‘Houd rekening met de bereikbaarheidsbehoefte van verschillende groepen’
“Vervoersarmoede verwijst naar een situatie waarin ontoereikende vervoersmogelijkheden de deelname van mensen aan de samenleving belemmert”, vertelt Jeroen Bastiaanssen, mobiliteitsonderzoeker bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en gepromoveerd op het onderwerp ‘vervoersarmoede’. “Dat kan grote sociale en economische gevolgen hebben voor mensen. Zoals dat men werkloos blijft, niet de gewenste studie kiest, zorg misloopt of dat sociale contacten verdwijnen.”
Bastiaansen hield zich eerder in zijn masterscriptie bezig met de vraag of laaggeschoolde werkzoekenden in Rotterdam-Zuid hun werk konden bereiken of ze wel naar sollicitatiegesprekken konden gaan. “Dit betrof een kwalitatieve studie, in lijn met vervoersarmoedestudies, gebaseerd op interviews met werklozen uit de wijk. Hieruit kwam het gebrek aan een eigen auto en een grote OV-afhankelijkheid naar voren, wat de toegang tot laaggeschoold werk op bedrijventerreinen in de stadsranden en op snelweglocaties beperkt en het ook lastiger maakt om je baan te behouden.”
“Neem het voorbeeld van een arbeider die in het weekend werkt, of in ploegendienst, bijvoorbeeld in het havengebied. Zolang je tijdens kantoortijden werkt, of in het centrum, zijn verplaatsingen prima te doen met openbaar vervoer, maar zodra je daar buiten valt, wordt het lastiger. Het gaat hier om een groep die niet hetzelfde type vervoersbewegingen heeft als het gemiddelde, zowel qua tijd als qua vervoersrichting. Mijn onderzoek heeft dat ook politiek gelukkig wel meer op de kaart gezet.”
“In mijn promotieonderzoek heb ik de vraag omgedraaid”, vervolgt Bastiaanssen. “Veel studies onderzoeken of mensen vervoersarmoede ervaren. Je kunt ook onderzoeken wat de gevolgen zijn van betere bereikbaarheid van banen of van betere toegang tot (auto)mobiliteit. Als je meer arbeidsplaatsen kunt bereiken, vergroot dat dan je kans op werk? Mijn onderzoek in Engeland en Nederland laat zien dat toegang tot vervoer en een betere bereikbaarheid van banen de kans op werk vergroot. Vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt, zoals bij mensen met lage inkomens, jongeren en mensen zonder eigen vervoer. Die groepen zijn immers vaker werkloos en beschikken minder vaak over eigen vervoer.”
“Hoe meer je omgeving is ingericht op autobezit, hoe belangrijker toegang tot een auto is om deel te kunnen nemen aan de samenleving. Dat is een van de belangrijkste lessen uit de vervoersarmoedestudies, nationaal en internationaal. Het openbaar vervoer is belangrijk om vervoersarmoede tegen te gaan, maar dan gaat het wel om de juiste verbindingen. Heel vaak gaat de discussie over snelle railverbindingen tussen steden, maar het nationale vervoersnetwerk is al redelijk compleet. Het punt zit hem in de ontbrekende schakels op lokaal niveau. Snelle treinverbindingen tussen steden, daar help je mensen met risico op vervoersarmoede niet mee. “
“Houd in het beleid rekening met de bereikbaarheidsbehoeften van verschillende groepen mensen: waar wonen bepaalde doelgroepen, waar moeten ze naartoe? Biedt het vervoerssysteem die noodzakelijke verbindingen? Dat klinkt simpel, maar we beoordelen het vervoersysteem nu vooral op verkeersdoorstroming. Een minuut meer of minder geeft alleen geen indicatie of werkzoekenden vanuit Rotterdam-Zuid passend werk of voorzieningen kunnen bereiken.”
Reactie plaatsen •