‘Hersenletsel is niet altijd zichtbaar’
“Ik vraag me af of er genoeg besef is rondom hersenletsel”, vertelt Joukje van der Naalt, neuroloog gespecialiseerd in neuro-traumatologie aan het Universitair Medisch Centrum Groningen. “We zien in Nederland op de spoedeisende hulp wél jaarlijks 35 duizend slachtoffers, waarvan één op de vier langdurig klachten blijft houden.”
Marcel Slofstra
Van der Naalt is altijd al geïnteresseerd geweest in de interactie tussen je brein en je functioneren. “Vroeger wilde ik dan ook psychiater worden, maar de fysieke, neurologische kant had toch meer mijn interesse. Een ziekte van je brein heeft heel veel gevolgen, dat merk je op het fysieke vlak, maar ook op cognitief niveau en in je gedrag. Wat bepaalt de uitkomst van hersenletsel en hoe kun je van daaruit therapie ontwikkelen zodat mensen er beter uit kunnen komen? Dat houdt mij bezig.” Van der Naalt was ook een van de sprekers tijdens de Dag van de Fietshelm op 20 april 2022, een initiatief van het artsencollectief ‘Artsen voor Veilig Fietsen’.
Drie vlakken
Hersenletsel heeft op drie gebieden invloed, stelt Van der Naalt. “Allereerst natuurlijk op het fysieke vlak. Dat kan variëren van dubbelzien door een zenuwbeknelling tot veel ernstigere gevolgen. Sommige mensen worden bijvoorbeeld heel onhandig of spastisch en waar de een onzichtbaar letsel heeft, belandt de ander in een rolstoel.”
“Ook de cognitieve vaardigheden kunnen aangetast worden door traumatisch hersenletsel”, vertelt Van der Naalt. “Je aandacht, je concentratieboog, kan slechter worden en je geheugen kan minder goed functioneren.” Ook een belangrijke factor, zeker ook in het verkeer, is gedrag. “Gedrag kan door hersenletsel anders worden, zo kunnen mensen meer of juist minder geremd of zelfs roekelozer worden.” In hoeverre deze drie gebieden aangetast worden door traumatisch hersenletsel hangt onder andere af van de ernst van het ongeval. “Daarbij speelt snelheid een rol.”
Relatief veel licht hersenletsel
“We zien in Nederland relatief veel licht hersenletsel. Het aantal verkeersdoden neemt over het algemeen af vergeleken met vroeger. Uiteindelijk belanden er wel rond de 35 duizend slachtoffers op de spoedeisende hulp na een ongeval, waarvan het merendeel met licht traumatisch hersenletsel (85%). Dit zijn mensen die na een ongeval kortdurend bewusteloos zijn of in de war, wat ook wel hersenschudding wordt genoemd. Bij 15% treedt ernstig hersenletsel op, hersenkneuzing, waarbij patiënten bij opname suf of in coma zijn, lichamelijke uitvalsverschijnselen hebben die veroorzaakt worden door bloedingen in de hersenen. Vaak zijn dit bestuurders van auto’s of motoren.”
“Het beeld van de slachtoffers die we op de eerste hulp zien, is veranderd. Vroeger zagen we veel jongeren in de auto. Nu zijn de ongevalsslachtoffers vaak juist ouderen die vallen, vaak bij eenzijdige fietsongevallen of door een aanrijding. Aan de andere kant gaat het vaak om slachtoffers van scooterongevallen. Onder scooterrijders komen, relatief ten opzichte van het aantal scooters, het meeste dodelijke ongevallen voor. Ook bij scooterongevallen denken we snel aan jongeren, maar ook veel ouderen rijden op scooters. Daarnaast rijden veel ouderen op de elektrische fiets, eveneens een groep die extra aandacht verdient.”
Ruimte maken
“Als medicus ben je niet echt met preventie bezig”, vertelt Van der Naalt. “We zien vooral de schade, die proberen we te begrijpen. Hoe ga je om met mensen met hersenletsel? Dat kan op verschillende manieren, afhankelijk van het soort hersenletsel en de restbeperkingen die er zijn. Slachtoffers kunnen fysieke beperkingen hebben, zodat ze zich niet goed kunnen voortbewegen, ook in het verkeer. Ze zijn langzamer in hun denken en kunnen niet snel reageren wanneer verschillende prikkels tegelijk binnenkomen. Dit kan ertoe leiden dat ze traag kunnen reageren in (onverwachte) verkeerssituaties.”
“Wat dan helpt, is zorgen voor veel overzicht in het verkeer, letterlijk ruimte bieden aan de langzamere verkeersdeelnemers. Neem rotondes, fietsers hebben daar vaak voorrang, maar voetgangers niet. Dat maakt het heel lastig voor mensen met hersenletsel. Kijk daar ook naar veiliger oversteekplaatsen voor voetgangers. Dat is niet alleen voor mensen met hersenletsel fijn, maar ook voor ouderen in het algemeen.”
“Ik ben niet voor een algemene, standaard helmplicht. Gezien het grote aantal verkeersdeelnemers is het wel belangrijk om risicogroepen te definiëren zodat je daar gericht actie op kunt ondernemen. In het algemeen geldt wel dat snelheid een risicofactor is, de schade is gecorreleerd aan de impact op het hoofd en de snelheid van de verkeersdeelnemer. Voor de auto is ooit een gordelplicht én een beperking van de toegestane snelheid voorgeschreven, voor motoren hebben we een helmplicht. Ook voor bijvoorbeeld skeeleren is een helm heel normaal. Voor fietsers en snor fietsers kun je een helmplicht of -advies overwegen voor een bepaalde groep, mensen met een onhandige motoriek, zoals kinderen of ouderen en degenen die een e-bike besturen. Dat zijn groepen die veel in de ongevallenstatistieken voorkomen.”
“Een helm is ook een kwestie van gewenning, van acceptatie. Neem steden als Parijs en Londen, daar draagt iedereen op de fiets een helm, dat is heel normaal. Of je een helm moet dragen kan ook afhangen van de plek waar je fietst, in drukke steden is er meer risico op een ongeval dan op dan rustige fietspaden buiten de stad.” Niet alleen het wel of niet dragen van een helm is een issue, stelt Van der Naalt. “Maaltijdbezorgers op scooters en fietsen hebben vaak een koptelefoon op. Waarom schakel je het gehoor uit, terwijl je deelneemt aan het verkeer? Daar wordt weinig aandacht aan besteed, in mijn beleving. Preventie bestaat er ook uit om ervoor te zorgen dat mensen maximaal kunnen opletten in het verkeer, en dat kun je met een koptelefoon op minder goed.”
Onzichtbaar
“Ik vraag me af of mensen zich bewust zijn van het bestaan van hersenletsel en de gevolgen ervan. Als je eenmaal hersenletsel hebt, is dat lang niet altijd zichtbaar. Iemand met hersenletsel is langzamer en heeft meer tijd nodig om overzicht te krijgen. Deelname in het verkeer heeft veel met prikkelverwerking te maken, overzicht houden en reageren op onverwachte verkeersituaties. Je zou eigenlijk de wegen en kruispunten zo overzichtelijk mogelijk moeten inrichten met aandacht voor de meest langzame verkeersdeelnemers. Maak bijvoorbeeld de oversteken op kruispunten en zebrapaden en overzichtelijk. Rotondes waar fietsers voorrang hebben en vaak snel en onverwacht invoegen, dat is lastig voor mensen met hersenletsel.”
Joukje van der Naalt, neuroloog gespecialiseerd in neurotraumatologie aan het Universitair Medisch Centrum Groningen
Reactie plaatsen •