Verduurzamen gemeentelijk verkeers- en vervoerbeleid zo moeilijk niet

dinsdag 30 juni 2009
timer 10 min
Ar
Arjen Jaarsma, senior adviseur bij Balancia

Bij duurzame mobiliteit denken veel mensen aan de opkomst van elektrische voertuigen, het gebruik van niet-fossiele brandstoffen en andere maatregelen gericht op het schoner maken van ons gemotoriseerd verkeer. Duurzame mobiliteit wordt vaak geassocieerd met innovatie, technische kennis en grote investeringen. Mede daarom wordt duurzame mobiliteit vooral gezien als het domein van het rijk, provincies, de industrie en technische universiteiten.

 

Voor veel gemeenten is duurzame mobiliteit op dit moment dan ook een ver-van-mijn-bed show. Waarom zou een gemeente nu ook al beleid ontwikkelen als het nog erg onduidelijk is welke typen voertuigen (biobrandstof, elektrisch, gas) de huidige op benzine en diesel lopende auto’s gaan vervangen? Dit wachten op de grote doorbraak is echter volledig onterecht. Het verduurzamen van het gemeentelijk verkeers- en vervoersbeleid is namelijk helemaal niet zo moeilijk! Veel maatregelen om duurzame mobiliteit te stimuleren liggen namelijk al ‘op de plank’, zijn niet duur en hebben een positieve uitstraling. Door het stapelen van deze maatregelen kunnen veel gemeenten op korte termijn hun mobiliteitsbeleid verduurzamen. Dit geldt vooral voor de kleine en middelgrote steden, zeg gemeenten met een inwonertal tussen de 20 en 200.000 inwoners.

 

Wat kunnen deze gemeenten doen?

Ten eerste duurzame mobiliteit in een groter perspectief zien. Volgens de meest gangbare definitie verwijst duurzaam beleid naar verantwoord toekomstbestendig beleid op zowel ecologisch, sociaal en economisch terrein. Het voeren van een duurzaam gemeentelijk mobiliteitsbeleid gaat dus niet alleen over schone voertuigen maar gaat in meer bredere zin over lagere emissies (CO2, fijnstof, etc.), over mobiliteit die goed is voor de lokale economie en over mobiliteit waardoor inwoners en bezoekers van een gemeente op een sociale (en geluksverhogende) manier kunnen leven.

 

Ten tweede is het belangrijk om een echte mind shift te maken. Als verkeerskundigen zijn we van nature primair gericht op het faciliteren van het autoverkeer. Maar laat de auto op lokaal niveau nu de minst duurzame vervoersvorm zijn (vanwege uitstoot, geluid, ruimtebeslag, ongevallen en barrièrevorming door autowegen). De auto is een perfect vervoermiddel voor lange afstanden, het landelijk gebied en indien veel spullen vervoerd moeten worden. Voor dagelijkse mobiliteit binnen en tussen stedelijke gebieden verruilt de auto echter veel van zijn voordelen voor nadelen. Lopen en fietsen zijn – gevolgd door openbaar vervoer (OV) – veel duurzamere vormen van vervoer. Deze mobiliteitsvormen kennen geen of veel minder emissies en dragen bij aan gezondheid (meer beweging, minder ongevallen, minder fijnstof) en de lokale economie (betere bereikbaarheid).

 

De mind shift die we volgens mij moeten maken is simpel: de volgorde omdraaien. Hanteer in al het gemeentelijk verkeers- en vervoersbeleid de volgende volgorde: LOPEN – FIETSEN – OV – AUTO. We vergeten hierbij voor het gemak een aantal vervoersvormen (brommers, scooters, vrachtauto’s) maar het gaat juist om de eenvoud van het idee. Mijn stellige overtuiging is dat als we ons primair richten op lopen, fietsen en openbaar vervoer (OV) onze steden prettiger worden, de lokale economie beter gaat draaien, we gelukkiger worden en – last but not least – onze bijdrage aan de klimaatverandering kleiner wordt.

 

We hebben de laatste decennia natuurlijk al veel gedaan en bereikt. In Nederland hebben veel gemeenten uitgebreide voetgangersgebieden, we hebben het hoogste fietsaandeel ter wereld, hoog frequent rijdende treinen en goede wetgeving op het gebied van verkeersveiligheid en ruimtelijke ordening.

 

Maar we kunnen meer! Stop na deze alinea even met lezen en laat de ‘omgekeerde’ volgorde LOPEN – FIETS – OV – AUTO eens op je inwerken. Wat betekent dat voor jouw gemeente?

