In de achttiende notitie van het Laboratorium Verantwoorde Mobiliteit presenteren Felix Marseille en Hans Jeekel een noodzakelijke nieuwe visie voor de rol en structuur van het ov in Nederland op basis van een onderzoek naar afnemende prestaties en een toenemende, urgente behoefte aan goed ov. Uit het onderzoek blijkt dat zes fundamentele veranderingen nodig zijn.
Denken buiten het paradigma: een nieuwe visie voor de rol en structuur van het ov
Foto: Shutterstock
Het doel van het mobiliteitssysteem is om mensen in staat te stellen om werk, voorzieningen en hun sociale contacten te kunnen bereiken. Bereikbaarheid is daarmee het centrale doel van het mobiliteitsbeleid (LVM, 2023). Daarbij vindt het lab voor verantwoorde mobiliteit dat dit zoveel mogelijk op een duurzame wijze moet gebeuren. De bereikbaarheid voor alle mensen die over een auto kunnen beschikken, is in ons land prima geborgd. Maar 25 procent van de huishoudens en veel jongeren beschikken niet over een auto. Een belangrijk element hierin is het openbaar vervoer: niet alleen voor bereikbaarheid, maar ook voor klimaatbeleid en het verminderen van de ruimtedruk in ons land. In plaats van een forse impuls, is de realiteit dat het ov al een aantal jaar achteruit holt.
Het huidige ov vraagt dus om een andere manier van organiseren. Op basis van het onderzoek zijn dit de zes aanbevelingen van de auteurs:
1. Ov is een openbare nutsvoorziening en moet ook zo georganiseerd worden
In Nederland wordt het ov via een concessiestructuur georganiseerd, met een vragende partij en telkens dezelfde twee à vier (en soms zelfs nul!) aanbieders. In Zwitserland, het beste ov-land van Europa, doen ze dat heel anders. Het OV is in Zwitserland gewoon een openbare nutsvoorziening, net als water uit de kraan. Een geïntegreerd openbaarvervoersysteem, waarbij onder andere trein, metro, tram, bus, deelauto’s, deelfietsen en taxi’s op nationaal niveau op elkaar afgestemd zijn, kan alleen lukken als er een regisseur op nationaal niveau functioneert. Een nationale ov-autoriteit dus.
De nationale overheid speelt in Zwitserland (via het Bundesamt für Verkehr) die rol. Het bepaalt welk vervoerssysteem het land nodig heeft en gaat daarna rond de tafel met de bedrijven en andere overheden die dat ov-systeem het beste kunnen uitvoeren. Er wordt gewerkt met één dienstregeling en een ov-plan waar alle bedrijven zich aan houden. Vervolgens doet de marktwerking de rest. Een concessie-systematiek heeft, zeker in de begintijd, voor meer scherpte gezorgd. Maar op dit moment lijkt die concessie-aanpak afnemende meeropbrengsten te genereren.
In Nederland wordt er gewerkt met 12 provinciale autoriteiten, in plaats van één ov-autoriteit. In Zwitserland wordt het regionale en stedelijke vervoer gesubsidieerd, is daarbij niet-marktgeoriënteerd en kent geen winstoogmerk. Zwitserland vormt zo geen interessante markt voor buitenlandse investeerders. Een dergelijke inrichting van het ov is wellicht ook iets voor Nederland. In elk geval vraagt de huidige invulling van de concessie-systematiek in Nederland volgens de onderzoekers om een grondige herstructurering.
2. Ov is essentieel, heeft een sleutelrol voor bereikbaarheid en de klimaatopgave, en moet echt goedkoper en aantrekkelijker worden
Het ov is essentieel voor mensen die geen auto hebben. Nederland is sterk auto-afhankelijk gemaakt. Die auto-afhankelijkheid zal de komende decennia stevig moeten verminderen. De transitie naar elektrisch rijden doet namelijk niks aan de fundamentele ruimtelijke-, fijnstof-, file- en kostenproblemen die auto-onafhankelijkheid met zich meebrengt. Het aantal gereden kilometers moet dus fors naar beneden. Het ov is een efficiëntere en schonere manier van vervoer. Het is vanuit maatschappelijk oogpunt logisch dat verplaatsen met het ov goedkoper moet zijn dan verplaatsen met een auto op fossiele brandstof. Bovendien geven overheden in de omringende landen meer geld per inwoner uit aan het ov.
3. Er moet veel meer ov over de snelwegen komen
Nederland is afhankelijk van de auto doordat steeds meer snelweglocaties zijn aangelegd en doordat de sturende ruimtelijke ordening is afgeschaft. Het ov lijkt niet te zijn meegegaan in deze verandering. Bussen rijden in de meeste gevallen nog steeds vooral de routes door de mooie kerkdorpen en mijden vaak de snelweg, waarlangs nu al 38 procent van de bevolking werkt. Mede daardoor duren veel ov-trajecten dubbel zo lang als met de auto. Ook zijn de suburbs relatief slecht met ov ontsloten: een reis van suburb naar suburb duurt vaak twee keer zo lang als met de auto. Dat moet veranderen: een Bus Rapid Transit over onze snelwegen is een mogelijke oplossing.
4. We moeten gaan denken vanuit regionale mobiliteitssystemen
Veel steden hebben nog een ov-systeem dat zo ongeveer ophoudt bij hun gemeentegrens. Volgens Marseille en Jeekel moeten we daarom op regionale schaal ov gaan plannen, programmeren en organiseren. Zo kunnen de minder goed presterende regio’s, zoals rond Eindhoven, leren van de goede regio’s zoals rond Groningen of Utrecht.
5. In het landelijk gebied is het ov een hoeksteen in het vitaal houden van de dorpen en buitengebieden, maar er is veel meer nodig
De stand van het ov in het landelijk gebied is steeds meer een probleem. Door bezuinigingen verdwijnen zwembaden, gezondheidsvoorzieningen, winkels en scholen. Dat betekent een uitholling van gemeenschappen en het betekent veelal reizen met de auto. Hier is een revitalisering nodig, en daarbinnen ook een verbetering van het ov.
6. Er moet een verandering in de verhouding tussen de vervoerwijzen komen
Op dit moment wordt de auto nog sterk gefaciliteerd. In sommige steden is een eerste aanzet tot verandering merkbaar, maar in de suburbane en landelijke gebieden krijgt de auto nog vrij baan; met extra parkeerruimte en wegverbreding. Het Laboratorium Verantwoorde Mobiliteit wil dat de ov-gebruiker minstens zo goed wordt gefaciliteerd, met meer lijnen, hogere frequenties en betere haltes. De voorkeurspositie voor de auto moet op deze manier geleidelijk en doordacht worden afgebouwd. De ambitie: frictieloze, schone mobiliteit. Daarvoor zullen forse investeringen in het ov nodig zijn. Geld voor het ov is een politieke keuze: een diepte-investering voor de aankomende generaties Nederlanders.
(Bron: Laboratorium Verantwoorde Mobiliteit)
Klik hier voor de volledige notitie, of abonneer op de nieuwsbrief van Laboratorium Verantwoorde Mobiliteit, zo blijft u altijd op de hoogte van inspirerende publicaties en initiatieven.
Klik hier om de voorgaande notities te lezen.