SWOV:'We moeten blijven leren van ongevallen, anders schatten we nieuwe risico’s nooit goed in'
Verkeersveiligheidsbeleid op basis van ongevallenanalyses, maakt plaats voor proactief, risicogestuurd verkeersveiligheidsbeleid met als einddoel: nul verkeersslachtoffers. Dit nieuwe denken en handelen is het kernpunt van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid en krijgt steeds meer voet aan de grond. Maar we moeten ‘het oude’ ook blijven doen, waarschuwt SWOV-directeur Peter van der Knaap: “Reactief leren van ongevallen blijft nodig om van te leren, ook bij een proactief, risicogestuurd beleid. Ondertussen blijft de verkeersonveiligheid groot. Veel te groot, vindt van der Knaap.
Tekst Nettie Bakker
‘Ongevallen voorkomen, letsel beperken, levens redden’. Dit staat bij SWOV letterlijk op de muren, zegt Van der Knaap. “Dit is onze missie en hier dragen we waar mogelijk aan bij.” Het gaat enerzijds weer beter met de aanpak van verkeersonveiligheid. Het onderwerp lijkt weer hoog op de beleidsagenda’s te staan, maar de ongevallencijfers liegen niet: ze stijgen en het sterk veranderende verkeer zal nieuwe verkeersveiligheidsrisico’s met zich meebrengen. Risicogestuurd handelen is het devies, “Voorkomen is beter dan genezen en we weten veel over de inherente risico’s van het wegverkeer, maar laten we nooit vergeten dat we moeten blijven leren van ongevallen. Zeker van nieuwe ongevallen veroorzaakt door afleiding en door nieuwe vormen van mobiliteit”, benadrukt Van der Knaap.
Het actuele Strategisch Plan Verkeersveiligheid, SPV, schrijft een regionale risicoanalyse voor, gevolgd door een uitvoeringsplan. “Wij hebben 24 verkeersveiligheidsregios’(provincies, vervoerregio’s en ROV’s) onlangs gevraagd hoe zij vorderen met het maken van risicoanalyses.” De meeste hebben de risicoanalyses inmiddels gemaakt, een deel is er nog mee bezig. Uit de eerste analyses komt al een duidelijke top vier van risico’s naar voren. Van der Knaap noemt: kwetsbare oudere fietsers, afleiding, snelheid en met name ook fietsinfrastructuur. “Andere risico’s die opvallen zijn die van alcohol en drugs. En er zijn regiospecifieke risico’s, zoals landbouwverkeer, wat inderdaad om extra aandacht vraagt.”
Enquête
“Naast de regionale risicoanalyses willen we ook meer weten over de verkeersveiligheidsaanpak op lokaal niveau”, vervolgt Van der Knaap: “Hebben gemeenten voldoende capaciteit voor verkeersveiligheid? Is er voldoende kennis over de verkeersveiligheid in de eigen gemeente en over een goede aanpak? Daar bestaat nog maar weinig zicht op en we hebben ook wel enige zorg, eerlijk gezegd. Werkt de decentralisatie in het sociale domein niet negatief uit op het verkeersveiligheidsbeleid van gemeenten, is er niet te weinig geld? Wordt het thema er niet verdrongen door andere prioriteiten? Het hoogste aantal verkeersslachtoffers valt op gemeentelijke wegen, dus zonder een goede aanpak vanuit gemeenten zullen we onze doelen als land nooit halen.”
Om hier meer inzicht in te krijgen heeft SWOV eind november een online enquête gelanceerd voor gemeenten. “Deze vragenlijst dient onder meer als spiegel. We vragen bijvoorbeeld: weet u of uw 30 km-zones volgens de richtlijnen zijn ingericht? Of weet u hoeveel dodelijke slachtoffers er zijn gevallen binnen uw gemeente? Maar ook: hoeveel tijd kunt u besteden aan verkeersveiligheid en hoeveel kennis heeft u daarvoor in huis?”
