Corona en (grond)rechten
De maatregelen die de regering sinds maart dit jaar heeft genomen om het coronavirus te beteugelen, kunnen steeds minder op draagvlak rekenen. Het debat wordt soms op hoge toon gevoerd. Twee kwesties lopen daarbij door elkaar: ‘welke maatregelen zijn nuttig en verstandig’ en ‘kan de overheid die maatregelen verplichten’? Van de eerste kwestie blijf ik af, over de tweede gaat het volgende.
Door Herbert Korbee
Grondrechten en overheidsplichten
De eerste 18 artikelen van onze Grondwet bevatten grondrechten die iedere burger in Nederland heeft. In verband met de coronamaatregelen is de eerste vraag natuurlijk of die grondrechten ingeperkt kunnen worden. Het antwoord is meestal: ja. Grondrechten kennen vaak een begrenzing. Zo stelt het strafrecht grenzen aan de vrijheid van meningsuiting en kunnen aan betogingen voorwaarden worden gesteld. Met uitzondering van artikel 1 van de Grondwet kunnen grondrechten dus beperkt worden.
De tweede vraag is vervolgens wanneer grondrechten ingeperkt mogen worden en door wie. De grondrechten uit de Grondwet kunnen alleen beperkt worden door wetgeving die door het parlement is vastgesteld, dus door de Tweede en Eerste Kamer. Dat soort wetten worden ‘formele wetten’ genoemd, ter onderscheid van bijvoorbeeld verordeningen of ministeriële besluiten. Ministers, burgemeesters, veiligheidsregio’s en anderen zijn dus niet gemachtigd grondrechten van burgers in te perken, onder welke omstandigheden dan ook, tenzij die bevoegdheid in een formele wet aan hen is gedelegeerd.
Maatregelen tot nu toe
De maatregelen die de overheid in maart dit jaar nam zijn genomen in het kader van noodverordeningen. Normaal gesproken stelt een gemeente een noodverordening vast op basis van de Gemeentewet, maar in maart schakelden de veiligheidsregio’s op naar het hoogste crisisniveau GRIP 4, waarmee de bevoegdheid tot het vaststellen van noodverordeningen bij de voorzitter van de veiligheidsregio’s kwam te liggen (artikel 39 Wet veiligheidsregio’s).
De Gemeentewet is echter heel duidelijk over de inhoud van noodverordeningen: afwijken van de Grondwet is verboden (artikel 176). Dat betekent dus ook dat alle inperkingen van de grondrechten van burgers, zoals verplicht afstand houden, maximale groepsgrootten en mondkapverplichtingen verboden zijn. Je zou zeggen dat daarmee dus ook alle boetes en strafbladaantekeningen met terugwerkende kracht in de prullenbak kunnen; minister Grapperhaus beloofde dat te onderzoeken. Zie voor een zeer uitgebreide uitleg over de genomen maatregelen, de voorlichting van de Raad van State op verzoek van de regering zelf. De Raad van State erkent daarin dat buitengewone omstandigheden de buitengewone maatregelen noodzakelijk èn billijk maken, maar wijst er ook op dat het afkondigen van de noodtoestand staatsrechtelijk zuiverder was geweest.
Tijdelijke wet maatregelen Covid-19
Om de ongrondwettigheid van het inperken van grondrechten via noodverordeningen op te heffen heeft de regering besloten een tijdelijke wet voor te stellen waarmee één en ander alsnog geregeld kan worden. Tot afgrijzen van velen (bijvoorbeeld hoogleraar Wim Voermans) probeert de regering echter de ongrondwettelijkheid van de huidige maatregelen in wetgeving te gieten. Zo kan de minister van VWS in dit wetsvoorstel naar hartenlust bevoegdheden die hij zelf niet eens heeft toedelen aan anderen en wordt het parlement buitenspel gezet. Verder kan de ‘tijdelijke wet’ zo lang duren als de minister van VWS wil. De voorgestelde boetes worden hoger dan nu en ondanks de onbestrafte recente misdraging van minister Grapperhaus krijgen andere overtreders nog steeds een aantekening op hun strafblad als dit wetsvoorstel wordt aangenomen.
