Curbing Traffic, een hartstochtelijk pleidooi voor leefbare steden
Wim Bot las het boek Curbing Traffic, The human case for fewer cars in our lives (Island Press), van de Canadese Nederlanders Melissa en Chris Bruntlett, die hierin hun verkeerservaringen in hun nieuwe thuisland bundelen.
In 2019 verhuisde het echtpaar Melissa en Chris Bruntlett met hun twee kinderen van Vancouver naar Delft. Melissa ging werken bij het verkeerskundig adviesbureau Mobycon en Chris bij de Dutch Cycling Embassy. Melissa en Chris zijn belangenbehartigers van de fiets en schreven eerder een boek over de Nederlandse fietscultuur als voorbeeld voor de wereld. In hun nieuwe boek Curbing Traffic, The Human Case for Fewer Cars in Our Lives beschrijven ze hun ervaringen in Delft en Nederland en reflecteren ze daarop, met behulp van (ervarings)deskundigen, zoals fietsprofessor Marco te Brömmelstroet en burger met een beperking Maya van der Does-Levi.
Melinda en Chris voelen zich in Delft als een vis in het water, op een zelfde manier als Pete Jordan dat voor Amsterdam beschreef in De Fietsrepubliek. Veel dingen die wij in Nederland vanzelfsprekend vinden en waar de gemiddelde burger niet over nadenkt, ervaren zij als heel bijzonder en vreugdevol. Dat gaat van autoluwe wijken met sociale interactie op straat, winkels en voorzieningen op korte afstand, ontbreken van geluid van gemotoriseerd verkeer, een binnenstad vol terrassen, uitstekende fietsinfrastructuur binnen en buiten de stad tot de gouden combinatie fiets-trein. Ze contrasteren die ervaringen met die in met name Noord-Amerika. Het hele boek is uitstekend onderbouwd met voorbeelden en cijfers; ik heb geen fouten over de Nederlandse situatie in kunnen ontdekken, sterker nog: over mijn eigen woonplaats Delft ben ik dingen te weten gekomen die ik niet eens wist.
Ketenreis
Een aantal onderwerpen sprongen er wat mij betreft uit. Melissa beschrijft hoe ze op de fiets allerlei taken binnen de stad kan combineren in een soort ketenreis; de traditionele verkeersmodellen zijn echter helemaal niet geschikt om dergelijke reizen die vooral door vrouwen worden gemaakt te waarderen en focussen alleen op lange reizen, voertuigverliesuren en de daarvoor nodige investeringen. De fietsinfrastructuur heeft ook tot positief gevolg dat mensen met een beperking zich daarop met een scootmobiel of een handfiets zelfstandig kunnen verplaatsen. Het ontbreken van autolawaai heeft enorme gunstige gevolgen voor gezondheid en welzijn. Autoluwe steden zorgen er ook voor dat ouderen tot op hoge leeftijd maatschappelijk deel kunnen blijven nemen. Steden met een goed netwerk voor fietsen en voor openbaar vervoer zijn ook goed om sociale ongelijkheid en vervoersarmoede tegen te gaan; auto’s zijn duur en waar arbeidsplaatsen en voorzieningen op autobereikbaarheid zijn ingericht worden mensen zonder auto naar de marge gedwongen.
Ademen
Melissa en Chris vatten hun inzichten als volgt samen: ‘Het is een feit dat voordelen als autonomie van kinderen, sociale verbinding, economische gelijkheid en het oud kunnen worden in het algemeen geen vooropgestelde uitkomsten waren van een verkeersluw beleid. De sociale, emotionele en psychologische gevolgen die wij hebben ervaren door naar Delft te verhuizen waren onverwachte nevenproducten van een mobiliteitspolitiek gericht op het verminderen van de dominantie van auto’s op straat. Verkeerscirculatieplannen, netwerkontwerp, verkeersluwe maatregelen en multimodale aanpak leiden tot plaatsen waar mensen figuurlijk en letterlijk “ademen”.’
Reactie plaatsen •