‘Hybride-evenementen mag in het woordenboek’
Nina Veders is docent en onderzoeker aan HAN Automotive.Gevraagd naar de trends die ze afgelopen jaar ziet, stelt ze dat het lastig is om dit los te zien van wat iedereen heeft beziggehouden afgelopen jaar: covid19. “Op dit moment, eind november 2021, zijn de besmettingscijfers ongelooflijk hoog en zijn nieuwe maatregelen in aantocht. Ik zie dat we ontmoetingen op andere manieren zijn gaan waarderen. Online als het kan, want efficiënt. Op locatie als het mag, maar dan wel met een duidelijk doel waarom een ontmoeting op locatie noodzakelijk is, of als dat de ontmoeting een extra dimensie geeft.”
“De term ‘hybride-evenementen’ zou wat mij betreft in het woordenboek mogen worden opgenomen. Ontmoetingen met studenten hebben voor mij een heel andere lading gekregen en ik gebruik de spaarzame momenten dat ik mijn studenten spreek dan ook niet om ze les te geven, maar om samen met ze aan het werk te zijn.”
“Ik zie ook een sterk groeiend duurzaamheidsbewustzijn. Uiteraard is dit afhankelijk van de mensen die je spreekt, maar bijvoorbeeld elektrisch rijden is onder lease rijders ineens een heel serieuze optie geworden. Of dat uitsluitend komt door een soort collectief reflectiemoment tijdens lockdowns waardoor mensen meer duurzame keuzes maken, of dat het te maken heeft met het serieus aantal elektrische auto’s met acceptabele actieradius, is interessant om nader te onderzoeken. Met het collectieve reflectiemoment bedoel ik onder andere dat de vroegere kilometervreter, in zijn dieselauto, nu met hybride werken aanzienlijk minder kilometers reist en daardoor ineens andere alternatieven heeft zoals een EV.”
“Tegelijkertijd legt dit ook een ander maatschappelijk trend bloot, namelijk de groeiende verschillen tussen degene die de verduurzamingsstappen kunnen financieren, van elektrisch rijden tot zonnepanelen, warmtepompen of goede isolatie, kunnen financieren en de groep voor wie dit niet reëel is.”
We willen wel
“We willen wel maar in de praktijk blijkt het lastiger dan gedacht om gedrag langdurig aan te passen”, aldus Veders. “We willen best later naar het werk rijden, buiten de spits, of vaker met het openbaar vervoer reizen, maar in de praktische uitvoering blijkt het net niet allemaal te lukken. Hybride-evenementen maken de afweging ook complexer. Ik vind het wat dat betreft bijzonder om te volgen hoe dit zich tot mobiliteit zal verhouden en of we na nóg een periode van maatregelen nog meer, of juist veel minder thuis zullen werken. “
“Wat ik bij mijn studenten ben gaan zien is dat ze hun reistijd meer en meer zijn gaan zien als studietijd en dan met name voor overleggen. Het aantal online meetings waarbij studenten in auto’s zitten - met ouders achter het stuur, of in de trein een sessie bijwonen is enorm toegenomen. Die gelegenheid hadden ze tot twee jaar geleden niet. Als ze daardoor net de trein van een half uurtje later nemen en daardoor niet in de drukste treinen van de dag zitten, is dat al winst. Het is uiteraard wel zaak om op die tijdstippen de overleggen te plannen waar dit bij mogelijk is.”
ADAS en verkeersveiligheid
“Ik verwacht dat de aandacht in het mobiliteitsdomein komend jaar meer zal verschuiven naar ADAS, advanced driver assistance systems, oftwel rijhulpsystemen, en de relatie met verkeersveiligheid. De Europese verplichting voor ADAS in nieuwe personenauto’s vanaf 2022 jaar, zal - verwacht ik - de discussie rondom nut, noodzaak en werking doen oplaaien. Dat is terecht. In potentie kan deze voertuiginnovatie helpen verkeersveiligheidsstreefdoelstellingen te behalen, maar er is op het gebied van kennisoverdracht en ook qua functioneren van ADAS nog een hele wereld te winnen.”
Nut en noodzaak van verplaatsingen
“Ik hoop dat we de discussie gaan voeren over nut en noodzaak van verplaatsingen, dat we durven in te zien dat er grenzen zijn aan wat kan en aan wat moet. Daarmee bedoel ik dat we te snel en te vanzelfsprekend toch ook weer heel veel op locatie zijn gaan doen, met alle gevolgen voor de filedruk. Ik stel daarbij niet dat we helemaal geen ontmoetingen meer moeten hebben, maar de discussie over wat wel en niet noodzakelijk is zou wat mij betreft vaker en steviger gevoerd mogen worden. We zijn daar tot dusver nog te soft en terughoudend in geweest.”
Practice what you preach
“Ik blijf samen met studenten (en collega’s) overleggen over hoe onderwijs, begeleiding en dergelijke het beste in te vullen is. Ik vind dat we af moeten van de vanzelfsprekendheid dat alles op locatie moet. Ik weeg daarbij ook mijn eigen mobiliteit af tegen de baten van ontmoetingen.”
HAN Automotive Research
Reactie plaatsen •