Automobilist verleiden 30 km/uur te rijden
Jolanda van Oijen, XTNT
‘Automobilisten hebben lak aan 30 km-zones’, kopte het AD op zaterdag 11 februari 2012. De conclusie na een snelheidscontrole in veertien 30 kilometerzones: 92 procent van de automobilisten rijdt (veel) te hard. Het gevolg: Nederland roept om meer controles en het afdwingen van 30 km/uur door een krappe inrichting van de straat. Hierin zit echter de oplossing niet. Speel in op de psyche van de automobilist, gebruik positieve associaties en verleid hem!
Sinds het ontstaan van de 30 kilometerzones rijden automobilisten te hard, of hebben de bewoners in ieder geval de perceptie dat er te hard wordt gereden. Maar waarom gebeurt er dan niets om dit op te lossen? Geen prioriteit, geen middelen, maar misschien nog wel belangrijker: geen goede oplossing. Inrichten om 30 km/uur af te dwingen is lastig: hulpdiensten, vuilnisauto’s en verhuiswagens moeten de woningen immers ook kunnen bereiken. En als deze grotere voertuigen stapvoets door de straat kunnen rijden, dan lukt het de personenauto zeker met een hoge snelheid. Controleren is daarnaast niet effectief: het gebied is te groot, de pakkans is klein en sancties niet zwaar genoeg om effect te sorteren.
Oplossing: benut psychologie
De oplossing zit in de psyche van de mens. Zodra de automobilist de woonwijk inrijdt, wordt hij nu geconfronteerd met de boodschap: u mag maar 30 km/uur rijden. Hij wordt ook direct beperkt in zijn vrijheid door drempels en bochten. Dit geeft een negatieve associatie met de 30 kilometerzone. De truc is deze negatieve associatie om te buigen naar een positieve: het is een gebied waar kinderen speelruimte hebben en waar bewoners prettig kunnen verblijven. De aangrijpingspunten voor de oplossing zitten daarom ook in actieve, positieve priming: het gebied zo vormgeven dat de automobilist zich gedraagt naar dat speelgebied of prettige verblijfsgebied. Aanvullend mag er dan best worden aangegeven dat de snelheid maximaal 30 km/uur is, maar dat moet ondersteunend en vanzelfsprekend zijn, niet opgelegd en onlogisch of zonder zichtbare reden.
Voorbeelden van positieve priming zijn Holle Bolle Gijs die vraagt om ‘papier hier’ in de Efteling, minder diefstal in een schone omgeving en een stiltecoupe in de trein de inrichting van een bibliotheek te geven.
Toepassing priming in 30 kilometerzone
Grote vraag is: hoe passen we positieve priming toe in een 30 kilometerzone? Welke associatieve prikkels zorgen ervoor dat die automobilist zachter rijdt, omdat de omgeving dat van hem vraagt. Een voorbeeld is de associatie van het tekenfiguur Nijntje met kinderen en spelen. Gebruik deze associatie bij de inrichting van de 30 kilometerzone of beter de Speelzone. De associatie met een woongebied kan gemaakt worden door bijvoorbeeld het plaatsen van bijvoorbeeld zitjes, bankjes en bloembakken. Deze ideeën dienen op maat te worden toegepast: er is immers geen standaardsituatie en dus ook geen standaard oplossing.
Reactie plaatsen •