 

Al inspiratie gevoeld? De Spaanse stad San Sebastian (180.000 inwoners) heeft zich al laten inspireren. Niet door mij weliswaar maar zij hebben wel de ‘omgekeerde’ volgorde in realiteit gebracht. In het duurzaam stedelijk mobiliteitsplan spreekt de gemeente eerst over voetgangersmobiliteit, dan over fietsmobiliteit, vervolgens over collectief vervoer en tenslotte over mobiliteit en parkeren van gemotoriseerde voertuigen. Ik ken de vervoersdata niet in detail maar ik was wel in mei in San Sebastian. Ondanks het slechte weer waren de straten vol met voetgangers, de bussen goed gevuld en op het groeiend aantal fietspaden redelijk wat fietsers (dit terwijl er 15 jaar geleden geen fiets in de stad te bekennen was).

 

Wat betekent de ‘omgekeerde’ volgorde nu in de praktijk? Een revolutie binnen het gemeentehuis, een nieuw gemeentelijk verkeers- en vervoersplan schrijven (met een nieuwe naam natuurlijk: duurzaam mobiliteitsplan)? Misschien. Belangrijker is echter maatregelen uit te voeren die al ‘op de plank’ liggen, niet duur zijn en een positieve uitstraling hebben. Voor wat betreft de auto gaat het hierbij uitdrukkelijk niet om autootje pesten maar om de huidige positieve berichtgeving in de media rondom elektrische auto’s zoveel mogelijk te benutten. En het belangrijkste natuurlijk: eerst beleid gericht op lopen, dan op fietsen, dan op openbaar vervoer en dan pas op de auto. Onderstaand geef ik 10 concrete maatregelen die bijna elke gemeente tussen de 20 en 200 duizend inwoners zonder al te veel moeite op korte termijn kan invoeren. Op elk van de maatregelen is wel wat af te dingen maar ze dienen vooral als bron van inspiratie!

 

De 10 inspiratiemaatregelen voor een gemeentelijk duurzaam mobiliteitsbeleid zijn:

 

1. Geef elke inwoner van de gemeente die naar de brugklas gaat een fiets cadeau. Tijdens life events (andere school, verhuizing, andere werkkring) worden belangrijke mobiliteitskeuzes gedaan. Kinderen gaan doorgaans lopend naar de basisschool en aan het einde van de basisschool worden kinderen en ouders geconfronteerd met de vraag hoe naar de middelbare school te reizen. Met deze maatregel – waarschijnlijk de duurste van de 10 - stimuleer je het gebruik van de fiets op de middelbare school en kan het teruglopend fietsgebruik onder middelbare scholieren gekeerd worden.

 

2. Pas de routebeschrijvingen voor bezoekers van gemeentehuis en andere gemeentelijke diensten aan. Herschrijf de routebeschrijving zo dat je eerst vertelt welke bestemmingen op loopafstand liggen (met looproutes zodat bezoekers trips kunnen combineren), vervolgens hoe je er met de fiets kunt komen (en waar je je fiets kunt parkeren), vervolgens hoe je er met openbaar vervoer kunt komen (met een kaartje met de belangrijkste lijnen en haltes) en tot slot hoe je je er met de auto kunt komen (en waar je kunt parkeren). Doe dit consequent voor alle communicatie-uitingen (website, brieven, etc.) en stimuleer andere publieke bestemmingen in de gemeente om dit ook te doen.

 

3. Gemeenten treffen veel tijdelijke verkeersmaatregelen (bij wegopbrekingen, manifestaties, etc.). Traditioneel zijn deze verkeersmaatregelen vooral bedoeld om de doorstroming van het autoverkeer zo goed mogelijk te laten verlopen. Richt je in de toekomst bij deze tijdelijke verkeersmaatregelen echter primair op voetgangers, fietsers en openbaar vervoer en pas in tweede instantie op de auto. Dit kan betekenen dat de automobilist moeilijker of niet bij zijn bestemming kan komen maar wel dat de mobiliteit van voetgangers en fietsers minder verstoord wordt. Bij bijvoorbeeld een grootschalige wegopbreking bij een winkelgebied betekent dit minder mensen die last hebben en dus minder omzetverlies voor de winkeliers.

 

 4. Parkeerbeleid, een heel belangrijk aspect van duurzaam mobiliteitsbeleid. Spreek in parkeernota’s en alle communicatie rondom parkeren eerst over fietsparkeren, dan over autoparkeren en vervolgens over parkeren voor overige voertuigen. Dit betekent dat een gemeentelijke parkeernota dus niet begint met een analyse van de beschikbare autoparkeerplaatsen maar met een analyse van de beschikbare fietsparkeerplaatsen. Misschien is deze maatregel wel de meest letterlijke uitwerking van het ‘omkeren’ van de volgorde. Door consequent het fietsparkeren als eerste te noemen zal hier ook de meeste aandacht (en op termijn budget) naar toe gaan.

