Nederlands innovatiereputatie niet verkwanselen door korte termijn belangen
Joost de Bruijn, Goudappel Coffeng
In onderstaande bijdrage reageert Joost de Bruijn op het kortgeding over de openstelling van het Nationaal Wegenbestand van 30 november jongstleden (zie ook het nieuwsbericht 'Kort geding tegen vrijgeven Nationaal Wegen Bestand').
Dreiging met rechtzaken heeft het voornemen tot vrijgave van het Nationaal Wegenbestand (NBW) jaren vertraagd en ook bij de meest recente poging treft de overheid Falkplan-Andes op haar pad. Deze uitgever van digitale kaarten wil met een kort geding openbaarmaking voorkomen van de ‘burgerlijke stand’ voor wegen die de overheid als beheerder van alle openbare wegen in Nederland bijhoudt. Goudappel Coffeng steunt de overheid in haar ‘open data’-strategie. Als gebruiker van de gegevens voor onze adviespraktijk en als ontwikkelaar van nieuwe toepassingen, hopen wij op een voor openbaarmaking positieve uitspraak in het geding. ‘Open Data’ is immers dé internationale trend en goed voor de innovatie in Nederland.
Falkplan-Andes stelt dat openbaarmaking oneerlijke concurrentie is. Zij heeft een eigen bestand en verkoopt dat onder andere in de vorm van bijvoorbeeld kaarten voor navigatiesystemen. Wij zien liever een focus op nieuwe toepassingen dan een achterhoedegevecht over basisgegevens. Als internet en Google ons één ding geleerd hebben, is dat goed toegankelijke basisgegevens de motor zijn voor innovatie en een rijkdom aan nieuwe initiatieven en producten oplevert waarmee we aan maatschappelijke doelstellingen werken, zoals in dit geval verkeersveiligheid, minder verkeershinder, luchtkwaliteit en bereikbaarheid. Het is niet meer dan logisch dat de overheid haar gegevens ziet als ‘onze’ gegevens. Op dit moment blijven innovaties hangen op de prijs die de commerciële markt rekent voor basisgegevens, terwijl we tegelijk een door de belastingbetaler betaald bestand niet mogen gebruiken.
De argumenten van Falkplan-Andes zijn volgens ons niet valide. Het wegenbestand heeft een functie als dataintegrator, zodat elke leverancier van toepassingen en gegevens aan één en hetzelfde wegenbestand kan koppelen. Zeg maar: een standaard. Adviezen worden beter en goedkoper, toepassingen gaan op elkaar doorborduren, nieuwe toepassingen rond wegwerkzaamheden, registratie van verkeersongevallen, bijzondere routes voor vrachtverkeer, omleidingen etc. Van directe ‘concurrentie’ met commerciële bestanden zoals die van Falkplan-Andes, AND, NAVTEQ en TeleAtlas/TomTom is geen sprake. Voor navigatie-toepassingen moet je veel meer weten. Is een weg eenrichtingsverkeer? Zijn er afslagverboden? Hoe moet ik voorsorteren? Waar kan ik tanken? Waar staat de file? etc. Overigens hebben bedrijven meer dan voldoende tijd gehad om zich aan te passen. De rijksoverheid is al in 2000 de weg naar openbaarmaking ingeslagen.
Nieuwe toepassingen
Ondertussen is er buiten de overheid om al een gratis bestand beschikbaar gekomen waar zelfs ook navigatie-informatie in zit: OpenStreetMap. De fietsrouteplanner is daarop gebaseerd en laat zien dat de markt met ‘open data’ prima geld kan verdienen. Sterker nog: een keur aan nieuwe toepassingen zal financieel haalbaar worden door het ‘corvee’ van het bijhouden van basisgegevens met zijn allen te doen. Crowdsourcing heet dat in hip jargon. Wij maken dus ook niet alleen maar gebruik van OpenStreetMap, maar dragen daar ook zelf actief aan bij. Volgens ons is de overheid goed bezig. Iedereen die inhoudelijk met verkeer bezig is koestert de wens van openbaarmaking. We hopen dat de overheid in de nabije toekomst aansluiting zoekt bij een initiatief als OpenStreetMap, zodat we krachten bundelen. Laten we als Nederland onze internationale innovatiereputatie op dit gebied niet verkwanselen door korte termijn belangen.
Het kort geding was op 30 november 2011. De uitspraak wordt medio december verwacht.
Reactie plaatsen •