Laurens Schrijnen en Antoine de Kort: Real-life experimenten op het wegennetwerk
De Innovatiecentrale opende in maart haar deuren voor alle partijen die willen samenwerken of experimenteren op het gebied van innovatief verkeersmanagement. In het buitenland wordt verbaasd gereageerd op de mogelijkheid om in Helmond experimenten uit te voeren op het echte wegennetwerk. Volgens Laurens Schrijnen van De Innovatiecentrale en Antoine de Kort van Rijkswaterstaat is alles toegestaan, ‘zolang de verkeerscentrale niet van de leg raakt en het verkeer niet onveiliger wordt’.
Eind 2012 besloot Rijkswaterstaat dat de Verkeerscentrale Zuidoost- Nederland in Geldrop aan vernieuwing toe was. Het moest dan wel meer worden dan een nieuw pand met een traditionele centrale. ‘We wilden niet alleen het verkeer van nu regelen maar ook vooruitkijken naar de toekomst’, vertelt Antoine de Kort, procesadviseur verkeersmanagement bij Rijkswaterstaat. ‘Daarom hebben we samen met de Provincie Noord-Brabant, Connecting Mobility, DITCM en AutomotiveNL het initiatief genomen om de nieuwe verkeerscentrale te koppelen aan een platform en testfaciliteit voor nieuwe verkeersmanagementoplossingen: de Innovatiecentrale. Na een gedegen voorbereiding hebben we de centrale in maart 2015 geopend.’
De nieuwe locatie, de Automotive Campus in Helmond, lag voor de hand. Bedrijven en kennisinstellingen misten daar nog een echte verkeerscentrale, en andersom heeft De Innovatiecentrale deze partijen nodig om zijn doelstellingen te bereiken. ‘We willen vooral een bijdrage leveren aan slimmer verkeersmanagement’, zegt Laurens Schrijnen, directeur van De Innovatiecentrale. ‘Er kan veel geld worden bespaard als duidelijk wordt of we, bijvoorbeeld, matrixborden kunnen vervangen door Smart-Mobilityoplossingen. Daarbij wil de minister graag dat Nederland koploper is in de maakindustrie en ICT met als doel de automobiliteit zuiniger, veiliger, comfortabeler en slimmer te maken.’
Gelukzalige toevaligheid
Het codewoord is samenwerking. In Het Innovatielab, onderdeel van de Innovatiecentrale, brengen Schrijnen en De Kort verschillende disciplines samen om via ‘serendipity’, gelukzalige toevalligheid, zoals Schrijnen dit noemt, tot onverwachte maar effectieve oplossingen te komen. Dat deden ze onlangs rond het thema social media. Schrijnen: ‘Verkeersveiligheidsdeskundigen, verkeerskundigen, gedragsdeskundigen, gemeente, provincie, rijk, allemaal schoven ze aan om te bespreken hoe we social media kunnen gebruiken om het verkeer veiliger en vlotter te maken.’ De Kort: ‘Het is mooi om te zien hoe iedereen eerst vanuit zijn eigen belevingswereld een verhaal vertelt en de groep vervolgens razendsnel in staat is om er een gezamenlijk idee uit te halen.’
Van de leg raken
Met die ideeën uit Het Innovatielab kan vervolgens volop worden geëxperimenteerd bij de twee Innovatiedesks: testfaciliteiten die gevoed worden met real-time informatie uit de verkeerscentrale. Vanaf De Innovatiedesks kan ook het echte netwerk worden aangestuurd, zoals bijvoorbeeld gebeurt tijdens een test van het spookfileproject op de A58 in november. En niet alleen Zuidoost-Nederland maar het hele netwerk van Rijkswaterstaat, provincies en gemeenten kan vanuit Helmond worden overzien en deels worden aangestuurd, voor zover wegkantsystemen op het internet zijn aangesloten. Schrijnen: ‘Het is real-life experimenteren op het Nederlandse wegennet. Alles mag, mits aan twee regels is voldaan: de verkeerscentrale mag niet van de leg raken en de verkeerssituatie moet minstens even veilig zijn als voor het experiment.’
Met deze aanpak sluit De Innovatiecentrale aan op de trend dat steeds meer partijen betrokken zijn bij verkeersmanagement van deur tot deur, en dat niemand daar volledig in de lead is. Er vindt een verschuiving plaats van wegkantsystemen die één bericht sturen op één plek, naar in-car systemen die specifieke gebruikers op een specifieke plek kunnen informeren. Daarmee heeft de overheid straks niet alleen meer de rol van wegbeheerder maar ook die van facilitator van innovaties.
Om innovatie van de grond te krijgen moet je ondeugend zijn, zo heeft Schrijnen zich laten vertellen. Buiten de lijntjes durven te kleuren, je niet laten vastleggen door de regeltjes van de verkeerscentrale. ‘We zijn heel laagdrempelig, en worden daarin gesteund door de Provincie Noord-Brabant die letterlijk ‘aanklooien mag’ in haar officiële stukken over innovatie schrijft. Ik sprak laatst iemand van Kapsch die een testomgeving zocht voor de software die Kapsch gaat leveren voor de verkeerscentrales van Rijkswaterstaat. Hij was verrast toen hij begreep dat hij bij ons van harte welkom was, dat zou in zijn thuisland Oostenrijk nooit mogen. Bovendien presenteren we de partijen die hier willen experimenteren geen rekening: die wordt in ieder geval in 2016 nog betaald door de initiatiefnemers. Vanuit De Innovatiecentrale bieden wij voorzieningen en ondersteuning en deskundigheid vanuit de operatie. In ruil daarvoor willen wij wel kunnen delen in de kennis die de experimenten opleveren.’
Onder toeziend oog van de koning
Een concreet resultaat die deze benadering dit jaar al heeft opgeleverd is een viewer waarin verkeersdata van verschillende aanbieders - TomTom, Flitsmeister, NDW en Rijkswaterstaat - gecombineerd is voor een completer verkeersbeeld. Schrijnen: ‘Niemand had aanvankelijk belangstelling voor deze oplossing van de Nederlandse start-up Simacan. Maar wij zeiden: kom het hier maar testen en laten zien. Dat gebeurde toevallig zelfs onder toeziend oog van de koning. Het resultaat is dat de viewer nu is uitgerold in verkeerscentrales van Rijkswaterstaat.”
Begin november begon er een test om floating car data te vergelijken met lusdata en na te gaan of dit net zo goed, zo niet beter werkt voor verkeersmanagement. Ook zijn er plannen voor het testen van zelflerende camera’s waarmee de procedure voor het openstellen van spitsstroken aanzienlijk zou kunnen worden ingekort. En in april 2016 monitort De Innovatiecentrale de effecten van de elektronisch gekoppelde vrachtwagens die in het kader van de EU Truck Platooning Challenge vanuit diverse Europese steden naar Nederland komen rijden.
Anderen
Schrijnen en De Kort nodigen hun vakgenoten uit om vooral eens te komen kijken en beleven in Helmond. Schrijnen: ‘Ga na wat De Innovatiecentrale voor jou kan betekenen, maar vooral ook waar jij in De Innovatiecentrale mee zou willen experimenteren. Kom bij ons ondeugend zijn.’ De Kort vult aan: ‘Laat je verrassen, denk niet alleen aan de oplossing die je zelf voor ogen hebt, maar kijk eens naar wat anderen doen en bouw daarop voort.’
Auteur: Leonie Walta
Antoine de Kort, Rijkswaterstaat
Reactie plaatsen •