Een bestendige toekomst heeft ander beleid nodig
Stefan Marges werkt sinds september 2017 bij Hardt Hyperloop, dat systemen ontwikkelt om treinen door een vacuümbuizenstelstel te transporteren. “Daarmee ben ik één van de eerste werknemers, in diverse rollen binnen de civiele techniek. Met name bij de realisatie van het European Hyperloop Center (EHC), de testfaciliteit voor hyperloop en aanverwante technologieën in Groningen.”
Het Rotterdamse bedrijf heeft 50 werknemers en richt zich op engineering, op routering en op de behoeftes vanuit diverse landen. “Naast het ontwikkelen van een totaal nieuwe modaliteit, gaat het om veel meer activiteiten waar Hardt meerwaarde uit weet te behalen, maar die geen onderdeel van onze core business zijn”, aldus Marges. “Neem het EHC, waar we een aparte stichting voor hebben opgezet. Daardoor zijn we in het begin betrokken bij de realisatie, maar kunnen het EHC echt een open en onafhankelijk karakter geven.”
Open ecosysteem
Het is van belang om in deze fase direct een open ecosysteem voor hyperloops op te zetten, stelt Marges. “We moeten leren van wat op het spoor is gebeurd, waar het per land kan verschillen welke trein er kan rijden, eenvoudig omdat het spoor verschilt. ”
Het hyperloop-systeem, waarbij treincapsules door een vacuümbuizenstelstel worden getransporteerd, heeft in feite drie pijlers. “Magnetische levitatie, dus zorgen dat het voertuig op zijn plek in de buis blijft. Magnetische voorstuwing, dus door middel van magneten zorgen dat het voertuig door de buis geduwd wordt. Daarnaast magnetische wissels, waarbij het voertuig kan wisselen van ‘spoor’ zonder contact met de infrastructuur. Op die manier kan er ook geen wissel ‘vastlopen’ zoals bij traditionele treinen. Het spoor zit aan de bovenkant, in het midden lopen twee sporen met aan de voertuigkant magneten die het voertuig richting spoor trekken, daarnaast zijn er nog stabilisatiesporen om het voertuig in het midden van de buis te houden. Met die sporen kunnen we het voertuig op de millimeter nauwkeurig gecentreerd houden.”
Beleid op de schop
“Waar wij tegenaanlopen, en dat geldt voor veel projecten in de publieke ruimte, is dat het voorbereidende traject om tot realisatie te komen lang duurt. Dan heb ik het niet alleen over de hyperloop, maar neem de woningbouwopgave: als we in 2030 een miljoen woningen bijgebouwd willen hebben, en heel veel andere kapitaalintensieve projecten willen realiseren, dan vraag ik me met de huidige procedures af of de doelstellingen wel haalbaar zijn. In 2025 hebben we straks de kerntechniek van een hyperloop gedemonstreerd, toch kan het dan nog wel tien jaar duren voordat het eerste tracé in Europa er ligt, als er niks verandert aan het voorbereidende traject. Daar ligt wel echt de grote kans.”
Reactie plaatsen •