In wat voor land we willen leven, is een emotioneel onderwerp
De NOVI geeft richting aan toekomstige investeringen. Welke keuze zou ANWB-hoofddirecteur Frits van Bruggen daarin willen maken? “Meer geld voor knelpunten, zodat we naar een betaalbaar, bestendig en duurzaam mobiliteitsaanbod komen voor iedere Nederlander. Daarbij hoort voldoende budget voor verkeersveiligheid. En we zouden de ambities van de Ecologische Hoofdstructuur en Groen in en om de Stad in ere willen herstellen. We weten dat mensen een gezonde leefomgeving en een robuuste natuur ontzettend belangrijk vinden, terwijl we er naar verhouding maar een stuiver om geven.”
Door Nettie Bakker
Ook de ANWB speelt een rol in de ontwikkelingen rond de NOVI. Een gesprek met hoofddirecteur Frits van Bruggen over de bijdrage aan en visie op de NOVI. Van Bruggen: “We zijn in de gelegenheid gesteld om op verschillende niveaus mee te denken over de NOVI. We hebben bijvoorbeeld deelgenomen aan de ontwerpateliers, inbreng geleverd voor de Tweede Kamer en uiteraard een zienswijze ingediend. Complimenten aan het NOVI-team dat de opdracht kreeg een complex document af te leveren en dus ook moest zorgen voor een complexe procesarchitectuur waarin iedereen zich gehoord voelde.
Naast het consultatieproces rondom de NOVI hebben we in coalitie met andere maatschappelijke partners visies aangeboden op mobiliteit en verkeersveiligheid die we ook als input beschouwen. Ook dat zijn brede en integrale visies met concrete voorstellen om bijvoorbeeld het mobiliteitsgedrag van Nederlanders te veranderen. Ons inziens sluiten deze visies goed aan op de filosofie van de NOVI.”
Wat zijn de grootste kansen van de NOVI en daarna van de wet?
“Het belangrijkste is dat de NOVI prioriteiten definieert, met een kwalitatief afwegingskader. Dat schept als het goed is voor de langere termijn richting en helderheid. Daaraan is behoefte omdat er veel onzekerheid is onder mensen hoe ons land het beste kan inspelen op uitdagingen die op mondiaal niveau op ons afkomen. Zaken als klimaatverandering en energietransitie vinden onze leden bijzonder belangrijke opgaven, maar geven mensen toch het gevoel dat de dingen ons overkomen en dat we er niet een coherent en gedragen antwoord op hebben. Dat heeft bepaalde gevolgen - zie de versnippering in het politieke landschap – die op hun beurt de besliskracht van ons bestel weer ondermijnen. Ik hoop dus dat de NOVI ook weer het vertrouwen in de politiek helpt terugbrengen. Dat zijn misschien grote woorden voor een ruimtelijk plan, maar vergis je niet: het gaat wel om de vraag in wat voor land we willen leven. Hoe de leefomgeving van de mensen er gaat uitzien, welke mogelijkheden die omgeving hen biedt. Dat is een emotioneel onderwerp.”
Wat zijn de aandachtspunten om die kansen ook werkelijk te realiseren?
“Aansluitend op wat ik zonet heb gezegd, moeten we voorkomen dat door de complexiteit van de transitiedoelstellingen en de ongetwijfeld moeizame governance ervan, wordt voorbijgegaan aan de stem van de bewoners. Het moet geen proces worden voor bestuurlijke fijnproevers die komen met maatregelen die mensen niet begrijpen. Je ziet ook dat er bij onze leden terecht enige scepsis heerst: als de doelen te abstract en ambitieus zijn, verwacht men dat de impact gering zal zijn. Voor het Rijk en de decentrale overheden ligt dus de opgave om de opgaven en keuzes zo concreet mogelijk te maken. Om het dan toch even bestuurlijk te zeggen: binnen de NOVI en wat ik heb gezien van het uitvoeringsprogramma is het mij niet duidelijk geworden op welk bestuurlijk niveau de integratie van alle belangen plaatsvindt. Is het de gemeente, de provincie, de regio? En heeft het Rijk doorzettingsmacht bij landelijke opgaven die provincies bijvoorbeeld minder belangrijk vinden? Er moeten antwoorden komen op dit soort vragen, je moet een strategie hebben voordat je burgers gaat betrekken in een gebiedsproces.”
Wat draagt de ANWB zelf bij aan de kern van de wet: integraliteit, samenwerken?
“Eigenlijk zeg ik dan hetzelfde als wat ik eerder zei: de ANWB speelt altijd een belangrijke rol als verbinder, bruggenbouwer tussen een groot aantal maatschappelijke organisaties met zeer uiteenlopende belangen. Ik heb de Mobiliteitsalliantie en de Verkeersveiligheidscoalitie al genoemd. Dat is dan ook onze bijdrage: zorgen dat in de uitvoering van de NOVI de overheid handreikingen en draagvlak krijgt voor concrete oplossingen.”
Aan welke top drie van onderwerpen zou meer geld kunnen worden besteed, mede als gevolg van gebundelde budgetten?
“Die vraag is makkelijk te beantwoorden: er moet meer geld naar het oplossen van de knelpunten in onze mobiliteit, zodat we naar een betaalbaar, bestendig en duurzaam mobiliteitsaanbod komen voor iedere Nederlander. Daarbij hoort, ten tweede, voldoende budget voor verkeersveiligheid. We hebben ons met de overheid ten doel gesteld te streven naar 0 doden in het verkeer. Dat is op zich natuurlijk niet haalbaar, maar het streven vind ik belangrijk omdat we dan komen tot echte oplossingen. Vooral nu we zien dat het aantal doden en gewonden weer stijgt. Dat is onacceptabel. En ten derde wil ik dat Rijk en decentrale overheden de oude ambities van de Ecologische Hoofdstructuur en Groen in en om de Stad weer in ere herstellen. We weten dat mensen een gezonde leefomgeving en een robuuste natuur ontzettend belangrijk vinden, terwijl we er naar verhouding maar een stuiver om geven.”
Harde keuzes
Van Bruggen besluit: “We hebben een aantal schokken meegemaakt: de economisch crisis die begon in 2008, de stikstofcrisis en nu de coronacrisis. En we hebben te maken met een aantal sluimerende crises die ook benoemd worden in de NOVI, zoals krimp en bodemdaling. Er moeten dus op onverwachte momenten harde keuzes worden gemaakt. Dat maakt het advies van de Commissie Remkes ook duidelijk: ‘Niet alles kan’. Is het volledig integraal realiseren van doelen in goede tijden al moeilijk, wanneer het tegenzit is het bijkans onmogelijk. Ik denk dat we daar in een NOVI-2 nog een antwoord op moeten vinden.”
Frits van Bruggen, hoofddirecteur van de ANWB
Reactie plaatsen •