trucks automatisch kort achter elkaar in een soort treintje rijden. Dat scheelt 10 tot 5 procent aan CO2-uitstoot. Beperkt, maar het is wél winst. Ook de ontwikkelingen op gebied van autonoom rijden kunnen een bijdrage leveren. Qua uitstoot is autonoom rijden niet direct een oplossing, maar autonome technieken kunnen wel een besparing opleveren door een computer aangedreven systeem wellicht zuiniger kan rijden dan een chauffeur.”
De binnenvaart
“De binnenvaart is een lastige sector om te verduurzamen. Het zijn kleine ondernemers die forse investeringen hebben gedaan in hun materieel. Er is wel aandacht voor de transitie naar schoner vervoer in de binnenvaart, bijvoorbeeld in een pilot op de Green Corridor van Alphen naar Rotterdam. Daar werken ze met batterijen in een standaard container. Dat is makkelijk, in theorie kun je dan namelijk de containerbatterij omruilen voor een volle als die leeg is. Dit zijn vooralsnog vooral onderzoeken om te ontdekken wat elektrisch kan op het water, en wat niet, en hoe je daar eventueel je distributie op aan zou moeten passen.”
Het spoor
“Het spoor ís in de basis al schoon, dus ik zie ook weinig beweging daar. Die zijn er overigens wel, maar dan vooral om toekomstbestendig te worden. Denk bijvoorbeeld aan koeltransport over het spoor, zoals de sinaasappels van Valencia naar Tilburg, en in de toekomst bloemen naar China via de zijderoute, over het spoor. Daar zijn serieuze verkenningen naar.”
Reactie plaatsen •