EZ Park: ´We sluiten volledig aan op de circulaire wensen van de toekomst´

EZ Park bouwt sinds 2010 bovengrondse parkeergarages, die zowel demontabel als flexibel zijn. “We pakken parkeergarages op en verplaatsen ze naar een nieuwe locatie. Circulairder kan het bijna niet”, zo zeggen Frank Egelmeers en Harm Schraven. “We sluiten daarmee volledig aan op de circulaire wensen van de toekomst.” 

Tekst Jan Willem Kerssies

Circulariteit wordt hét thema van 2020, zo stelt Schraven. “Je merkt dat er vanuit de opdrachtgever steeds vaker de vraag komt om circulair en demontabel te bouwen. Dat wordt steeds meer een harde eis. Niet alleen dat gevels gemakkelijk te vervangen zijn, maar ook dat een gebouw een andere invulling krijgt als de situatie daar om vraagt.” Schraven komt met het voorbeeld van een school in een klein dorp. “Op een gegeven moment zal de situatie ontstaan dat er te weinig kinderen zijn om de school open te houden. Dan moet de school eenvoudig om te bouwen zijn naar een woonvoorziening voor ouderen”, aldus Schraven.  
 

EZ Park, dat bestaat sinds 2010, bouwt bovengrondse parkeergarages, die volledig demontabel en dus heel flexibel zijn. Derhalve zijn de gebouwen gemakkelijk in- én uitbreidbaar. In 2010 begon EZ Park met een parkeergarage van 500 plaatsen die eerst bij het Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein stond. “Deze is toen verplaatst naar het Klokgebouw op Strijp-S in Eindhoven. Inmiddels zijn we op zoek naar een derde locatie voor deze garage!”, vertelt Egelmeers. “We sluiten daarmee aan op de circulaire wensen van de toekomst”, vult Schraven aan.  
 
Mobiliteitshub 
Bij EZ Park merken ze dat er steeds meer onderzoek wordt gedaan naar de haalbaarheid van mobiliteitshubs. “We krijgen hier steeds meer vragen over. Ontwikkelaars doen steeds vaker studies en vragen ons of we daarbij kunnen helpen”, zegt Schraven. “Je merkt dat ruimte steeds schaarser wordt en dat parkeren niet meer alleen op maaiveldniveau kan plaatsvinden. De beperkte ruimte wordt verdeeld tussen gebouwen, waarbij de auto geparkeerd moet worden in een garage”, voegt Egelmeers daaraan toe. Een goed voorbeeld van een centrale parkeergelegenheid voor de wijk is het Eindhovense gebied Strijp-S. Op het voormalige fabriekscomplex van Philips in Eindhoven ontstaat een proefwijk voor slimme technologie die de kwaliteit van leven ook voor komende generaties kan verbeteren. “Eerder mocht je daar aan de straat parkeren, nu kan dat in een garage die qua vormgeving aansluit op de wooncomplexen”, aldus Egelmeers. Hierdoor ontstaat er veel meer ruimte voor groen in de wijk. 
 

Jumbo 
EZ Park is momenteel druk bezig om de bouw van de parkeergarage bij het nieuwe distributiecentrum van Jumbo in Nieuwegein af te ronden. Deze parkeergarage met 1277 parkeerplaatsen en 29 motorparkeerplaatsen wordt eind dit jaar opgeleverd. Met een verdiepingshoogte van 4 meter is rekening gehouden om in de toekomst de begane grond te gebruiken als een parkeervoorziening voor 160 distributiebussen. De parkeergarage is met een passerelle verbonden met het distributiecentrum, zodat werknemers en bezoekers de oversteek droog kunnen maken.

Statussymbool
Egelmeers merkt dat de jongere generatie minder belang hecht aan het hebben van spullen. “Een mooie auto voor de deur gaf een bepaalde vorm van status. De jongeren van nu vinden het prima om de auto in een garage te parkeren”, zo stelt Egelmeers. Hij merkt dat de markt voor parkeergarages groeiende is. “Dat komt mede omdat gemeenten het verkeer in de stad willen matigen. Er komen steeds meer parkeergarages aan de rand van de stad. Vanuit die locaties kunnen mensen verder reizen met het openbaar vervoer. We zijn momenteel met een aantal P+R gecombineerd met woongebouwen bezig.” 

Zijn collega Schraven ziet nog een andere trend ontstaan. “De trek naar de provincie. Huizen in de stad zijn duur en leven in ongezonde lucht zorgt er voor dat mensen willen verhuizen. De krimp die in bepaalde gebieden is ingezet, wordt hierdoor teruggedrongen.” Als mensen dan wel benedensteden willen blijven bereiken ontstaat meer behoefte aan P + R-locaties. Daarnaast verwacht Schraven dat de ontwikkeling van zelfrijdend vervoer de komende 10 jaar nog niet zo’n vaart zal lopen. “Wel verwacht ik dat er meer alternatieven komen voor het vervangen van fossiele brandstoffen dan alleen elektriciteit, bijvoorbeeld waterstof kan wel eens een belangrijker rol gaan spelen de komende jaren.”