ANWB-leden over mogelijkheden voor duurzame mobiliteit

Aan ANWB-leden uit het Ledenpanel ‘Denk mee met de ANWB’ hebben we een aantal stellingen voorgelegd over mogelijke investeringen voor meer duurzame mobiliteit. Men is van mening dat voorzieningen dichtbij huis bijdragen aan het gebruik van duurzaam vervoer. Voor een locatie in de buurt kiezen leden eerder voor de fiets of de benenwagen dan voor gemotoriseerd verkeer. Ook het investeren in vervoersknooppunten kan duurzame vervoerskeuzes stimuleren, indien het tijdsverlies minimaal is en het overstappen zo aangenaam mogelijk wordt gemaakt. De 'gewone’ fiets vinden ANWB-leden de beste duurzame keuze, omdat deze op eigen lichaamskracht werkt.

De ‘gewone’ fiets is de beste investering in duurzame mobiliteit

Veel ANWB-leden vinden het gebruik van de ‘gewone’ fiets duurzaam, al is dit vervoermiddel geschikt voor relatief kleine afstanden. Deze fiets veroorzaakt namelijk geen milieuvervuiling, is relatief goedkoop en gaat lang mee. De meningen zijn verdeeld over de vraag of de elektrische fiets de beste investering is in duurzame mobiliteit. Enerzijds vindt men een elektrische fiets wel een duurzaam alternatief  voor het gebruik van motorvoertuigen; je kunt er namelijk langere afstanden mee fietsen dan met de ‘gewone’ fiets. Anderzijds maakt een elektrische fiets gebruik van een accu, die geproduceerd en opgeladen moet worden. Hierdoor vindt men de elektrische fiets een minder duurzame keuze dan de ‘gewone’ fiets die op eigen lichaamskracht werkt.

“Het gebruik van een fiets is duurzaam omdat het schoon is, weinig plaats inneemt en weinig grondstoffen gebruikt. Met goed onderhoud gaat de fiets lang mee. Het fietsen is gezond.”

“Wel als het een 'normale' fiets betreft. Met een e-bike wordt het al anders, omdat het produceren en 'regelmatig' vervangen en afvoeren en het recyclen van de accu niet duurzaam is. Bovendien is een 'fiets' misschien wel duurzaam, maar niet altijd comfortabel of toereikend voor je mobiliteit. Denk aan weersomstandigheden, veiligheid op de inmiddels veel te drukke fietspaden en wegen, afstanden en tijdsduur.”

Knooppunten stimuleren duurzame vervoerskeuzes, mits minimaal tijdsverlies

Investering in knooppunten kan ertoe bijdragen dat ANWB-leden duurzamere vervoerskeuzes maken. Echter denken ANWB-leden dat dit in de praktijk niet eenvoudig zal zijn. Men kiest namelijk vaak voor de snelste vervoersoptie. Aangezien overstappen altijd tijd kost, dient het tijdsverlies minimaal te zijn door een frequent aanbod van vervoer. Vooral in niet-stedelijke gebieden verwacht men dat dit niet rendabel zal zijn. Ook zal er geïnvesteerd moeten worden in faciliteiten, zodat het wachten zo aangenaam mogelijk wordt gemaakt, bijvoorbeeld door tijdens het wachten beschermd te zijn tegen regen en wind, goede (bewaakte) parkeervoorzieningen en een ruim aanbod van zitplaatsen.

“Hoe eenvoudiger je kunt overstappen op ander vervoer, des te eerder ben je geneigd om voor het ov te kiezen. Overigens zal dit in de Randstad makkelijker te realiseren zijn dan in de buitengebieden.”

“Knooppunten werken prima in de Randstad en steden. Investeren dus. Makkelijker wisselen van vervoer vereist wel goede parkeerplaatsen voor fietsen én auto's.”

Voorzieningen dichtbij huis dragen bij aan duurzaam vervoer

ANWB-leden zijn het ermee eens dat het plaatsen van voorzieningen zoals scholen, artsen en winkels dichtbij woonwijken de noodzaak tot reizen minimaliseert. Vooral leden die in steden wonen, bevestigen dat ze de auto vaker laten staan en vooral gebruik maken van de fiets, het ov of lopen om in hun vervoersbehoeften te voorzien. Veel leden zien echter dat dit in de praktijk soms lastig te regelen is, vooral in landelijke gebieden. Men verwacht dat het daar niet rendabel is in verband met onder andere te weinig personeel en steeds hogere kwaliteitseisen.

“Ik woon nu twee jaar in een nieuwbouwwijk, maar de winkels zijn niet in de buurt. Dat mocht niet van de vereniging van winkeliers in het stadshart. Men moet daar allemaal naar toe komen, met de auto is dat ruim 20 minuten! Een gemiste kans.”

“Voorzieningen dichtbij zijn afhankelijk van de grootte van het dorp, de stad. Het moet wel haalbaar zijn en er moeten niet te kleine scholen, opvang, et cetera komen die zo de kwaliteit beïnvloeden.”