 

5. Wat betreft het openbaar vervoer: richt je op het centrale OV-knooppunt in de gemeente. Vaak is dat het treinstation en omgeving. Geef extra prioriteit aan het OV-knooppunt op het gebied van beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Verbeter de bewegwijzering voor voetgangers en stimuleer ondernemers zich bij het OV-knooppunt te vestigen. Op deze manier zal het OV-knooppunt meer het hart van de gemeente worden waardoor meer mensen de trein zullen nemen en waardoor op termijn de frequentie van de treinen omhoog gaat (waardoor weer meer mensen de trein zullen nemen, etc.).

 

6. Bedenk hoeveel mensen bij de gemeentelijke organisatie zelden of nooit in de trein zitten. Organiseer daarom bedrijfsactiviteiten die noodzakelijkerwijze buiten de deur worden gehouden (cursussen, bedrijfsuitjes, etc.) alleen nog op locaties die goed per trein bereikbaar zijn. Jaarlijks uitstapje met de voltallige gemeenteraad? Pak eens de Thalys naar Brussel, ervaar de service in de eerste klas (beter dan de business class in het vliegtuig) en na thuiskomst heb je een hele groep aan lokale OV-ambassadeurs erbij gekregen.

 

7. Geef alle inwoners tussen de 30 en 50 jaar (de typische groep van niet-OV gebruikers) een gratis OV-chipkaart met € 5 saldo erop. Een persoonlijke brief erbij, eventueel een mooie folder en je maakt het een hele nieuwe groep makkelijk om van het openbaar vervoer gebruik te maken (vergelijkbaar met het setje aan euromunten dat iedereen voor de invoering van de euro thuiskreeg). Wel even wachten natuurlijk totdat de OV-chipkaart is ingevoerd in de regio waar je gemeente ligt.

 

8. Schaf nieuwe motorvoertuigen voor het gemeentelijk wagenpark (personenauto’s voor diverse gemeentelijke diensten, vuilniswagens, etc.) alleen nog maar in elektrische versie aan. De kosten van elektrische voertuigen (afschrijving, onderhoud, brandstof) liggen lager dan voertuigen die rijden op benzine of diesel dus per saldo levert dit een besparing voor de gemeente op. De enige voorwaarde waaraan voldaan moet worden is dat de betreffende voertuigen ’s nachts altijd op dezelfde plaats gestald worden. Als dit binnen is en er voldoende stopcontacten beschikbaar zijn, zijn verder geen investeringen nodig. In het geval van buiten stallen dient geïnvesteerd te worden in eenvoudige elektrische oplaadzuilen. Deze zijn op de markt verkrijgbaar tegen steeds lagere prijzen.

 

9. Stimuleer dat alle publieke bestemmingen in de gemeente een aantal parkeerplaatsen krijgen die exclusief voor elektrische auto’s bestemd zijn. Situeer deze parkeerplaatsen dicht bij de ingang (net zoals invalidenparkeerplaatsen) en voorzie de parkeerplaatsen van een elektrisch oplaadzuil. Probeer met deze en andere maatregelen proactief in te springen op de verwachte populariteit van elektrische auto’s.

 

10. Geef bezitters van elektrische auto’s in de komende jaren een aantal privileges. Te denken valt aan voorrang bij het verkrijgen van een parkeervergunning, lagere parkeertarieven, langere parkeertijd in blauwe zones, etc. Deze maatregel vraagt wel enige creativiteit waarbij het belangrijk is om aan te sluiten bij flexibele innovaties als betalen met de mobiele telefoon. Het algemene doel van deze maatregel is om de vervanging van bestaande auto’s door elektrische auto’s binnen de gemeente sterk te stimuleren.

 

Deze 10 maatregelen zijn voornamelijk ter inspiratie bedoeld. Als je je losmaakt van de traditionele verkeerskunde en de volgorde omdraait (lopen in plaats van de auto op nummer 1) kun je er met gemak nog 10 maatregelen bij verzinnen. De komende jaren moet blijken welke maatregelen het meest effectief zijn bij het verduurzamen van het lokale mobiliteitsbeleid. Belangrijk echter is te blijven denken in kansen. De huidige economische crisis, de klimaatcrisis, de technologische ontwikkelingen op het gebied van elektrisch vervoer, de huidige Europese renaissance van de fiets, het zijn allen kansen om de CO2 uitstoot omlaag te brengen, de lokale economie een boost te geven en de levenskwaliteit in onze steden en dorpen te verhogen!

 
Auteur: Jacques Lorsheijd

verkeerskunde artikel

Reactie plaatsen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.
mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief