Johan Diepens: 'We geven meer geld uit aan mobiliteit dan aan eten'
Ieder alternatief voor ‘het blik op vier wielen’ is meer dan welkom in een wereld waarin mensen naar steden trekken en er dus steeds minder ruimte is voor mobiliteit. Het roer moet om. Dat begint bij de mobiliteitsstructuur. Een gesprek met Johan Diepens, directeur Mobycon, over overbekende en onderbelichte trends in mobiliteit.
‘Alles gaat nu om ruimte. Zoals we de ruimte voor mobiliteit nu georganiseerd hebben is super inefficiënt’, zegt Johan Diepens. ‘Met name op de korte afstand verliest de auto zienderogen marktaandeel. En ook het OV raakt op de korte afstand klanten kwijt raakt aan de fiets. Nieuwe pilots die schoolkinderen op de e-bike helpen, maken de relatie met de bus nog minder. Lange tijd was het aandeel fiets-auto op de afstand tot 7,5 kilometer fifty-fifty. In 2020 wint de fiets naar verwachting meer aandeel dan de auto mogelijk 60 procent.’
Diepens werkt met zo’n 50 medewerkers in Nederland en Noord-Amerika aan een wereld waarin we wat minder afhankelijk worden van de auto. ‘Dat zie je terug in onze projecten. Recent voorbeeld is een onderzoek in opdracht van de ANWB naar nieuwe, robuuste routestructuren in steden. Samen met een onderzoeksteam zetten we een stap naar een nieuwe mobiliteitsstructuur waarin ook nieuwe alternatieven voor de auto snel een plek kunnen vinden’, legt Diepens uit. Dit concept gaat uit van voertuigfamilies, gebaseerd op snelheid, breedte en zwaarte. Iedere familie krijgt zijn eigen ‘dominante’ ruimte in de stad.
Mobiliteitskindje
Diepens: ‘Iedere dag wordt er wel een nieuw ‘mobiliteitskindje’ geboren. Door het ‘familiedenken’ kun je nieuwe voertuigen snel een plek in de openbare ruimte geven. Neem de speedpedelec. Een voertuig dat snel kan, maar niet perse snel hoeft in de stad. Daar kan het vanwege zijn breedte en zwaarte zowel gebruik maken van de ‘fietsruimte’ met lagere snelheid als van andere mobiliteitsdomeinen voor hogere snelheden. Dit concept maakt nieuwe voertuigen flexibel inpasbaar in de ruimte en brengt ze daardoor ook sneller ‘op de markt. Even terug naar de speedpedelec, hiervoor wordt pas in 2018 officiële regelgeving van kracht. Zo zie je dat ontwikkelingen in de markt en de traditionele voertuigregelgeving sterk verschillen in tempo, waardoor interessante alternatieven soms met grote vertraging op de markt komen. Dat doorbreken we met het voertuigfamilieconcept’, zegt Diepens.
Zijn visie blijft niet onopgemerkt. Recent ontving Diepens met zijn onderneming de Canadese ‘Business of the year Award’ uit handen van de Canadese ambassadeur in Nederland. Dit is een prijs van de Nederlands-Canadese Kamer van Koophandel die eerder werd uitgekeerd aan bedrijven als Mammoet of Shell. ‘Dus daar ben ik best trots op’, erkent Diepens.
Mooi vak
Diepens geniet van zijn werk. ’We hebben een mooi vak, het is heel divers en in mijn functie kan ik iets verder kijken en me bezig houden met hoe we de weg vrij maken voor nieuwe oplossingen die dagelijks ontstaan.’
Economie
Als trends signaleert Diepens de veelgenoemde trends als groei van de steden en de schaarste van fossiele brandstoffen, maar ook trends die – wat hem betreft ‘onterecht’- minder aandacht krijgen. ‘We geven steeds meer geld uit aan mobiliteit. In Nederland besteden we gemiddeld 18 procent van ons inkomen aan mobiliteit, ten opzichte van 16 procent aan eten. In de Verenigde Staten liggen de uitgaven voor mobiliteit nog hoger: 25 procent. Deze uitgaven stijgen nog steeds en zijn in 25 jaar tijd al verdubbeld. Dat vind ik veel. Denk er eens over na hoeveel meer geld er aan de economie besteed zou kunnen worden als we terug zouden gaan naar een gemiddelde besteding van 12 procent aan mobiliteit. Bijvoorbeeld door meer te fietsen, of te lopen.’
Voetgangers
En daarmee raakt Diepens een tweede signaal dat hij wil geven. ‘We zijn in Nederland goed in het faciliteren van fietsen, maar uitermate slecht in het faciliteren van voetgangers. Terwijl ‘lopen’ de moeder van mobiliteit is. Er is in Nederland geen stad die een voetgangerstudie heeft gemaakt. ‘Voetgangeren’ is bijzaak, zo niet het putje. Daar moet echt veel meer aandacht voor komen. Weer terugkomend op onze voertuigfamilies: die start met een voetgangersfamilie die voorziet in minimaal ruimte voor kinderwagens en rolstoelen.’
Buitenland
‘Op de langere termijn verandert de mobiliteit nog veel meer’, vervolgt Diepens. ‘We moeten ons daarvoor goed oriënteren op wat er in het buitenland gebeurt. Dan begrijp je dat er nog veel oplossingen sluimeren. Denk aan elektrisch aangedreven hoverboards die op het fietspad kunnen rijden en kunnen dienen als voor- en natransport. Daarmee los je gelijk een deel van het fietsparkeerprobleem bij stations op. Zo zag ik in Moskou fietspaden al gebruikt worden door mensen die uit het ov stappen en op stepjes verder gaan. In Nederland zijn wij nog wel wat conservatief als het gaat om dit soort oplossingen. Toch moet je er nu op voorsorteren.’
Basisbehoefte
Resumerend. ‘Mobiliteit is een basisbehoefte, we moeten er dus voor zorgen dat iedereen mobiel kan zijn en blijven. Dat geldt niet alleen voor 30-jarigen maar ook voor kinderen en ouderen. We moeten daarom oppassen dat we niet alleen met woon-werkverkeer bezig zijn. En het betekent ook dat infrastructuur meer en meer vergevingsgezind moet zijn.’
Al met al is Diepens hoopvol: ‘We gaan een fantastisch tijdperk tegemoet. Maar willen dat in de praktijk ook zo beleven, moeten we nu al zeer flexibel zijn, niet alles dichttimmeren voor over 10 jaar, én met elkaar in gesprek blijven.’
Johan Diepens, directeur Mobycon
Reactie plaatsen •