Zero emissiebus rijdt makkelijk 15 jaar: de eerste winst

Het gaat goed met de ontwikkeling van schoon busvervoer in Nederland, zegt Marijke van Haaren, voorzitter van de Stichting Zero Emissie Busvervoer. Hoewel er niet te ontkennen hobbels zijn, zijn er volop mogelijkheden die bijdragen aan een energietransitie in het busvervoer.

Van Haaren: ‘Denk aan koppeling van schoon vervoer aan decentrale energieprojecten. Een nieuwe benadering waarmee je openbaar vervoer breder trekt dan de eigen sector.’ De stichting kiest mede daardoor niet voor één brandstof. Van Haaren: ‘We kijken in steden met een traminfrastructuur naar de mogelijkheid om daar ook elektrische bussen op te laden, terwijl busvervoer op waterstof zich juist in de provincie Gelderland ontwikkelt.’ In deze regio profileert Arnhem zich als waterstofcentrum en bouwt e-Traction wielnaafmotoren voor bussen. Een voorbeeld voor de mogelijkheden van publiek-private-partnerships, aldus Van Haaren, die volgens haar passen in deze tijd waarin je producten moet ontwikkelen met een gezond economisch perspectief.

Nuttige rekentool
Een nuttige rekentool daarvoor is de reeds voorhanden TCO-methode (total costs of operations) voor schoon busvervoer. Van Haaren: ‘volgens deze methode schrijf je bussen bijvoorbeeld niet af na 7 jaar omdat ze dan niet meer aan de volgende emissie-eisen voldoen. Bij zero-emissie-voertuigen voldoe je aan de hoogste eisen en kun je een bus makkelijk 15 jaar in gebruik houden. Dat is je eerste winst.’ Knelpunten zijn er overigens ook, erkent Van Haaren. Die noemt ze deels hardnekkig, maar ook begrijpelijk. ‘Overheden en vervoerders zijn na de Wet WP 2000 net vertrouwd met ‘de aanbesteding’ en nu vragen wij ze opnieuw uit hun comfortzone te stappen en nieuwe verbanden aan te gaan. Terwijl je van ‘beleid’ nog niet te veel kunt verwachten omdat daarvoor nog te weinig bekend is.’ Lastig voor bestuurders? Van Haaren refereert aan de Eindhovense wethouder Joost Helms. ‘Hij stimuleert de uitrol van laadinfrastructuur voor elektrische auto's zonder vooraf regels te stellen. En wil de praktijk laten uitwijzen wat werkt en wat niet en neemt dan pas een beslissing. De goede houding in een transitiefase’, aldus Van Haaren.

 
Auteur: Joske van Lith