Gemeenten, pak nu je rol in het elektrisch vervoer!
Mark van Kerkhof (foto), Taco van Berkel, Ronald de Haas, APPM Management Consultants
Als de gemeenten nu hun rol niet pakken met elektrisch vervoer, worden ze ingehaald door de praktijk. In het themadossier ‘elektrisch vervoer’ van Verkeerskunde 4/2011 komen diverse deskundigen aan het woord over de grote toekomst die elektrisch vervoer biedt als oplossing voor mobiliteits-, luchtkwaliteits- en energieproblemen. De conclusie is dat de gemeenten een rol moeten pakken in ‘elektrisch vervoer’. Welke rol dat is kan per gemeente verschillen, maar elektrisch vervoer komt er aan en zal invloed hebben op beleid en ruimte van de gemeente.
De luchtkwaliteitsproblematiek kan een belangrijke reden zijn om de mobiliteit binnen de stad drastisch te verschonen. Maarten Linnenkamp, programmamanager luchtkwaliteit van de gemeente Amsterdam doet vanuit dat perspectief een oproep aan gemeenten om snel aan de slag te gaan met elektrisch vervoer. Elektrisch rijden biedt voor gemeenten niet alleen kansen voor het verbeteren van de luchtkwaliteit, maar kan ook een economische impuls geven. Verschillende gemeenten zijn daarom hard aan de slag met elektrisch rijden. Sinds enkele jaren is er een aantal koplopers, zoals bijvoorbeeld Amsterdam, Utrecht, ’s-Hertogenbosch en Helmond. Het is belangrijk dat nu ook andere gemeenten, regio’s en provincies kiezen voor elektrisch vervoer als beleidsinstrument.
Maar er zijn ook andere dringende redenen om snel met elektrisch vervoer aan de slag te gaan. Zo hebben elektrisch vervoer en parkeren duidelijke raakvlakken. Voor het opladen van EV’s is groeiende behoefte aan openbare oplaadplekken en die zijn gekoppeld aan parkeerplaatsen. Maar elektrisch vervoer zal ook gaan leiden tot ander vervoersgedrag en nieuwe mobiliteitsconcepten. Ook hierop moet worden geanticipeerd bij beleidsvorming binnen de gemeenten.
Projecten waar gemeenten zich op richten hoeven niet alleen te bestaan uit het plaatsen van oplaadinfrastructuur (regulier, snelladen of eventueel inductieladen en batterijwisselen), maar kunnen ook gericht zijn op voertuigen of communicatie- en marketing. Zo gaan steeds meer overheden over tot het elektrificeren van hun wagenpark en schieten de subsidieregelingen voor elektrische scooters, e-taxi’s en (elektrische) stedelijke distributie als paddenstoelen uit de grond. Voor de ontwikkeling en het goedkoper maken van elektrisch vervoer is het van belang dat grote groepen, zoals overheden en leaserijders, een grotere marktvraag creëren.
De rol die gemeenten, stadsregio’s en provincies innemen kan per project verschillen: faciliteren, stimuleren of regisseren. Zo neemt de Stichting e-Laad gemeenten veel werk uit handen, waarbij een gemeente slechts hoeft te faciliteren. Een subsidieregeling voor elektrische scooters is een goed voorbeeld van een stimuleringsmaatregel. Er zijn projecten die een overheid zelf kan trekken of regisseren op dit gebied. Zo kiezen steeds meer gemeenten voor elektrisch vervoer bij het aanbesteden van de concessie voor de regiotaxi en leerlingenvervoer.
De rol die een decentrale overheid kiest, wordt bepaald door de visie die zij heeft op dit gebied. Zo zijn er overheden, zoals de Provincie Gelderland, die er voornamelijk voor kiezen om ‘proven technology’ toe te passen, terwijl andere een focus hebben op innovatieprojecten (zoals Helmond). Het is aan te bevelen dat overheden zich goed verdiepen in de rol die zij wensen in te nemen. De businesscase op het gebied van elektrisch vervoer is niet op alle onderdelen rond en de overheid kan organisaties/projecten een financiële duw geven om deze rond te krijgen. Tegelijkertijd is het goed te weten waar in te investeren. Diverse marktpartijen betreden momenteel de wereld van het elektrisch vervoer met uiteenlopende proposities. Niet altijd is overheidsgeld hierbij nodig, zij hebben groene banken en andere investeringsmaatschappijen betrokken om de businesscase rond te krijgen. Wij adviseren overheden dan ook hun ambitie op het gebied te formuleren. Hieruit volgt een uitvoeringsstrategie/-programma waarin de wijze van ‘marktbenadering’ terugkomt en de rol die wordt ingenomen per project. Daarnaast stellen wij voor meer samen te werken. Samenwerking tussen overheidspartijen onderling (uitwisseling van kennis en informatie), samenwerking met het lokale bedrijfsleven (voor gezamenlijke projecten en ontwikkeling) en samenwerking tussen publieke en private partijen om gezamenlijke belangen/doelen te behalen.
Reactie plaatsen •