Gehakt
De Raad van State maakte gehakt van het eerste wetsvoorstel en raadde de regering aan het wetsvoorstel niet aan de Tweede Kamer aan te bieden. Daarop heeft de regering in enkele weken dit tweede voorstel gemaakt, dat inhoudelijk helaas niet veel beter is.
Het is te hopen dat het parlement dit wetsvoorstel tegenhoudt, want dit wetsvoorstel tast de basis van onze democratische rechtsstaat aan. Met dit soort wetgeving (kent u de Sleepwet nog?) worden grondrechten in Nederland aangetast en het parlement buitenspel gezet. We zijn trouwens al een beetje op die weg, want de burgemeester van Rotterdam zegt hardop dat hij zich niet bezig wil houden met de vraag of een mondkapverplichting ongrondwettelijk is en de rechter wilde zich daar desgevraagd ook niet over uitspreken. Het kan dus allemaal zomaar, maar dat geldt niet voor u als burger.
Zo dus niet, hoe dan wel
Als de regering onze grondrechten wil respecteren èn tegelijk afdoende maatregelen nemen tegen het coronavirus, dan is ze nu van het padje. Terug naar het padje betekent dat ze ofwel een deugdelijke Covid-19 wet moet voorstellen ofwel de burgerij moet adviseren, overreden en faciliteren om het juiste gedrag te vertonen.
En met dat laatste valt heel veel winst te behalen. Het draagvlak voor maatregelen zoals anderhalve meter afstand houden en drukte vermijden is immers nog steeds verrassend hoog, blijkt uit onderzoek van het RIVM. De helft van de ondervraagden heeft vertrouwen in de pogingen van de overheid om het virus eronder te houden. Zelfs het verplicht dragen van een mondkapje kan rekenen op grote bijval. Waarom dan niet de logica van de verschillende maatregelen voor zich laten spreken, van mondkapje tot ventilatie? Waarom niet investeren in slimme nudging en design thinking om het voor iedereen eenvoudiger te maken? Het voorkomt het rigide goed-fout denken dat de regering met haar huidige koers uitstraalt en waartegen inmiddels van verschillende kanten protest komt (met als bekendste in ons land Viruswaarheid en Maurice de Hond). In het licht van de komende landelijke verkiezingen zou de regering met opbouwende adviezen niet alleen de burgerij, maar ook zichzelf een plezier doen.
Ik mis artikel 22 van de grondwet: De overheid moet de volksgezondheid in Nederland bevorderen en ze moet zorgen voor voldoende goede woningen. Verder schept de overheid voorwaarden voor ontplooiing en vrijetijdsbesteding.
Het lijkt me op basis daarvan dat coronamaatregelen (deels) te rechtvaardigen zijn?
Ingediend door Michiel op vr, 09/10/2020 - 12:40
@Michiel, artikel 22 lid 1 is inderdaad de basis voor de corona maatregelen. De overheid voelt zich verplicht enkele grondrechten in te perken omdat artikel 22 lid 1 haar opdraagt maatregelen te nemen om de volksgezondheid te bevorderen. Dit artikel is één van de sociale grondrechten (artikelen 19 t/m 23) die de overheid verplichten ergens voor te zorgen. Die verplichtingen leiden er vaak toe dat klassieke grondrechten (artikelen 1 t/m 18) ingeperkt worden.
Als je de eerste link in het artikel volgt kom je op de site mensenrechten.nl , waar je meer kunt vinden over artikel 22 en andere voorbeelden van grondrecht inperkingen.
Ingediend door Herbert Korbee op vr, 09/10/2020 - 15:41
Reactie plaatsen •