Een toekomst voor Mobiliteit
Er wordt veel over de toekomst van mobiliteit gesproken en geschreven. Zo veel, dat wellicht een bijeenkomst hierover op zijn plaats zou zijn. Het is zonder meer goed om het hierover te hebben. Om gezamenlijk de lijnen naar de toekomst van mobiliteit, maar ook voor het vakgebied, wat dat ook moge zijn, uit te zetten. Maar ook om zo mobiliteit beter te profileren en te positioneren. In deze blog geef ik mijn visie op de toekomst van mobiliteit zoals ik die al geruime tijd zie.
Door Mike Bérénos
In een toekomst voor mobiliteit en het vakgebied benoem ik drie stippen op de horizon die te maken hebben met verbinden, verbreden en vernieuwen. Geen kretologie of vage terminologie, want ik maak deze drie begrippen concreet en geef er betekenis aan.
Mobiliteit: Quo Vadis?
Mobiliteit is zo essentieel voor een samenleving en toch krijgen we het niet voor elkaar om het een betere plek te geven in de maatschappij.
Velen hebben het - misschien ook ingegeven door de coronacrisis - over de toekomst van mobiliteit. Dat is een goede zaak. Misschien is een coronacrisis inderdaad nodig om mobiliteit en het vakgebied anders te bezien en opnieuw te hervinden. En vooral (toekomst) stippen op de horizon in beeld te brengen.
Eigenlijk is, wat mobiliteit betreft, het meest opvallende aan de coronacrisis, het thuiswerken en thuisleren. Vroeger heette dit telecommunicatie. Ik noem het digitale mobiliteit, omdat er een visie over communicatie (met maatschappelijke doelen) achter zit. Weliswaar is dit in de coronatijd in extreme mate ’opgedrongen’, maar in 2010 "Naar een nieuwe Verkeerskunde" (2) had ik het al over: communicatiebehoefte, communicatie, het communicatief systeem en de fysieke, respectievelijk digitale mobiliteit.
En in 2008 schreef ik er al een verhaal over "Een toekomst voor het mobiliteitsonderwijs" (1).
Het is nu tien, twaalf jaar later. Ondertussen is er enorm veel veranderd. In 2014 schreef het Transitieteam Verkeer&Mobiliteit, op basis van een gedegen enquête, nog over aanwezige ‘lethargie’ binnen het vakgebied: niet pro-actief zijn en versnippering van kennis en kennissen (3). Alleen de versnippering is er nog steeds. Dat krijgen we ook moeilijk weg, mede vanwege de breedheid van het vakgebied. Mobiliteit raakt immers ook aan techniek, mens, maatschappij, samenleving en onze aarde.
Als je het hebt over een toekomst voor mobiliteit, dan ontkom je er dus ook niet aan om mobiliteit te definiëren. Daartoe verwijs ik naar mijn blog van 2016 (4). Het belangrijkste daarin is de andere kijk op mobiliteit. Namelijk vanuit de communicatiebehoefte van mensen. Dus vanuit het gegeven dat er twee mobiliteiten zijn: fysieke én digitale (virtuele) mobiliteit. Communiceren met elkaar kan dus door fysiek van A naar B te gaan, maar ook, door op A te blijven en via digitale middelen te communiceren met elkaar.
Organisatie
Vanuit de historie zou je zeggen dat mobiliteit het terrein van de wegbeheerders is. Dus ook van het ministerie van I&W en dat het gaat om infrastructuur, modaliteiten en techniek. Echter, vanuit de communicatiebehoefte gezien is duidelijk dat mobiliteit een sterke sociale dimensie heeft: het kunnen participeren aan maatschappelijke activiteiten, in het bijzonder de werkgelegenheid. Dus staat het ministerie van SZW ook aan de lat.
En ook als het om infrastructuur gaat is niet alleen de fysieke Infrastructuur (het verkeers-/vervoersysteem) van belang, maar ook de digitale infrastructuur (digitaal communicatiesysteem). En daarmee dus ook het ministerie van EZK; in tweeërlei opzicht: het digitaal communicatiesysteem en het klimaat.
Kortom, in een toekomst voor mobiliteit liggen de bemoeienissen, verantwoordelijkheden en het primaat voor mobiliteit niet alleen bij het wegbeheer, onder andere I&W, maar ook voor een zeer groot deel bij SZW en EZK. Dat vraagt om een andere organisatie rondom mobiliteit. En daarvoor moet ook het verkeers-/mobiliteitsonderwijs anders georganiseerd worden! Tot zover over de organisatie van het vakgebied.
In mijn blog "Verkeerskunde op weg naar volwassenheid" (5) laat ik een bouwtekening zien, hoe het vakgebied er qua inhoud uit zou moeten/kunnen zien. In dit document staan volgens mij dan ook ingrediënten voor een toekomst voor mobiliteit.
Samengevat:
* iedere toekomst heeft een verleden. Voor een beschouwing over het verleden van mobiliteit verwijs ik naar deze blog "Verkeerskunde op weg naar volwassenheid" (5).
* de oorsprong van mobiliteit ligt bij de communicatiebehoefte van mensen. Dat is een essentiële behoefte, want wat is een samenleving waar mensen niet of heel slecht met elkaar kunnen communiceren? Ondenkbaar.
En deze behoeftebevrediging uit zich in fysiek en/of virtueel op pad gaan. Zie figuur 1.
