Datablog: Waar gaan we naar toe deze zomer?
Het is inmiddels hoogzomer en dat betekent vakantietijd! Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de meeste mensen hun vakantie in Nederland doorbrengen. Wat zeggen de verkeersbewegingen op de weg daarover? Waar gaan we naar toe deze zomer?
Door Bas Turpijn (NDW)
Verkeersbewegingen per gebied over afgelopen maanden
Helaas kunnen we op basis van de verkeerstellingen geen directe uitspraken doen over de herkomst en bestemmingen van mensen. Wat we wel kunnen doen is kijken naar het verkeer op de toe- en afritten. Ervan uitgaande dat mensen per autorit slechts eenmaal een toe- of afrit aan doen, kunnen we de tellingen op toe- en afritten dus bij elkaar optellen om een beeld te krijgen hoeveel verkeer van en naar een bepaald gebied gaat over een bepaalde periode. Als we dit gebied handig afbakenen, zouden we dus een indicatie kunnen krijgen van wat verkeerskundigen de zonale verkeersattractie en – productie noemen. Op basis van het verplaatsingenonderzoek OdiN van CBS kunnen we halen dat ruim 80% van de sociaal recreatieve autoverplaatsingen binnen een straal van 50 km worden gemaakt. Daarom hebben we COROP[1] gebieden genomen als gebiedsafbakening: toe- en afritten worden dan toegerekend aan de COROP regio waarin ze liggen en de som van de verkeerstellingen over alle toe- en afritten in het COROP gebied worden dan beschouwd als de zonale verkeersattractie en – productie. Dit is geen absolute waarheid, immers de werkelijk herkomst en/of bestemming kan uiteraard in een andere COROP regio liggen en een deel van de verplaatsingen vinden alleen plaats op het onderliggend wegennet. Maar we zijn op zoek naar een indicatie van de verkeersbewegingen van/naar een bepaald gebied. Gelet op de dichtheid van het Nederlandse Hoofdwegennet, denken we zo een redelijk verantwoorde indicatie van de ontwikkelingen in de verkeersbewegingen van/naar een COROP gebied te kunnen leveren.
Figuur 1 toont de verkeersproductie- en attractie van verschillende toe- en afritten voor de maanden april en juli 2020 t.o.v. 2019 per COROP zone. Het plaatje over april vertoont gelijkenissen met de verkeersindices die we eerder hebben berekend in de datablogreeks over de Coronacrisis. Een verkeersindex meet de verkeersdrukte ten opzichte van een referentie. In de eerste volle zomermaand van dit jaar, zien dat het verkeer in grote lijnen overeenkomt met de zomer van vorig jaar. Behalve de regio’s in het oosten: daar zien we een behoorlijke stijging van de verkeersproductie- en attractie. Een indicatie dat deze regio’s relatief meer worden bezocht dan tijdens de vorige zomer. Kiezen mensen voor een vakantie daar?
Of durven we alweer vaker de grens over? Aan figuur 2 te zien wel: het verkeer van en naar de buurlanden zit op min of meer hetzelfde niveau als vlak voor de Corona maatregelen, met enkele pieken op zondagen wat betreft verkeer tussen Nederland en Duitsland. Wellicht gaan meer mensen over en weer een dagje uit in het buurland. Hoewel het wegverkeer van en naar de luchthaven Schiphol ook weer gestaag aan het toenemen is, blijft de omvang duidelijk achter vergeleken met andere verkeersontwikkelingen.
Vooruitblik naar augustus
We zullen deze exercitie nog herhalen over de maand augustus. Nu was juli een relatief koele maand, waarin ook nog niet het hele land vakantie had. Op basis van de gegevens van vrijdag 31 juli proberen we vast een blik te werpen op wat komen gaat. Juli sloot behoorlijk warm af en ook in de eerste helft van augustus lijkt de zomer een ware inhaalslag te maken qua temperaturen en zonneschijn.
Laten we weer eens kijken naar de bekende verkeersindex, waarin we de verkeersdrukte meten ten opzichte van een referentie. De tabellen 1 en 2 vatten de verkeersindices samen voor respectievelijk het hoofdwegennet (HWN) en onderliggende wegennet (OWN) per provincie. Hierbij is de referentie uit de blogserie over de Coronacrisis gehandhaafd: dinsdag 3 maart, een verkeerskundig vrij representatieve dag pre-Corona. Dan is te zien dat het vrijdag 31 juli overal een stuk drukker was op de weg. Vooral de wegen naar de Zeeuwse kust waren bijna 40% drukker dan ‘normaal’. Hetgeen zich ook heeft geuit in behoorlijke files aldaar.
Figuur 3 toont de verkeersindex over de dag heen. Het spitsverkeer was vrijdag 31 juli weer vrijwel gehalveerd (net als de eerste weken na de instelling van de Corona maatregelen), de restdag (9.00 – 17.00) was een stuk drukker dan op een ‘normale’ doordeweekse dag. De meeste congestie was dan ook tijdens die periode. We zouden bijna adviseren de daluren te vermijden en tijdens de ‘spitsuren’ op pad te gaan…
Figuur 4 toont het verschil in etmaalintensiteiten tussen 31 juli en 3 maart op het netwerk. Te zien is de grote drukte naar de kust en ook de bosrijke gebieden.
Hoe zal het verkeersbeeld op de weg er in augustus uit gaan zien? We zullen het over een maand in beeld brengen, maar met de weersverwachtingen in het achterhoofd zou het zomaar kunnen dat verkeersproductie- en attractie van de waterrijke gebieden erg zullen toenemen ten opzichte van de maand juli.
Conclusie
Op basis van de verkeersgegevens kunnen we het volgende stellen:
- In de maand juli waren de regio’s in het oosten van Nederland relatief meer in trek: de verkeersbewegingen van en naar deze gebieden waren relatief hoger dan vorig jaar. In de rest van het land waren die gelijk of minder vergeleken met juli 2019;
- Het verkeer van en naar de buurlanden qua omvang min of meer gelijk als in de periode vlak voor de beperkende maatregelen, terwijl wegverkeer van/naar Schiphol duidelijk achterblijft;
- Echter, de laatste dag van juli toont mogelijk een omslag naar de kustgebieden, welke zich wellicht zal doorzetten in augustus vanwege een relatief lange periode met stabiel warm zomerweer.
[1] Een COROP-gebied is een regionaal gebied binnen Nederland. Deze indeling wordt gebruikt voor analytische doeleinden. De naam COROP komt van Coördinatie Commissie Regionaal OnderzoeksProgramma. In totaal zijn er in Nederland 40 COROP-gebieden: https://nl.wikipedia.org/wiki/COROP
Reactie plaatsen •