Kansen, welke kansen?
Valt er iets zinnig te zeggen over de vraag hoe onze mobiliteit er uit zal zien wanneer de coronacrisis voorbij is? Allerlei opiniemakers lijken al precies te weten hoe de wereld er uit zal zien. Zo had de Volkskrant vorige week een hele zaterdagbijlage over de wereld na Corona. Nog beter weten de experts hoe zij zouden willen dat de wereld eruit ziet. Wensdenken wordt daarbij dan als een soort wetenschappelijk inzicht gepresenteerd.
Door Wim Bot, Fietsersbond
Kansen voor een ander mobiliteitsbeleid zijn er zeker, kansen om onze steden beter in te richten, nu alles wat normaal is niet normaal meer is. We weten echter op dit moment niet hoe die kansen er precies uit zullen zien en al helemaal niet of ze ook gegrepen zullen worden. We weten niet hoe lang de crisis gaat duren, wat de maatschappelijke gevolgen precies zullen zijn en tot welke politieke bewegingen ze zullen leiden. Enige bescheidenheid kan daarom beslist geen kwaad.
Het vlliegverkeer, de grote groeimotor in de internationale mobiliteit, is zo goed als stil gevallen. De auto-industrie verkeert in zwaar weer door afnemende verkopen. De straten zijn veel leger dan anders, vooral in de spits. De medewerkers van de ANWB-fileinformatie zitten duimen te draaien. In het uitgedunde ov zitten maar weinig reizigers. Het aantal fietsers in de spits is eveneens sterk afgenomen en overdag juist toegenomen. Google rapporteert voor Nederland op basis van data-analyse 35% minder woon-werkverkeer en een afname van 68% naar stations/ov-hubs. Op de straten is volop ruimte om te spelen. De lucht is schoner dan hij heel lang is geweest en ook de geluidsoverlast is sterk afgenomen. Het aantal verkeersongevallen neemt af met de intensiteit van het verkeer.
Het lijken grotendeels positieve ontwikkelingen. Het is echter moeilijk om ze ook positief e waarderen, omdat ze plaats vinden tegen een surrealistisch decor. Het decor van steden waarin het openbare leven bijna helemaal is verdwenen, terwijl in de ziekenhuizen het personeel overuren maakt om zieke mensen zo goed als mogelijk bij te staan. Die context maakt het moeilijk om positieve gevolgen echt te laten landen in ons bewustzijn, op de manier waarop wij de crisis ervaren. Op social media zien we vooral de usual suspects die aandacht vragen voor de ruimte op straat, de schone lucht etc..
In landen als Duitsland en de VS worden tijdelijke fietsvoorzieningen aangelegd ten koste van de ruimte voor auto's. Heel positief, omdat er geen goede fietsinfrastructuur is. Er zijn ook berichten over groeiende aantallen fietsers, mede omdat mensen het ov willen mijden. In Nederland is er vanwege onze goede fietsvoorzieningen minder aanleiding en animo om tijdelijke maatregelen te nemen. Als Fietsersbond krijgen we wel meldingen dat op smallere fietspaden mensen moeilijk de norm voor social distancing kunnen toepassen. Ook voetgnagers geven aan te weinig ruimte te hebben op de trottoirs. Dat sterkt ons in de opvatting dat er bredere fietspaden dan wel meer ruimte voor de fiets en de voetganger nodig zijn. Dat is een kans voor onze lobby. Voor het hier en nu is het zinnig om te bepleiten dat fietsers ook gebruik mogen maken van de rijbaan op plekken waar de fietspaden te krap zijn. Op het moment dat het verkeer toeneemt door versoepeling van maatregelen, kan het ook nodig zijn om autoverkeer te beperken; voetgangers en fietsers kunnen zich dan veilig met inachtname van social distancing kunnen verplaatsen.
Een andere kans is het juist nu doorvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan de fietsinfrastructuur. We helpen daardoor bedrijven in een moeilijke tijd en er is nu ruimte om het goed te kunnen doen, zonder veel overlast. Haal onnodige paaltjes weg, leidt nodige paaltjes in volgens het boekje, zorg voor bermmarkering, veilige bermen en niet-rechte stoepranden. Op termijn levert dat een enorme winst voor de fietsveiligheid op.
De grootste kans op een ander mobiliteitsbeleid zien we vooral in de huidige hausse aan thuiswerken, met alle digitale hulpmiddelen die er zijn. Vooral vergaderen door videobellen en het onderwijs op afstand nemen een hoge vlucht. Behoud van een deel van het huidige thuiswerken en het vaker videobellen en college geven kan tot een grote verandering in ons verplaatsingsgedrag leiden. Files kunnen daardoor zo goed als helemaal verdwijnen - congestie verdwijnt bij een paar procent minder voertuigen - en de spitsdruk op het openbaar vervoer neemt sterk af.
Nu inzetten op deze ontwikkeling en behoud van een deel van ander gedrag betekent dat we veel minder hoeven in te zetten op grote investeringen in weg en spoor, omdat de capaciteitsvraag afneemt dan wel minder snel groeit. Het geld zullen we hard nodig hebben voor het herstel van onze publieke sector, het veerkrachtig maken van de gezondheidszorg, economisch herstel èn onderhoud van onze bestaande infra. En vanwege leefbaarheid, gezondheid en milieu is en blijft het anders inrichten van onze steden - met meer ruimte voor voetgangers en fietsers - een topprioriteit. Tijdens deze crisis herontdekken mensen het belang van sociale contacten en van hun buurt, hun directe leefomgeving. Meer dan ooit moeten we inzetten op een leefomgeving die onze kwaliteit van leven verhoogt, die onze maatschappij socialer en robuuster maakt.
Reactie plaatsen •