De SmartHubs-Integratieladder analyseert hubpotenties

donderdag 22 december 2022

In Europese steden zijn veel verschillende typen mobiliteitshubs in gebruik en worden plannen gemaakt voor de ontwikkeling van nieuwe hubs. Dit roept vragen op over welk type hub het meest succesvol of effectief is in het verbeteren van het transportsysteem en de maatschappelijke effecten ervan. De SmartHubs-integratieladder helpt om hubs te beoordelen en vast te stellen welke specifieke aspecten van een hub kunnen worden verbeterd. Een open-dataplatform is ontwikkeld om kenmerken van Europese mobiliteitshubs te inventariseren en te leren van internationale ervaringen. 

Een mobiliteitshub is een plek waar verschillende vormen van deelvervoer en openbaar vervoer worden aangeboden, en waar ook allerlei andere functies kunnen zijn, zoals laadpalen, pakketkluisjes of wachtruimtes. Mobiliteitshubs worden op veel verschillende manieren gedefinieerd en geoperationaliseerd. Het concept ‘mobiliteitshub’ bouwt voort op concepten uit het verleden die gericht zijn op het bieden van multimodale overstappunten, zoals park-and-ride-faciliteiten. De belangrijkste toegevoegde waarde van het concept mobiliteitshub is dat het kan bijdragen aan een geïntegreerde planningsaanpak, waarbij mobiliteitsbeleid, infrastructuurbeleid, ruimtelijke ordening en andere beleidsterreinen worden geïntegreerd. In het Europese SmartHubs-project doen onderzoekers uit vijf Europese landen onderzoek naar mobiliteitshubs, onder leiding van de Universiteit Twente [*]. Op basis van een uitgebreide internationale literatuurstudie naar wetenschappelijke literatuur en documenten uit de planningspraktijk is een multidimensionale typologie voor mobiliteitshubs ontwikkeld. Deze typologie of, SmartHubs Integratieladder, is gebaseerd op verschillende concreet gedefinieerde niveaus van fysieke, digitale en democratische integratie.

Fysieke integratie

Fysieke integratie beschrijft de inspanning om mobiliteits- en niet-mobiliteitsdiensten samen te brengen in de openbare ruimte. Naast het dicht bij elkaar plaatsen van deze diensten, verhogen zichtbaarheid en toegankelijkheid de bruikbaarheid van deze hubs.
De ladder voor fysieke integratie omvat vijf niveaus. Op het laagste niveau (niveau 0) is er geen fysieke integratie in het aanbod en is openbaar vervoer niet op loopafstand beschikbaar. Er zijn geen inclusieve ontwerpcriteria toegepast. Het hoogste niveau van fysieke integratie (niveau 4) beschrijft een conflictvrije hub met een aangename omgeving voor de gebruikers (‘place making’). De hub heeft bijvoorbeeld banken, plantenbakken, fietsenrekken, beschutte wachtruimtes en verlichting. Er zijn verder minstens twee gedeelde vervoerswijzen die zichtbaar zijn vanaf een halte van het openbaar vervoer en er is informatie over het gebruik van de diensten. De hub moet - door gebruik te maken van inclusieve ontwerpprincipes - toegankelijk zijn voor iedereen, ook voor bijvoorbeeld mensen met een handicap. 

Digitale integratie

Naast de verschillende stadia van fysieke integratie definieert de Integratieladder vijf niveaus van digitale integratie. Digitale integratie gaat in de eerste plaats over de mate van integratie van informatie. Anders gezegd: kunnen reizigers gemakkelijk toegang krijgen tot informatie en diensten die door meerdere mobiliteitsaanbieders worden aangeboden? Voorbeelden zijn ‘Mobility-as-a-Service’ platformen waarbij reizigers verschillende mobiliteitsdiensten kunnen plannen, boeken en betalen in één enkele applicatie. Maar digitale integratie moet verder gaan dan dat. Deelmobiliteit en andere diensten die op een hub worden aangeboden, moeten voor iedereen toegankelijk zijn. Dit impliceert het gebruik van inclusieve ontwerpprincipes voor apps, waaronder een eenvoudig en intuïtief app-ontwerp. Maar ook moeten low-tech of analoge boekingsalternatieven beschikbaar zijn (bijvoorbeeld per telefoon), en ook zouden trainingen aangeboden kunnen worden aan mensen die minder digitaal vaardig zijn. Een aanzienlijk deel van de Nederlanders heeft onvoldoende digitale vaardigheden om gebruik te kunnen maken van deelvervoer dat via apps worden aangeboden. 

Op het laagste niveau van digitale integratie (niveau 0) is geen sprake van digitale integratie, mobiliteitsaanbieders maken gebruik van verschillende platforms en er wordt geen rekening gehouden met inclusieve ontwerpcriteria. Het hoogste niveau van digitale integratie (niveau 4) kenmerkt zich door: integratie van dienstenaanbod, maatschappelijke doelen en beleid. De gebruiker kan ritten plannen, boeken en betalen met één app en kan ook abonnementen afsluiten. Ook wordt gestuurd op maatschappelijke doelen en gewenst mobiliteitsgedrag gestimuleerd, zoals minder privé autobezit en -gebruik. Tencslotte wordt er rekening gehouden met universele ontwerpprincipes, waaronder een eenvoudig en intuïtief app-ontwerp en zijn er low-tech of analoge boekingsalternatieven.

Democratische (participatieve) integratie

Tot slot zijn er vijf niveaus van democratische integratie onderscheiden, gebaseerd op de mate van participatie. Deze niveaus geven aan in hoeverre burgers centraal staan bij de ontwikkeling van hubs, en de mate waarin ze mogelijkerwijs voldoen aan de behoeften van verschillende gebruikers. Op het laagste niveau van deze democratische integratieladder (niveau 0) is geen betrokkenheid van of aandacht voor de belangen van belanghebbenden en gebruikersbehoeften. Ook is er geen betrokkenheid van belanghebbenden bij het proces en worden geen inclusieve ontwerpcriteria in overweging genomen. Op het hoogste niveau van deze ladder is sprake van personen die aanspraak maken op participatie, met inbegrip van kwetsbare gebruikers. Participatie heeft hier een permanent karakter of is bedoeld om permanent te worden. Participatieprocessen zijn een eigen leven gaan leiden en onafhankelijk geworden van externe moderatie. Er is bovendien een permanente en onafhankelijke uitwisseling tussen participatieleveranciers en -nemers, zodat wederzijds begrip en interactie geïnstitutionaliseerd worden. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van een maandelijkse ronde tafel, gemeenschappelijke en actief gebruikte mailinglijsten om over specifieke onderwerpen te corresponderen, het oprichten van verenigingen tot vaste verantwoordelijkheden binnen het gemeentebestuur.

Hub-analyse via Open Data Platform

Om hubs onderling te vergelijken via deze integratieladder is in het SmartHubs-project een interactief open-dataplatform (ODP) ontwikkeld voor zowel bestaande als geplande mobiliteitshubs. Het ODP bevat een overzicht van het huidige Europese mobiliteitshublandschap en kan worden gebruikt door beleidsmakers, bedrijven en onderzoekers. Het platform bevat momenteel 85 hubs uit 21 landen in Europa. De eerste analyses met het platform laten zien dat hubontwikkeling in Europa zich vooral richt op fysieke integratie. Er is minder aandacht voor digitale integratie, en nog minder voor democratische integratie. Hierdoor wordt de potentie van mobiliteitshubs om bij te dragen aan duurzame en inclusieve mobiliteit in steden nog onvoldoende benut. Er zijn wel enkele voorbeelden van ‘slimme’ hubs met een goede score (niveau 2) op alle drie integratie-niveaus. Voorbeelden van hubs met een goede score zijn bijvoorbeeld in Wenen te vinden. Een volledig overzicht van de scores van elk van deze mobiliteitshubs, is te vinden op https://www.smartmobilityhubs.eu/data

Lees hier de uitgebreide NVC-paper

Lees hier het onderzoeksrapport

-
mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief

Reactie plaatsen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.