Streven naar maximaal 500 verkeersdoden per jaar
Hans Casteleijn
Waar de SWOV in het artikel ‘Toekomstverkenning naar 500 verkeersdoden’ in Verkeerskunde 02/2009 (p. 42-48) het probleem van het verbeteren van de verkeersveiligheid op wetenschappelijke wijze benadert, daar zou ik graag de scope richten op het handhavingsbeleid. Uitgangspunt zou hierbij moeten zijn om meer aandacht te besteden aan de psychologische aspecten van het menselijk handelen in het verkeer en het diep ingrijpende leed dat door dit gedrag veroorzaakt kan worden. Ingehouden agressie, machogedrag, stoerheid of oververmoeidheid kunnen aanleiding geven in het verkeer tot gevaarlijk normafwijkend gedrag. Bij veel dodelijke ongevallen of ongevallen met zwaar lichamelijk letsel blijft de maatschappij naderhand zitten met een gevoel van zinloos leed en de prangende vraag van het ‘Waarom?’. Als maatschappij mogen we ons niet neerleggen bij het huidige aantal verkeersslachtoffers, hoewel sinds 1972 een enorme vooruitgang is geboekt. Er is veel meer verkeer op de weg, terwijl het aantal dodelijke slachtoffers met 70 procent is teruggebracht. Maar feit blijft dat voetgangers, spelende kinderen en fietsers nog veel te veel risico lopen op een ernstig ongeval.
Het is geen populair onderwerp in Verkeerskunde, maar persoonlijk verwacht ik veel resultaat van een stringent handhavingsbeleid, waarbij de nadruk moet liggen op een hoge pakkans. Politie en Justitie hebben de laatste jaren veel te veel ingezet op een technocratische vorm van handhaving die uiteindelijk heeft geresulteerd in volautomatische trajectcontroles en een geolied factureerbedrijf bij Justitie. De mens als corrigerende en optredende gezagsdrager is bijna uit beeld verdwenen. Inmiddels beginnen echter een aantal politiekorpsen voorzichtig weer met de inzet van menskracht in de vorm van politiie-assistenten, die met laser-apparatuur snelheidscontroles uitvoeren binnen de bebouwde kom bij scholen en oversteekplaatsen. En die kant moeten we weer op. Automobilisten moeten direct kunnen worden aangehouden na een overtreding en in een toelichtend gesprek worden gewezen op het gevaar dat ze veroorzaken. Zulke controles moeten wel frequent en intensief worden uitgevoerd. Ik ben er namelijk van overtuigd dat overtredingen als rijden door rood licht, rijden onder invloed en te hard rijden binnen de bebouwde kom door een hoge pakkans flink kunnen worden teruggedrongen. Naast een stevige bekeuring, zou de hulpofficier ook vaker en makkelijker een rijontzegging moet kunnen opleggen.
Dat naast een hoge pakkans, ook harde sancties met een persoonlijke impact effect kunnen sorteren, is ruim 15 jaar geleden wel bewezen toen Amsterdam en Den Haag de wielklem introduceerden. Automobilisten werden zich toen terdege bewust dat slordig parkeren een groot risico met zich mee bracht. Inmiddels is de controle zo effectief, dat met zachtere middelen kan worden volstaan. In bijna 100 gemeenten in Nederland zorgen parkeercontroleurs voor een effectief handhavingsbeleid op fout parkeren. Ook van controles op milieudelicten valt veel te leren. Met de inzet van veiligheidsfunctionarissen bij de regionale politiekorpsen kan op dezelfde wijze gevaarlijk verkeersgedrag worden beteugeld. Een consequent handhavingsbeleid kan bij een efficiënte bedrijfsvoering zelfs kostenneutraal plaatsvinden en een bijdrage leveren aan een beter imago van de politie.
Hans Casteleijn is verkeerskundige.
Auteur: Jacques Lorsheijd
Reactie plaatsen •