Uniformiteit nodig voor toegankelijkheid
“Als er iets is dat beter zou kunnen, wat betreft een toegankelijke inrichting, dan is het meer uniformiteit”, stelt Wim van der Kamp, sinds 2007 werkzaam bij Leicon, fabrikant van prefab verkeersgeleidende en verkeersremmende maatregelen. “We hebben onze producten de afgelopen jaren doorontwikkeld richting toegankelijkheid, met name de opritten en afritten die geschikt zijn voor invalide verkeersdeelnemers en toegankelijke bushaltes.”
“Een toegankelijke inrichting zou overal uniform moeten zijn”, aldus Van der Kamp. “Het is uiteindelijk de gemeente die daar verantwoordelijk voor is. Wil je een invalideafrit op een recht stuk, of juist in de bocht? Wat wil je als gemeente? De ene gemeente doet dit, de andere gemeente weer wat anders. Als we overal hetzelfde zouden doen, is dat voor de gebruiker veel handiger.”
Andere keuzes
“Als je echt vanuit de gebruiker zou kijken, dan maak je andere keuzes. Dan leg je geen oversteek aan waarbij een invalide verkeersdeelnemer gedwongen wordt het kruispunt schuin over te steken, bijvoorbeeld. Je gaat dan zoveel mogelijk extra manoeuvres voorkomen, ook voor blinden en slechtzienden. Een toegankelijke inrichting raakt een heleboel aspecten, zeker als je dat wilt combineren met geleidelijnen of klanktegels. Je moet ook nadenken over de flow door een gebied. Geleidelijnen zijn bijvoorbeeld een mooi product, maar moeten wel op de juiste manier worden toegepast: wat voor de één een goed hulpmiddel is, is voor bijvoorbeeld een rollatorgebruiker weer een hindernis.“
“We houden ons bij de projecten waar we aan werken aan de CROW-richtlijnen”, aldus Van der Kamp. “Maar soms zijn er vanuit gemeentes dan weer andere wensen, bijvoorbeeld om een breedte van twee tegels aan te houden, waar meer beter zou zijn.”
Langere hellingshoek
“Een voorbeeld. Bij het toegankelijk maken van bushaltes bestaat bij onze inritten een hoogteverschil van 18 centimeter ten opzichte van het maaiveld. We kiezen er bewust voor om dat over drie meter op te lossen, maar dat betekent wel dat je een grote lap grond nodig hebt voor de helling. Dat gaat ten koste van de bushalte zelf. Gemeentes vragen dan weleens of dat niet over twee meter kan. Dat kán wel, maar je voldoet niet meer aan de richtlijnen, de hellingshoek is dan veel minder rolstoelvriendelijk. Men heeft er vaak geen idee van hoe dat verschil voelt voor een rolstoelgebruiker.”
Reactie plaatsen •