Juridische blog: Betrek gedragswetenschap bij het tarievenhuis
Begin 2022 zijn de straffen voor verkeersovertredingen veranderd op advies van de Commissie Feiten en Tarieven van het Openbaar Ministerie. Dat advies komt niet uit de lucht vallen: in het regeerakkoord is de wens opgenomen om ernstige en gevaarlijke verkeersovertredingen zwaarder te bestraffen en minder gevaarzettende overtredingen in het verkeer juist lichter. De achterliggende gedachte is dat het zwaarder bestraffen van ernstige verkeersovertredingen de verkeersveiligheid verbetert, terwijl het lichter bestraffen van lichtere overtredingen maatschappelijk meer geaccepteerd zal zijn. Of die aanname klopt heeft de Commissie niet onderzocht.
Onder ernstige verkeersovertredingen vallen bijvoorbeeld het vasthouden en gebruiken van een mobiele telefoon tijdens het autorijden (was 250 euro, wordt 350 euro), onnodig links rijden (was 150 euro, wordt 220 euro), geen voorrang verlenen aan politie, brandweer of ambulance met zwaailicht en sirene (was 250 euro, wordt 350 euro). Lichtere overtredingen die minder zwaar worden beboet zijn onder meer parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats (was 400 euro, wordt 310 euro) en onnodig geluid maken met een voertuig (400 euro, wordt 250 euro). Bovendien komt er een bekeuringsvrije voet voor de eerste 3 kilometer snelheidsoverschrijding op 130 km/uur wegen. Het nieuwe stelsel is te raadplegen op boetebase.om.nl.
Op kenteken
Een eerste opmerking over deze wijziging, is dat het hier vooral gaat over overtredingen op kenteken, dus door auto’s en motoren. Vanuit verkeersveiligheid begrijpelijk, maar ook gedrag van andere verkeersdeelnemers kan in hoge mate gevaarzettend zijn. De Commissie onderkent in haar advies overigens ook dat een geldboete maar één aspect van verkeersveiligheid is en noemt ook de objectieve- en subjectieve pakkans als belangrijk aspect.
Uit de pas
Een tweede opmerking is dat het nog maar de vraag is in hoeverre straf invloed heeft op verkeersveiligheid. Vijf jaar geleden stelde de SWOV dat per procent boeteverhoging 0,2 procent minder overtredingen worden gemaakt. Daarbij is dan natuurlijk wel van belang dat de overtreder weet hoe hoog de boete is. Ik denk eigenlijk dat vrijwel niemand weet welke boete er op welke overtreding staat en dus ook niet het gedrag daarop aanpast. En toch blijft er die roep om hogere boetes. De sanctiebedragen voor verkeersovertredingen lopen inmiddels behoorlijk uit de pas met de bedragen die gelden voor misdrijven en overtredingen die in het strafrecht worden afgedaan.
Appèlgrens
Een derde opmerking is dat dit niet de enige wijziging is in de rechtspleging. Eerder schreef ik al kritisch over het wetsvoorstel roekeloos rijgedrag. Eind 2021 is bovendien de zogeheten appèlgrens voor verkeersovertredingen verhoogd. Dat betekent dat tot boetes van 110 euro (was 75 euro) je nu niet meer in hoger beroep kunt tegen een vonnis van de rechtbank. Volgens de minister is dat een aanpassing van ‘technische aard’, bedoeld om overbelasting van de rechterlijke macht te voorkomen. Maar feit is dat bijvoorbeeld beslissingen van een rechtbank in veel gevallen teruggedraaid worden in hoger beroep. Bij uitspraken van kantonrechters is dat zelfs bijna één op de drie. Hoger beroep is dus nuttig en hoort bij een rechtstaat. Belangrijker is dat met de verhoging van de appèlgrens voor nog meer mensen de rechter onbereikbaar wordt. Was die toegang eerder al bemoeilijkt door het verhogen van griffierecht in onder andere het bestuursrecht, nu geldt dat dus ook voor verkeersovertredingen.
Gedragingen
Een vierde en laatste opmerking bij dit verhaal is dat verkeersveiligheid niet alleen gaat om gevaarzettende gedragingen, maar ook om gezamenlijk gebruik van de openbare ruimte, om iemand voorrang geven, ook als dat niet per se nodig is, om anticiperen en om begrijpelijke regelgeving. Allemaal zaken die je in rijlessen leert maar die daarna een stuk minder belangrijk lijken als je afgaat op wat politiek prioriteit krijgt.
Niet toegerust
Het zou goed zijn als de zwaarte van sancties in het verkeer niet alleen vanuit de samenhang van het ‘tarievenhuis’ voortvloeit, maar ook vanuit wat maatschappelijk en sociaal wenselijk is en volgens gedragswetenschappers effectief is. De Commissie Feiten en Tarieven van het Openbaar Ministerie is daarvoor niet toegerust.
Reactie plaatsen •