Telewerken, HB-matrix met ov-data en automatische voertuigen
In deze aflevering van de rubriek ‘Internationale vakliteratuur’ samenvattingen van artikelen over de effecten van telewerken, het schatten van een HB-matrix op basis van ov-data en diverse inzichten over automatische voertuigen.
Door Leonie Walta
Effecten van telewerken
In Zweden is het aantal telewerkers, mensen die regelmatig vanuit huis of een andere locatie werken, gegroeid van tien procent in 2005 tot twintig procent in 2012, en dit aantal neemt nog steeds toe. Een ‘early majority’ op basis waarvan je de werkelijke effecten van telewerken kunt waarnemen. Erik Elldér van de Universiteit van Gothenburg onderzocht met data van 2011-2016 van het Zweeds Nationaal Reisonderzoek – vergelijkbaar met Onderzoek Verplaatsingsgedrag - of telewerkers minder reisden op hun thuiswerkdagen, of ze meer van actieve modaliteiten gebruik maakten en of ze minder in de spits reisden op hun thuiswerkdagen.
Hij concludeert dat telewerkers ten opzichte van niet-telewerkers op hun thuiswerkdagen minder en kortere trips maken en minder vaak auto rijden. Mensen die maar een deel van de dag telewerken reizen juist vaker en verder, maar in het algemeen heeft telewerken in Zweden geleid tot minder dagelijkse trips. Telewerkers maken daarnaast meer gebruik van actieve modaliteiten en mijden vaker de spits.
Elldér, E. (2020), ‘Telework and daily travel: New evidence from Sweden’, Journal of Transport Geography 86.
https://doi.org/10.1016/j.jtrangeo.2020.102777
HB-matrix op basis van ov-chipkaartdata
Met de invoering van elektronisch betalen in het ov komen data beschikbaar die input kunnen zijn voor HB-matrices. Wetenschappers van de Universiteit van Lyon hebben onderzocht in hoeverre deze data hiervoor geschikt zijn door HB-matrices op basis van drie datasets voor Lyon te vergelijken: data uit een herkomst-bestemmingsonderzoek onder passagiers, uit een onderzoek naar verplaatsingsgedrag van huishoudens (een zogenoemde Household Travel Survey) en data uit een elektronisch betaalsysteem. Uit de resultaten bleek dat het mogelijk is een HB-matrix te schatten op basis van data uit een elektronisch betaalsysteem, maar dat er wel fouten in zitten waardoor het nodig is om ook andere data hierbij te betrekken, bijvoorbeeld automatische tellingen. Uit de vergelijking van de matrices bleek overigens dat het onderzoek naar verplaatsingsgedrag van huishoudens het aantal trips met ongeveer dertig procent onderschatte.
Egu, O., en Bonnel, P. (2020), ‘How comparable are origin-destination matrices estimated from automatic fare collection, origin-destination surveys and household travel survey? An empirical investigation in Lyon’, Transportation Research Part A 138, pagina 267-282.
https://doi.org/10.1016/j.tra.2020.05.021
Automatische voertuigen
Diverse artikelen in de wetenschappelijke tijdschriften behandelen vraagstukken rond de invoering van automatische voertuigen. Leidt de automatische taxi nu wel of niet tot meer congestie? Wat is de acceptatie van automatische busdiensten? En: wat is de impact van ongevallen met een automatisch voertuig? Een beknopte samenvatting van de bevindingen uit zes recente artikelen.
Congestie
1. Met een uitgebreide simulatiestudie hebben onderzoekers van de Singapore-MIT Alliance for Research and Technology de effecten van automatische taxi’s op het verkeer in Singapore voor het jaar 2030 in kaart gebracht. Hun belangrijkste bevindingen zijn dat het gebruik van automatische taxi’s waarschijnlijk groter zal zijn dan dat van gewone taxi’s, grotendeels ten koste van het ov, en dat het aantal voertuigkilometers en de congestie zullen toenemen. Er zullen dan beleidsmaatregelen nodig zijn om het reizigersaandeel van het ov in stand te houden en het effect op de congestie te verminderen.
2. Wetenschappers van de University of Massachusetts voerden een vergelijkbaar onderzoek uit op twee fictieve auto-afhankelijke steden, een met een lage dichtheid en weinig ov en een met hogere dichtheid en groter ov-gebruik. De overall effecten zijn vergelijkbaar met de Singaporese studie, maar het effect op de congestie in de stad met de hogere dichtheid is groter. De concurrentie van automatische taxi’s met het ov heeft er grotere gevolgen dan in de stad met lage dichtheid, integratie van beide modaliteiten kan dit effect mitigeren.
Acceptatie en bereidheid tot gebruik
3. Een vragenlijstonderzoek van de Michigan State University naar automatisch busvervoer in Michigan laat zien dat de helft van de huidige ov-reizigers niet bereid is hiervan gebruik te maken en dat het vooral jonge mannelijke reizigers zou trekken. Daarnaast toonden reizigers op vaste ov-lijnen meer bereidheid tot gebruik dan reizigers van vraagafhankelijk ov. Voor vraagafhankelijk vervoer waren reizigers met mobiliteitsbeperkingen veel minder bereid met een automatisch voertuig te reizen dan reizigers zonder die beperkingen.
4. In Stockholm reed in 2018 enkele maanden als proef een automatische shuttle als voor- en natransport in Kista Science City. Onderzoekers van de KTH in de Zweedse hoofdstad voerden een online vragenlijstonderzoek uit onder potentiële gebruikers van de service. Hieruit bleek dat vooral de frequentie en het comfort van invloed zijn op hun bereidheid gebruik te maken van automatisch voor/natransport.
5. Onderzoekers van de TUDelft lieten proefpersonen een testrit maken in een automatische shuttle in Berlijn-Schöneberg en legden hen een kwalitatieve en kwantitatieve vragenlijst voor over de veiligheid die zij ervoeren, de interactie met het voertuig op kruisingen en de communicatie met het voertuig – aspecten die naar verwachting van invloed zijn op de acceptatie. Het gevoel van veiligheid bleek van uiteenlopende factoren afhankelijk, zoals snelheid, het vertrouwen in technologie en het gedrag van andere weggebruikers. Verder verwachtten de deelnemers voorzichtiger te zijn met oversteken voor een automatisch voertuig, onder meer vanwege het ontbreken van oogcontact.
Ongevallen
6. Er bestaat een veiligheidsparadox rond automatische voertuigen. De belofte is dat ze bijdragen aan een betere verkeersveiligheid, maar recente ongevallen met automatische voertuigen zouden de invoering ervan vertragen omdat ze veel veiliger moeten zijn dan conventionele voertuigen om geaccepteerd te worden. Wetenschappers van de TUDelft zoomden in op deze paradox en constateerden op basis van twee keuze-experimenten dat respondenten zoals verwacht meer gewicht toekennen aan ongevallen met automatische voertuigen, maar ook dat dit extra gewicht afneemt naarmate er meer ongelukken plaatsvinden.
1: Oh, S., Seshadri, R., Lima Azevedo, C., Kumar, N., Basak, K. en Ben-Akiva, M. (2020),
Assessing the impacts of automated mobility-on-demand through agent-based simulation: A study of Singapore, Transportation Research Part A 138, pagina 367-388.
https://doi.org/10.1016/j.tra.2020.06.004
2: Oke, J.B., Prakash Akkinepally, A., Chen, S., Xie, Y., Aboutaleb, Y.M., Lima Azevedo, C., Zegras, P.C., Ferreira, J. en Ben-Akiva, M. (2020), ‘Evaluating the systemic effects of automated mobility-on-demand services via large-scale agent-based simulation of auto-dependent prototype cities’, Transportation Research Part A 140, pagina 98-126.
https://doi.org/10.1016/j.tra.2020.06.013
3: Kassens-Noor, E., Kotval-Karamchandani, Z. en Cai, M. (2020), ‘Willingness to ride and perceptions of autonomous public transit’, Transportation Research Part A 138, pagina 92-104.
https://doi.org/10.1016/j.tra.2020.05.010
4: Chee, P.N.E., Susilo, Y.O. en Wong, Y.D. (2020), ‘Determinants of intention-to-use first-/last-mile automated bus service’, Transportation Research Part A 139, pagina 350-375.
https://doi.org/10.1016/j.tra.2020.06.001
5: Nordhoff, S., Stapel, J., Van Arem, B., en Happee, R. (2020), ‘Passenger opinions of the perceived safety and interaction with automated shuttles: A test ride study with ‘hidden’ safety steward’, Transportation Research Part A 138, pagina 508-524.
https://doi.org/10.1016/j.tra.2020.05.009
6: Huang, B., Van Cranenburgh, S. en Chorus, C.G. (2020), ‘Death by automation: Differences in weighting of fatalities caused by automated and conventional vehicles’, European Journal of Transport and Infrastructure Research 20-3.
https://doi.org/10.18757/ejtir.2020.20.3.4515
Selectie uit vijf journals
Voor deze serie wordt een selectie gemaakt uit artikelen gepubliceerd in recente uitgaven van de wetenschappelijke journals Transportation Research A, Transport Policy, Transport Geography en Transport Reviews. Voor deze aflevering is daar European Journal of Transport and Infrastructure aan toegevoegd. Links naar de artikelen staan op www.verkeerskunde.nl/vakkennis. Sommige artikelen zijn niet open access. Ze zijn wel in te zien of te downloaden op de locaties van de meeste universiteitsbibliotheken.
Reactie plaatsen •