Smart Mobility: kloof dreigt tussen nationaal en lokaal
‘Een gesprek over Smart Mobility start vaak met discussie, want wat is Smart Mobility? We weten weliswaar steeds beter hoe de nationale overheid bezig is met Smart Mobility, maar hoe zit dit eigenlijk bij gemeenten? Lisanne de Wijs onderzocht deze vraag door een blik te werpen op Smart Mobility in de alledaagse praktijk van een aantal gemeenten. Hieronder een verkorte blog over dit onderzoek. Klik hier voor het integrale artikel over dit onderzoek.
Mijn stageonderzoek bij XTNT bood me de kans om op zoek te gaan naar concrete voorbeelden rondom Smart Mobility. Ik heb gesproken met elf gemeenten, met de provincies Gelderland en Noord-Brabant, met Connecting Mobility en met het Programma Smart Mobility van Rijkswaterstaat, om te kijken hoe Smart Mobility daar leeft.
Definitie
Het eerste voorbeeld van discussies over Smart Mobility gaat over de definitie. Bij XTNT zien we Smart Mobility als ‘technische mogelijkheden in combinatie met aandacht voor de gebruiker om – uiteindelijk – onze mobiliteit slimmer in te richten’. Deze visie op Smart Mobility neemt ‘aandacht voor technologie’ als uitgangspunt, maar dat blijkt lang niet overal zo te zijn.
In mijn gesprekken met gemeenten over hun definitie van Smart Mobility kwamen termen voorbij als ‘raakvlakken ICT en mobiliteit’, ‘slim omgaan met bewegingen’, ‘duurzaamheid’, ‘data’ en ‘breed begrip’. Vaak werd benadrukt dat het bij Smart Mobility niet alleen om technologie gaat, dat technologie een middel is en niet een doel. Dit roept de vraag op of technologie nu wel of niet een voorwaarde is om van Smart Mobility te kunnen spreken.
Mijn indruk is dat er steeds vaker wordt gesproken over een verandering in denken rondom mobiliteit in het algemeen. Het viel me bijvoorbeeld op dat hoe kleiner de gemeente is, hoe breder de gehanteerde Smart Mobility. Anderzijds neemt met de omvang van de gemeente en haar inwoners, ook de focus op technologie toe.
Wat me verder opviel, is dat verschillende mobiliteitsuitdagingen kunnen leiden tot de inzet van verschillende Smart-Mobility-toepassingen. Het dorp Espel in de gemeente Noordoostpolder is bijvoorbeeld gestart met de meerijdienst ‘Samobiel’. Deze flexibele dienst past bij de uitdaging dat busvervoer in kleine kernen niet altijd beschikbaar is in de avonduren en het weekend. De dienst anticipeert op het teruglopende OV-aanbod in landelijk gebied. In grotere steden daarentegen kan een concept als Mobility as a Service (MaaS) door de combinatie van fiets, huurauto’s, openbaar vervoer, et cetera weer veel betekenen voor het beter organiseren (en delen) van vervoer en het beter benutten van de ruimte in de stad. In mijn ogen zit er dus in Smart Mobility voor elk wat wils.
Rolverdeling
Een belangrijk vraagstuk dat zowel bij gemeenten, provincies, de markt als de nationale overheid speelt, is hoe de rolverdeling bij verdere ontwikkeling van Smart Mobility eruit ziet. Al deze partijen zijn immers tot elkaar veroordeeld, want ze kunnen niet zonder elkaar aan de slag met Smart Mobility. Zoals zo vaak zit de kracht dus in samenwerking.
Kleinere gemeenten die ik sprak, namen een afwachtende rol aan. Als omliggende, grotere gemeenten aan de slag gaan met Smart Mobility haken zij liever aan dan zelf het initiatief te nemen. Dit kan te maken hebben met prioriteit van het thema, budget en capaciteit. Gemeenten verwachten en wensen daarom ook meer regie vanuit provincies en het Rijk. Als deze regie uitblijft, zie ik het gat tussen het nationale en lokale schaalniveau eerder groter worden dan kleiner. Dit geldt ook voor kennisdeling. Veel gemeenten zoeken nog naar hun rol binnen het organiseren en ontwikkelen van Smart Mobility. De vraag is of huidige Smart-Mobility-bijeenkomsten echt aansluiten bij behoeften van (kleine) gemeenten.
Knel- en verbeterpunten
Met mijn stageonderzoek heb ik slechts een tipje van de sluier rond Smart Mobility bij gemeenten kunnen oplichten. Toch heb ik diverse interessante knel- en verbeterpunten kunnen ontdekken. Er wordt veel verwacht van Smart Mobility, maar onduidelijkheden en verschillen in definitie, toekomstvisie, aanpak en opvatting over de samenwerking en kennisdeling lijken vooruitgang in de weg te staan.
Discussies rondom invulling en doorontwikkeling van Smart Mobility blijven de mobiliteitsagenda voorlopig bepalen. Discussie is goed, maar op dit onderwerp kan het wel wat meer structuur gebruiken. Er is meer behoefte aan begrip en kennis van elkaars standpunten en daar lijken nu niet voldoende platforms voor te bestaan. Zo zouden verschillende gemeenten zich graag aansluiten bij de ontwikkelingen rondom Smart Mobility.
Schouders
Naar mijn idee is het vooral belangrijk om de discussie over definities, schaalgrootte en ver-weg-oplossingen wat meer los te laten en gezamenlijk de schouders te zetten onder het realiseren van praktische toepassingen. Alleen op die manier komen we erachter wat werkt en wat Smart Mobility ons in de toekomst nog meer kan bieden.’
Auteur: Lisanne de Wijs
Lisanne de Wijs, adviseur bij XTNT
Reactie plaatsen •