Vooruitlopend op de resultaten zegt van der Knaap: ”De enquête kan negatief uitvallen, dan weten we zeker dat we een probleem hebben. Maar valt het positief uit, dan kunnen we ons op andere dingen richten. De enquête loopt nog zeker tot eind januari We verwachten rondde zomer te kunnen rapporteren. .”
Kijkend naar de toekomst ziet Van der Knaap dat een risicogestuurd en proactief beleid in veel regio’s en ook al in de grotere steden al min of meer gemeengoed wordt. Maar ook deze nieuwe aanpak moet je blijvend monitoren: hoe werkt het uit? Stel de geautomatiseerde snelheidsaanpassing, ISA, wordt ingevoerd en je ziet dalende ongevallencijfers, dan wil je wel weten of die cijfers ook inderdaad aan ISA zijn gerelateerd. En mogelijk ontstaat er weer een ander soort ongevallen doordat mensen er teveel op gaan vertrouwen.”
Verkeersveiligheid minder afhankelijk maken van gedrag
Naast blijven leren, noemt Van der Knaap het volgende aandachtspunt. “We hebben erg veel focus op gedrag en dat is terecht, maar laten we niet vergeten dat de inrichting van de weg en het verkeerssysteem in zijn geheel de krachtigste gedragsbeïnvloeder is. We moeten de snelheid en andere risico’s eruit organiseren en verkeersveiligheid minder afhankelijk maken van gedrag: mensen maken nu eenmaal fouten, bewust of onbewust.”
Structurele samenwerking met CROW, markt en onderwijs
We komen op de nationale verkeersveiligheidsoverlegstructuur. “Die is op dit moment goed georganiseerd”, zegt van der Knaap, “We hebben in de Verkeersveiligheidscoalitie alle overheden, belangengroepen, marktpartijen en kennisinstituten aan tafel, soms zelfs letterlijk tijdens het jaarlijkse Verkeersveiligheidsdiner bij de ANWB. NL-ingenieurs, IPO en SWOV zijn daar ooit mee begonnen trouwens. Een goed signaal is dat de minister van IenW dit jaar zelf aanschoof en ook sprak. De kracht van deze alliantie is dat we ieder voor onszelf kijken: Wat kan ík doen. Zo kijkt de telecomsector bijvoorbeeld naar mogelijkheden om afleiding te verminderen.”
“Vanuit SWOV dragen we op twee manieren bij aan verkeersveiligheid”, vervolgt Van der Knaap. “We zorgen voor nieuwe kennis en maken die ook actief beschikbaar. Om dit laatste nog beter te doen, werken we sinds april in het kader van het Kennisnetwerk SPV samen met het CROW aan het breed toegankelijk maken van kennis en instrumenten, zodat decentrale overheden daadwerkelijk aan de slag kunnen met de risicogestuurde aanpak.
Draagt het bij aan de doelen SPV?
Ten slotte noemt Van der Knaap de trends die een rol spelen in de nabije toekomst. Als eerste de demografie. “Het aantal ouderen neemt nog verder toe, die ontwikkeling gaat door. Ook afleiding blijft een punt van aandacht. Naast de mobiele telefoon, komt de auto ook vol te hangen met andere schermen en toepassingen. Mensen gaan ook steeds meer vertrouwen op rijhulpsystemen, ADAS, gaat dat goed? De Onderzoeksraad voor Veiligheid stelt die vraag nu ook. En terecht! Ook blijft handhaving een serieus punt van aandacht. En er is een diversiteit aan vervoermiddelen op komst. Hoe verkeersveilig zijn die en welke effecten hebben ze in relatie tot ander verkeer? Kijk dus kritisch naar wat je toelaat. Draagt het bij aan de doelen van het SPV? Dát zou in alle gevallen steeds het criterium moeten zijn. Mijn stelling is daarbij dat je ver kunt komen richting nul verkeersslachtoffers, als je maar bereid bent effectieve maatregelen te nemen.”
Peter van der Knaap, directeur SWOV
Reactie plaatsen •