Min IenW: ‘Voor MaaS wordt 2020 het jaar van de waarheid’

Dankzij de digitalisering en het toenemend belang van duurzaamheid, neemt nieuwe mobiliteit een vlucht. Dat vertelt Eric Mink, programmamanager MaaS bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. ”We gaan in 2020 eindelijk starten met de nationale MaaS-pilots. Het wordt het jaar van de waarheid.”

Tekst Guus Puylaert

Mink ziet dat de hele maatschappij steeds meer serviceverlenend wordt. Dat zie je aan maaltijdservices bijvoorbeeld, zegt Mink, die men vanaf het scherm kan bestellen. Niet zo gek dus, dat we die kant ook opgaan met mobiliteit: mobiliteit als een service dus. 

Zeven nationale MaaS-pilots
Met de voorbereidingen van de zeven landelijke opschaalbare MaaS-pilots startte het ministerie begin 2017. Na een marktconsultatie werden eind 2018 24 consortia geselecteerd, die zich konden inschrijven op de pilots in zeven regio’s: Limburg, Utrecht (Leidsche Rijn, Vleuten en De Meern), Amsterdam, Rotterdam-Den Haag (inclusief Rotterdam The Hague Airport), Eindhoven, Groningen-Drenthe en Twente.

Nu, 2.5 jaar later, zijn de gunningen in vijf van de zeven pilots gedaan, is Mink trots: alleen Twente en Groningen-Drenthe moeten nog starten. “Maar in Twente loopt het aanbestedingsproces al. In Groningen-Drenthe moet de consultatie nog starten, maar dat zal begin 2020 ook wel gebeuren.” 

Voor het programma waarvoor Mink al bijna drie jaar de kartrekker is bij het ministerie, wordt 2020 dus het absolute jaar van de waarheid. “We praten niet langer over MaaS, maar gaan het toepassen. We gaan ervaren hoe Mobility as a Service het reisgedrag van de consument zal beïnvloeden. Zo kunnen we een indicatie krijgen hoe we slimmer en duurzamer kunnen reizen.” 

Prioriteiten
Om dat voor elkaar te krijgen, zijn er vier prioriteiten gedefinieerd. “De eerste prio is om het gebruik van MaaS aan te zwengelen. De tweede is om inzicht in het reisgedrag van de gebruiker te krijgen. De derde prioriteit heeft het om gedragsverandering te bewerkstelligen, waarna we ten vierde inzichten kunnen krijgen om nieuw beleid te maken.” 

Reisgedrag beïnvloeden
Mink hoopt op 100.000 of meer gebruikers van de diverse MaaS-apps in 2020. Om vervolgens mee te kunnen doorontwikkelen. “Dankzij de geanonimiseerde data die we zullen binnenkrijgen en analyseren, kunnen we leren hoe we mensen anders gaan reizen dankzij MaaS. Hoe gaan mensen hun reisgedrag aanpassen aan files? Hoeveel mensen wisselen de auto in voor het ov? Op basis daarvan kunnen we als rijk en regio meer inzicht in beleidsvragen krijgen, bijvoorbeeld over afvlakken van de piekspits in het ov, parkeernormen verlagen en binnensteden anders inrichten.” 

En dat heeft ook zijn weerslag op de woningbouwopgave. Of dat we het aantal reizen beter kunnen spreiden, bepalen waar en wanneer er behoefte is aan deelvervoer en misschien zelfs wel een deel van de files kunnen oplossen” 

Killerapp
En zo gaan we stap voor stap naar een schonere en veiligere wereld, daar gelooft Mink heilig in. “Noem me een believer, maar ik geloof écht dat het gaat werken. We moeten ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen de verschillende apps gaan gebruiken. Uiteindelijk moeten er killerapps komen, die de mensen in hun harten gaan sluiten.” 

Of er al zo’n killerapp tussen de verschillende aanbieders in de verschillende regio’s zit? Dat durft Mink nog niet te zeggen. “Ik kan vanuit mijn ivoren toren niet voorspellen wat de reiziger gaat kiezen: wil hij de mooist vormgegeven app, of juist de beste kortingen? En kiest men voor het breedste aanbod van vervoer, of voor de meeste luxe? Daarop zullen die apps gaan concurreren. En de ene zet meer in op duurzaamheid, terwijl de ander meer focust op grensoverschrijdend vervoer. Laat ze concurreren en data met ons delen. Dan kunnen we samen als rijk, regio, vervoerders en MaaS-dienstverleners  het systeem optimaliseren.” 

Nieuw beleid maken
Met als uiteindelijke doel dus om nieuw beleid te kunnen maken. “Rond mobiliteit is van alles aan het veranderen. Dat gaan de mensen merken. Als ministerie moeten we de vinger aan de pols houden, om te zien wat werkt en wat niet. We willen de positieve effecten van MaaS beter benutten en de negatieve in toom houden. Daar is waarschijnlijk nieuw beleid voor nodig. De wereld verandert, het is fantastisch om daar onderdeel van uit te maken.”