‘Sleutel ligt bij dialoog met stedelijke overheden’
Hans Koemeester, Raad van Bestuur Siemens: ‘We praten over een integraal mobiliteitsplan’
Als je slimme mobiliteit, slimme gebouwentechnologie en slimme energienetwerken, integraal ontwikkelt, aanbiedt en toepast, dan kom je samen tot een schone, leefbare wereld, waarin je je goed kunt bewegen. Vertaal je dit in het Engels, dan lees je in een notendop de nieuwe Siemens-strategie. Om deze leidraad wereldwijd in daden om te zetten heeft Siemens een interdisciplinaire unit ingericht voor 80.000 medewerkers.
Hans Koemeester, lid van de Raad van bestuur van Siemens vertelt graag over de nieuwe strategische visie op verkeer en vervoer die moet leiden naar ‘sustainable cities’. De nieuwe visie is aangepast aan de grote megatrends die we zien, waaronder: globalisering, klimaatverandering en een focus op grootstedelijke gebieden. ‘In Nederland is dat de Randstad en daar zien wij Eindhoven en Arnhem-Nijmegen al naadloos op aansluiten.’
Siemens heeft de eigen organisatie aangepast aan het uitdragen en uitvoeren van de nieuwe visie. Koemeester: ‘We richten daarvoor een nieuwe unit ‘Infrastructure and Cities’ in voor 80.000 mensen. Zij gaan integraal werken aan: smart mobility, smart building (gebouwen veroorzaken 40 procent van de CO2-uitstoot) en smart grid (het energienetwerk moet klaar zijn voor het decentraal en mobiel in- en uitkoppelen van toekomstige nieuwe elektrische voertuigen en toepassingen en kunnen putten uit duurzame energiebronnen).’ Koemeester: ‘Het eindbeeld bereik je alleen door integrale verhoudingen tussen die drie thema’s en daarom willen we dit in één sector samenvoegen. Het eindbeeld dat we met deze strategie voor ogen hebben is: een schone en leefbare wereld waarin je je goed kunt bewegen.’
‘Het klinkt misschien niet zo anders’, zegt Koemeester, ‘maar het betekent dat we ons compleet anders opstellen dan in de jaren hiervoor. We zoeken nu een dialoog met gemeenten en andere overheden. Vroeger gingen we voornamelijk vertellen wat onze producten aan oplossingen konden bieden, nu willen we samen praten en nadenken over oplossingen. De tijd van de standaardoplossingen is overigens ook voorbij. De grootstedelijke gebieden, zo blijkt uit eigen internationaal onderzoek, hebben elk hun eigen karakteristiek en problematiek. Dat geldt ook voor de Randstad.’
‘Het nieuwe concept en de dialoog met de stedelijke overheden steken we ook anders in, namelijk op het niveau van burgemeester en wethouders. Daar ligt de sleutel. Als daar draagvlak is dan volgt er vanzelf een interdisciplinair team. Overigens geeft de minister zelf een goed voorbeeld met haar Beter Benutten-plannen, door bestuurlijke overleggen in te stellen waarin het rijk, de stad en het bedrijfsleven bijeenkomen. Deze trend is enorm in beweging. Op deze integrale manier zijn we overigens al bij meerdere grote projecten betrokken met onze verkeerstechnologie zoals bij de tweede Coentunnel en bij de overkapping op de A2. Daarnaast kunnen we met de levering van de nieuwe generaties trams voor de HTM in Den Haag een wezenlijke bijdrage leveren aan het optimaliseren van reizigersvervoer.’
‘Wat wij verder als trend zien is dat er heel veel innovaties zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor in-cartechnologie, wegkantsystemen en sensoren. Probleem is dat veel nog niet optimaal functioneert of nog onvoldoende is geïmplementeerd. Om dat te bespoedigen zijn standaarden nodig, nog los van het feit dat je protocollen moet afspreken. Systemen moeten met elkaar kunnen communiceren. Het slim combineren van bestaande technologieën door met elkaar te praten over implementatie en toepassen, en hoe we het met elkaar organiseren, daar moet wat ons betreft de focus op liggen. Als we dat doen, en samen in staat zijn om in stappen bij de implementatie van technologie te komen, dan voorzie ik dat we na 2025 zelfs tot een doelstelling van nul verkeersdoden moeten kunnen komen.’
'Waar we ten slotte in Nederland naar toe moeten is de opzet van een integraal mobiliteitsplan. Anders gezegd: waar willen we met elkaar in 2040 staan als het gaat om infrastructuur. Als dat plan er is, kunnen we onze onderliggende beslissingen hieraan relateren. Die dialoog vanuit het ministerie van IenM met de industrie komt op dit punt duidelijk op gang. Uiteindelijk zou je daarmee kunnen uitkomen op intermodale knooppunten waar reizigers, gevoed met de juiste actuele reisinformatie, naadloos de overstap kunnen maken tussen vervoersmodaliteiten.'
Auteur: Joske van Lith
Hans Koemeester, Siemens
Reactie plaatsen •