* object van studie is dus het communicatief systeem (CS), bestaande uit het fysieke verkeers-/vervoerssysteem (VVS) en het digitaal communicatiesysteem (DCS).
* de digitale mobiliteit moet een prominentere plek krijgen. Immers, in het DCS liggen heel veel mogelijkheden om te sturen in het VVS zelf én naar een duurzame vitale mobiele samenleving, people- en planetproof.
* helaas is tot nu toe het DCS een ondergeschoven kindje; het heeft eigenlijk ook geen eigenaar...en dat is niet goed.
* van verkeer, naar vervoer, naar verplaatsingspatronen, naar een activiteiten gerichte benadering, en nu een etage dieper graven naar communicatiepatronen binnen het communicatief systeem. Dit om het systeem beter te kunnen begrijpen, ten einde effectief en efficiënt de maatschappelijke, omgevings- en klimaatdoelen te halen. Zie ook hieronder: “Seven pillars of Mobility Wisdom”.
Mobiliteit: Waarom zo breed?
Je zou je kunnen afvragen, waarom mobiliteit zo breed aanvliegen? Welnu, breder gezien wordt er meer rekening gehouden met samenhangen - ook buiten het vakgebied - en is er dus sprake van meer interventieruimte. Vaak liggen de betere interventies en maatregelen ook juist in de aanpalende disciplines. Hèt voorbeeld hiervan is de ruimtelijke ordening. Als voorzieningen dichtbij de woning liggen, ziet het mobiliteitspatroon er heel anders uit dan wanneer voorzieningen veraf liggen. Een ander voorbeeld is het begin van schooltijden. Daar veranderingen in brengen heeft consequenties voor het onderwijs gerelateerde mobiliteitspatroon én de verkeersveiligheid. Er zijn dus buiten het pure domein van de mobiliteit, het verkeer, maatregelen die van invloed zijn op de mobiliteitspatronen, of beter, op de communicatiepatronen.
Verbinden
Een en ander betekent wel een enorm beroep op samenwerken. Misschien te beginnen op ministerieel niveau: I&W verantwoordelijk voor de fysieke infrastructuur en alle (schadelijke) neveneffecten van het verkeers-/vervoerssysteem, zoals verkeersonveiligheid en emissies. SZW voor een inclusieve participatiemaatschappij, en EZK voor het digitaal communicatiesysteem en voor het klimaat.
Dat is dus een toekomst voor mobiliteit, een eerste stip op de horizon, met drie ministeries aan de lat voor mobiliteit. Over verbinden gesproken. Een toekomst voor mobiliteit staat of valt dus met samenwerken. Dat is een hele uitdaging. Maar zonder samenwerken is er geen toekomst voor mobiliteit!
Vernieuwen en verbreden
Verbinden houdt meteen een tweede stip op de horizon in. Die raakt aan de basis van mobiliteit: de communicatiebehoefte van mensen, en is dus object van studie van het communicatief systeem, met de twee soorten mobiliteit en hun systemen VVS en DCS. Dan komen communicatief systeem, ruimtelijk systeem en maatschappelijk systeem ook bij elkaar. Over vernieuwen en verbreden gesproken.
Verbonden
Dat brengt me bij een derde en laatste stip op de horizon dat met de beide andere twee stippen te maken heeft. Een verbonden vakgebied, zowel intern binnen het eigen domein van verkeer en mobiliteit, alsook verbonden met de nodige aanpalende disciplines. Over verbinden van kennis en kennissen gesproken.Een toekomst van mobiliteit ligt dus in dit verbinden, verbreden en vernieuwen! Geen kretologie, maar concreet, zoals hierboven beschreven.
Denktank Mobiliteit
Rest een laatste vraag: Hoe krijgen we dit voor elkaar? Eerder heb ik al gepleit voor een Denktank Verkeer&Mobiliteit, slim en uitgekiend samengesteld, met bereidheid tot samenwerken en met een concreet te toetsen opdracht. Want we hebben ook regisseurs nodig. Er moet gestuurd worden, in de richting van de toekomst, van de stippen op de horizon voor verkeer, mobiliteit en het vakgebied.
Bronnen
1. Bérénos, 2008, “Een toekomst voor het mobiliteitsonderwijs”
https://www.verkeerskunde.nl/blog/een-toekomst-voor-het-mobiliteitsonderwijs
2. Bérénos, 2010, “Naar een nieuwe Verkeerskunde”
https://www.verkeerskunde.nl/blog/naar-een-nieuwe-verkeerskunde
3. Transitieteam Verkeer&Mobiliteit, 2014, “Resultaten en interpretatie enquête Verkeer en Mobiliteit”
https://www.verkeerskunde.nl/Uploads/2014/7/Presentatie-enquete-etc-voor-24juni2014-Nettie.pdf
4a. Bérénos, 2016, “Paper on New Mobility” (vertaald van “De rol van en een juiste plek voor mobiliteit in de samenleving”)
https://www.nmtm.eu/publicaties
4b. Bérénos, 2016, “De rol van en een juiste plek voor mobiliteit in de samenleving”
https://www.verkeerskunde.nl/blog/de-rol-van-en-juiste-plek-voor-mobiliteit-in-de-samenleving
5. Bérénos, 2019, “Verkeerskunde op weg naar volwassenheid”
Mike Bérénos, AVB /NMTM
Reactie plaatsen •