De noodzaak van combineren
“ZOOV is het aanvullend vervoersysteem in de Achterhoek”, vertelt Geert-Jan Verzijden, coördinator bij ZOOV. “Opdrachtgevers zijn de Achterhoekse gemeenten en andere partijen zoals Arriva. We zijn complementair aan het openbaar vervoer en doen een groot gedeelte van het Wmo- en leerlingen-vervoer, waar openbaar vervoer vaak een voorliggende voorziening is.”
“Op papier lijkt het vervoer in het buitengebied best goed geregeld. Voor de dikke stromen heb je de bus en de trein, voor de dunne stromen de haltetaxi. En iedereen kan gebruikmaken van vervoer op maat zoals ZOOV. Op zich is het er dus wel, maar dat zie je niet per se terug in de mate van gebruik van de voorzieningen.”
“Ik zou me er hard voor willen maken dat we niet ál die systemen naast elkaar laten bestaan, zoals een haltetaxi, een vlinder en een ‘ZOOV op Maat’ naast elkaar. Voor de reiziger is dat niet altijd handig en vaak onoverzichtelijk. Vanuit het oogpunt van efficiency kan dat ook beter.”
Twee werelden
“We kijken vanuit twee werelden naar vervoer in het buitengebied, vanuit het sociale domein en vanuit het mobiliteitsdomein. Dat blijken toch vaak twee aparte werelden te zijn, die kennen elkaar niet goed. Wat voor de reiziger geldt, geldt ook voor de beleidsmedewerker. Iemand die de Wmo-indicatie moet afgeven, reist zelf misschien vrijwel nooit met het openbaar vervoer. Dan is het lastig goede inschattingen te maken. Als je bijvoorbeeld niet weet dat er ook een bus met een lage vloer rijdt, dan kun je daar al geen rekening mee houden. Daar is een eerste slag te winnen, door de juiste mensen bij elkaar te brengen.”
Taximarkt
“Specifiek voor landelijk gebied geldt wel dat vervoersstromen in het weekend en in de avond wel heel erg dun worden. Daar komt bij dat door de Wmo-systematiek de taximarkt in landelijk gebied vrijwel niet meer bestaat, je kunt hier ’s avonds amper een taxi krijgen. We moeten in landelijk gebied zoals de Achterhoek zoveel mogelijk vervoer bij elkaar zien te vegen, dan kan het tenminste nog een beetje efficiënt. In stedelijk gebied speelt dat minder.”
Kijken buiten je eigen kader
“Wees je er ook van bewust dat je buiten je eigen hoekje kan kijken. Als de ene aanbieder ’s avonds met een busje gaat rijden en de andere overdag, en beiden hebben hun eigen busjes, dan staan die busjes veel stil. Dat kun je dan misschien met elkaar combineren, maar dat moet je wel durven. Hier is die stap gezet doordat we binnen ‘ZOOV op Maat’ niet alleen regiotaxi-vervoer rijden, maar ook de belbus van Arriva en de provinciale haltetaxi.”
Informatievoorziening
“Als je nu je rit plant via 9292 krijg je wel een banner van ZOOV te zien als de rit met trein of bus niet mogelijk is. Je zou dit soort informatie, over vraagafhankelijke systemen, ook in reis-planners mee kunnen nemen. Het DOVA, het samenwerkingsverband van decentrale ov-autoriteiten, is daarmee al aan het experimenteren, net als het OV-bureau Groningen Drenthe. Sowieso zijn er veel quick wins te behalen door systemen aan elkaar te knopen. Neem de regio-taxi, dat is bij ZOOV nu gekoppeld aan de treininformatie. Als de trein te laat is, krijgt de wachtende chauffeur een seintje. Dat voorkomt dat de chauffeur bijvoorbeeld weer weg rijdt, omdat er geen passagier is.”
Geert-Jan Verzijden, coördinator bij ZOOV
Reactie plaatsen •