Jacob de Vries: Kijk met een realistische blik naar fiets
Er ligt kennis voor het oprapen over verkeer en specifiek over fiets. Dat komt omdat onderzoek soms te veel gefocust is waardoor bijvangsten – de dingen die je ook ziet- niet de aandacht krijgen die ze verdienen. Wat bijvoorbeeld uit die bijvangst blijkt is dat het feitelijk helemaal niet zo goed gaat met het fietsen. Twee jaar geleden trok onderzoeksbureau Trajan aan de bel. In 2016 gaat het bureau de klok luiden.
Aan het woord is Jacob de Vries, algemeen directeur van Trajan. Naast algemene zaken is hij vooral verantwoordelijk voor de kwaliteit van het opzetten en uitvoeren van verkeersonderzoek in opdracht. Dat gaat met name over gedrag in het verkeer, van automobilisten, fietsers en parkeerders, maar ook over verkeersstromen.
Mes snijdt aan twee kanten
De vries: ‘We proberen natuurlijk elk onderzoek zo goed en betrouwbaar mogelijk uit te voeren. Dat doen we met veel aandacht voor de juiste onderzoeksmethodieken en door met een kritisch oog te kijken naar de ontwikkelingen op het gebied van big data. In het veldonderzoek en op kantoor werken we veel met studenten. Vanuit onze achtergrond proberen we hen door middel van stages, maar ook in het veldwerk mee te geven hoe we een onderzoek op een bepaalde manier uitvoeren en waarom we voor bepaalde methodieken kiezen. Zo snijdt het mes aan twee kanten: de kwaliteit van veldonderzoek is hoger en studenten doen waardevolle praktijkkennis op die ze later in hun loopbaan kunnen gebruiken.
Eindelijk de cyclus van de tweewielers
Als het gaat om trends, kijkt De Vries eerst terug: ‘Na de jaren 60 waarin het beleid vooral op de auto was gericht, gevolgd door de jaren 90 met een focus op het openbaar vervoer, lijkt 2020 eindelijk de cyclus van de tweewielers te worden: de fiets en de elektrische fiets. De rol van de auto wordt kleiner. Dit zal ook grote gevolgen hebben voor de ruimte in de stad: er komt veel openbare ruimte vrij, zowel op straat als in parkeerruimte.
Je ziet dat steden het nu al aandurven de auto meer en meer uit het centrum te verbannen, zoals in Amsterdam. Een deel van die ruimte zal worden opgesoupeerd door de fiets: bredere fietspaden en meer parkeervoorzieningen. En dat brengt ook weer nieuwe uitdagingen met zich mee. Zo is regulering van fietsparkeren op termijn onontkoombaar. En de focus in beleid zal verschuiven van het in het zadel krijgen, naar het in het zadel houden van de fietser.
Hufterigheid en het recht van de sterktste
De recente verkeersgewondencijfers van het ministerie van IenM en de toekomstvisie daarop van SWOV waren al alarmerend en het einde is nog niet in zicht. Fietsen wordt door de pleitbezorgers van het fietsen vaak neergezet als ‘community’ maar feitelijk is fietsen individualisering ten top en dat merk je dagelijks op de fietspaden, waar hufterigheid en het recht van de sterkste hoogtij vieren.’
Roze bril afzetten
Dit blijft nu onderbelicht in alle aandacht en succesverhalen over het fietsen, aldus De Vries. ‘Het is hoog tijd de roze bril af te zetten en met een realistische blik naar fiets te kijken: Ja, het systeem van de fiets is onmiskenbaar een groot goed. En nee, dat maakt de fietser niet boven alles verheven. Er mag dus best ingegrepen worden in zijn vrijheden als dit de veiligheid van het fietsen en niet te vergeten de voetganger in het algemeen ten goede komt. Benader de fietser maar meer als de automobilist en geef de voetganger de juridische privileges die de fietser nu ten opzichte van de auto heeft.’
Eerste frontale botsingen zijn gemeld
De Vries: ‘Wij zijn dagelijks in het veld en zien wat er op straat gebeurt. Dit doen we al jaren, dus zien we ook de trends. Onze bezorgdheid is dan ook vooral gebaseerd op de ervaring die we hebben. Twee jaar besloten we aan de bel te trekken en te proberen mensen meer bewust te maken van hun gedrag op de fiets. De eerste frontale botsingen tussen fietsers met zwaar letsel zijn inmiddels al een feit. Bewustwording was een onderwerp dat we op het Nationaal Fietscongres onder de aandacht brachten, onder meer met het filmpje ‘Kijk jij uit?!’ (zie www.verkeerskunde.nl/trends2016).’
2016
We geloven niet dat één modaliteit de oplossing voor alles is. Elke modaliteit heeft zijn eigen sterktes. In het verkeersbeleid gaat het erom elk vervoermiddel op zijn sterktes in te zetten. Hierbij is het belangrijk uit te gaan van de feiten en je niet te richten op meningen en voorkeuren, zeker niet van belangengroeperingen met hun eigen agenda.
Feiten boven tafel en naar buiten brengen
Wij gaan ons nog meer sterk maken voor het boven tafel krijgen van de feiten. En we gaan meer naar buiten brengen wat we nog meer doen: (open) data visualiseren, en vaker vertellen wat we op straat zien, naast waar we ons onderzoek op richten. Onderzoek naar fietsstromen vertelt bijvoorbeeld ook heel veel over het verkeersgedrag van de fietser in het bijzonder, zeker in drukke stedelijke situaties. Al deze bijvangst verdwijnt nu in archieven terwijl er een schat aan gegevens in zit.’
Riskant
Als laatste spreekt De Vries zorg uit. Zorg over feiten. De kwaliteit van onderzoek en van onderzoeksbureaus en -stichtingen in Nederland noemt hij hoog en neemt almaar toe. De Vries: ‘Het is dan best vreemd dat de wetenschap, en vooral de gedragswetenschappen, een beetje de andere kant op lijken te gaan. We krijgen wel eens wetenschappelijk onderzoek onder ogen dat helemaal niet zo wetenschappelijk is. Neem de discussie over gratis parkeren: daar is de wens toch heel vaak de vader van de gedachte met als dieptepunt de discussie over dat stadje in Wales met die kapotte parkeerautomaten, waar een Superstore naast de deur eigenlijk het enige relevante feit is. Te vaak zien we ook dat feiten met name dienen om een eigen mening te staven in plaats van andersom. Hoe dat kan? ‘Wetenschappers richten zich vaak op één onderwerp, hebben vaak ook nog eens een emotionele binding daarbij. Dat staat een objectieve beschouwing wel eens in de weg. Dat is riskant omdat het bij uitstek de taak van de wetenschap is de objectiviteit te zoeken. Laat de belangenbehartiging maar aan andere partijen over.’
Over Trajan: Tijd en Ruimte
Wij zijn een planologisch onderzoeksbureau dat het onderzoek altijd probeert te benaderen benadert vanuit de dimensies tijd en ruimte. Een parkeerprobleem is niet zomaar een los, contextloos fenomeen maar heeft altijd te maken met een of beide dimensies. In ons onderzoek gaat het er dan om die ruimtelijke of temporele context naar boven te halen waarmee het probleem verklaard en aangepakt kan worden.
Jacob de Vries, directeur onderzoeksbureau Trajan
Reactie plaatsen •