Meedoen is belangrijker dan winnen, ook bij uitvoering mobiliteitsbeleid
Hoewel veel overheden de term ‘participatie’ gebruiken, blijkt het vaak lastig om dat begrip goed vorm te geven. Dit geldt ook voor mobiliteitsbeleid en (her)inrichtingsprojecten in de openbare ruimte. Dit kan te maken hebben met de manier waarop de participatie is ingericht. Vaak is een plan al zo ver gevorderd dat bewoners in een positie komen waarin alleen nog (negatieve) kritiek mogelijk is.
Door mobiliteitsbeleid te beschouwen vanuit ‘brede welvaart’ kan dit beeld wellicht wat veranderen. Mobiliteitsbeleid en verkeersprojecten worden in het algemeen nog benaderd vanuit een technische en economische invalshoek: verkeer is nodig om economische ontwikkeling te bevorderen en voor de meeste problemen zijn ‘standaard’ oplossingen beschikbaar, bijvoorbeeld in de vorm van een CROW-richtlijn. Het proces van probleemanalyse, ontwerp van een oplossing en het realiseren daarvan laat dan weinig ruimte voor de inbreng van bewoners.
Het idee van ‘brede welvaart’ is de laatste jaren in opkomst. Dit concept is erop gericht om aspecten van welzijn en omgevingskwaliteit beter te integreren in politieke besluitvorming. Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) heeft voor mobiliteit een eerste uitwerking gemaakt. Met name het aspect welzijn is hierbij van belang. Dit blijkt voor het vakgebied verkeer en mobiliteit sterk samen te hangen met de zogenaamde ‘capabilities approach’ van Amartya Sen, later uitgewerkt door Nussbaum (Vecchio & Martens, 2021). Dit welzijn wordt beschreven in termen van geluk, geestelijke en lichamelijke gezondheid, zingeving en het gevoel invloed te hebben op de eigen omgeving.
Capabilities
De capabilities-benadering gaat vooral over de wijze waarop mensen erin slagen hun leven naar tevredenheid in te richten op basis van:
1. de hulpbronnen (resources) die iemand kan gebruiken
2. de wijze waarop iemand die hulpbronnen zelf waardeert (conversion factors)
3. de vrijheid die iemand heeft om zelf te kiezen (capabilities)
4. de keuze (choice) die iemand uiteindelijk maakt
5. wat iemand daadwerkelijk doet of is (functionings)
Bij de capabilities-benadering kijken we vooral naar de invloed die iemand zelf heeft om te kiezen voor een bepaald vervoermiddel of de keuze om een bepaalde reis wel of niet te maken. Bijvoorbeeld om de fiets te pakken omdat dat goed is voor de conditie. Tegelijkertijd zien we dat het gebruik van het verkeerssysteem leidt tot effecten op het welzijn van anderen: luchtvervuiling, geluid en verkeersonveiligheid beïnvloeden het welzijn. Voor bepaalde groepen kan dit tot sociale uitsluiting leiden.
Invloed op eigen welzijn
Veel onderzoeksmethoden in ons vakgebied zijn gericht op het verkeer dat we zien, op kunnen meten, bijvoorbeeld met enquêtes onder reizigers. Methoden dus die gericht zijn op mensen die zich kunnen verplaatsen. Dit maakt dat we onze keuzes bij verkeersplannen wellicht te veel laten beïnvloeden door deze groep, die al mogelijkheden heeft. De winnaars winnen dan nog meer. In een serieus participatieproces geef je ook anderen invloed. Juist de mensen die je niet hoort, hebben behoefte aan invloed op het eigen welzijn. Voor hen zit de winst in het meedoen.
Reactie plaatsen •