Het Openbaar Ministerie (OM) vervolgt twee bedrijven die verantwoordelijk zijn voor de productie en de verkoop van de Stint en twee leidinggevenden van deze bedrijven voor het plegen van meerdere strafbare feiten. Het OM neemt deze beslissing na het onderzoek dat gestart werd na het fatale Stint-ongeluk eind 2018, waarbij vier jonge kinderen overleden.
Stint in vizier van OM
Foto: Shutterstock
Tijdlijn Stint
Op 20 september 2018 raakte een Stint van een kinderdagverblijf betrokken bij een aanrijding met een trein. De Stint botste daarbij op een trein. Bij het ongeval overleden vier kinderen, de begeleidster en een ander kind raakten zwaargewond.
Snel daarna werden alle Stints van de weg gehaald. Uit het eerste voorlopige onderzoek ontstonden toen al twijfels over de technische constructie van de Stint: 'Het zou ertoe kunnen leiden dat een Stint bijvoorbeeld stilvalt of juist niet meer remt. Ook zijn er op eigen initiatief technische wijzigingen doorgevoerd aan het ontwerp van de Stints zonder deze opnieuw ter goedkeuring voor te leggen bij het ministerie van IenW. Dit kan een risico vormen voor de bestuurder, de kinderen en andere weggebruikers.'
Stint-maker Edwin Renzen noemde het besluit toen voorbarig. "Er is geen onderzoek gedaan naar het wrak. Ze gaan uit van een werkhypothese, maar dat zou geen aanleiding moeten zijn om per direct alle Stints te verbieden op de openbare weg."
Halverwege 2019 mocht de Stint weer de weg op, maar wel in aangepaste vorm. Die uiteindelijke vorm bleek de BSO-bus, die in 2020 werd toegelaten.
Vervolging door Openbaar Ministerie
Na het ongeval is een onderzoek ingesteld. Het OM komt op basis van dit onderzoek nu tot de conclusie dat de Stint een schadelijk product was, dat de verdachten wisten dat die product schadelijk was en dat ze dit hebben verzwegen. De verdachten worden ook vervolgd voor valsheid in geschrifte.
Na het ongeval in Oss kwamen werden meerdere meldingen gedaan van eerdere incidenten met Stints. Het onderzoek richtte zich op de vraag of de Stint gebreken had, of deze bekend waren bij de verdachten en wat zij hiermee hebben gedaan.
Uit het onderzoek blijkt dat betrokken wisten van diverse gebreken, maar nalieten hier afdoende actie op te ondernemen. Daardoor bleef de Stint rondrijden met kinderen, met alle risico's van dien. Het OM vindt dat de leidinggevenden de veiligheid van gebruikers van de Stint in gevaar hebben gebracht.
Kwetsbaarheden
Over de kwetsbaarheden van het product Stint is sinds het ongeluk veel gezegd en geschreven, onder meer in rapporten van onderzoekers van TNO, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en de Nederlandse Arbeidsinspectie. Alle rapporten van deze instanties zijn ook betrokken in het strafrechtelijk onderzoek. Ook andere deskundigen hebben onderzoek gedaan en concluderen dat het product onveilig was op tal van punten. Zo voldeed het niet aan de veiligheidseisen, zoals die zijn opgetekend in de Machinerichtlijn, een Europese richtlijn met veiligheidscriteria waaraan machines dienen te voldoen. Ook aan criteria die zijn vastgelegd in de zogeheten EMC-richtlijn werd niet voldaan. Uit onderzoek is gebleken dat de Stint geen degelijke remconstructie had, geen remschakelaar, een ondeugdelijke gashendel, geen opstartbeveiliging en geen aanwezigheidsdetectie.
Valsheid in geschrifte
De verdachten worden ook vervolgd voor valsheid in geschrifte. De verdenking is gebaseerd op een aantal punten. De producent diende in juli 2011 een verzoek in bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) om de Stint aan te merken als bijzondere bromfiets. In het bericht aan het ministerie werd ten onrechte gemeld dat de Stint voldeed aan de benodigde veiligheidseisen. Er werd gesteld dat de Stint het CE-markeringstraject had doorlopen, terwijl dit niet het geval was. Ook in de handleiding van de Stint werd benadrukt dat de Stint voldeed aan de veiligheidseisen van de Machinerichtlijn, net als in de zogeheten Verklaringen van overeenstemming. Daarnaast worden verdachten vervolgd voor het vervalsen van de eigen handleiding, door al deze verwijzingen kort na het ongeluk in 2018 uit de handleiding te halen en die gewijzigde versie op te sturen naar het ministerie en de ILT.
Eerder meldde RTL Nieuws dat toenmalig minister Van Nieuwenhuizen verzweeg dat de oorspronkelijke keuring van de stint in 2011 niet aan de eisen voldeed.
Lees ook de blog van Wilbert Walta: Onderzoek naar Stint-ongeval in Oss te snel gestaakt
Reactie plaatsen •