Wie gaat er over het fietspaaltje? (VK 5/2013)
Hans Godefrooij, DTV Consultants
Robert Hulshoff, CROW-Fietsberaad
Een samenvatting van dit artikel verscheen in Kortom VK 5/2013 |
Nog steeds plaatsen veel wegbeheerders paaltjes op fietspaden zonder eerst een goede afweging te maken. Bovendien voldoen ook nieuw geplaatste paaltjes vaak niet aan de richtlijnen.
Dat blijkt uit onderzoek van DTV Consultants en AGEL adviseurs dat in opdracht van Fietsberaad en het ministerie van Infrastructuur en Milieu is uitgevoerd. Gemeenten kunnen dus gemakkelijk grote veiligheidswinst boeken, aangezien paaltjes in fietspaden een belangrijk veiligheidsrisico vormen. Jaarlijks vallen onder fietsers immers enkele doden en duizenden gewonden als gevolg van een botsing met een paaltje.
In het onderzoek, dat is uitgevoerd om te achterhalen wat de ervaringen in het werkveld zijn over het plaatsen van paaltjes, is een enquête uitgevoerd onder personen die betrokken zijn bij ontwerp of realisatie van fietsinfrastructuur. Daarnaast zijn enkele diepte-interviews afgenomen.
Keuzeschema fietspaaltjes
Om wegbeheerders te helpen bij het maken van de juiste afwegingen ten aanzien van de noodzaak van paaltjes en de vormgeving, heeft het kenniscentrum CROW-Fietsberaad een keuzeschema opgesteld.
Wie gaat er over een fietspaaltje?
In nieuwe situaties is het meestal de verkeerskundige van de wegbeheerder of degene die het verkeerskundig ontwerp maakt, die bepaalt of een paaltje op het fietspad wordt geplaatst. In bestaande situaties komt het regelmatig voor dat de wegbeheerder (buitendienst) op basis van klachten of naar eigen inzicht, zonder verder overleg, een paaltje plaatst. Een afweging waarin de wenselijkheid van het paaltje wordt getoetst, blijft dan achterwege. Het blijkt ook voor te komen dat paaltjes worden geplaatst op basis van politieke toezeggingen, bijvoorbeeld van een wethouder, zonder dat de verkeerskundige noodzaak is aangetoond.
Wie kent de risico’s en richtlijnen?
Ruim de helft van de respondenten geeft aan volledig op de hoogte te zijn van de verkeersveiligheidsrisico’s die paaltjes op fietspaden met zich meebrengen. Nog eens 40 procent zegt een beetje op de hoogte te zijn van deze risico’s. Slechts 7 procent kent de risico’s helemaal niet. Vanwege de risico’s toetst tweederde van de respondenten altijd of regelmatig of plaatsing van een paaltje wel echt noodzakelijk is. Hierbij maken ze veelal gebruik van de richtlijnen van CROW en het keuzeschema dat het Fietsberaad heeft opgesteld. De richtlijnen van CROW, en dan met name de ASVV, worden ook genoemd als leidend bij het maken van het ontwerp.
Geen inleidende ribbelmarkering
Des te opvallender is het dat vrijwel nergens inleidende ribbelmarkering (onderdeel van de richtlijn) wordt toegepast. Liefst 76 procent van de respondenten past dit nooit toe en onwetendheid is hiervoor de belangrijkste reden. Slechts 5 procent van de respondenten past altijd ribbelmarkering toe bij het plaatsen van een fietspaaltje. Toch staat sinds 2004 in de ASVV dat ‘inleidende ribbelmarkering bij middelste paaltjes noodzakelijk is’. Blijkbaar denken veel verkeerskundigen wel dat ze de richtlijnen kennen, maar wordt de betreffende pagina uit de ASVV niet of niet goed geraadpleegd.
Inleidende ribbelmarkering Foto: VelopA
Omgekeerde bewijslast
Vanwege de nadelen die paaltjes met zich meebrengen, beveelt CROW al jaren aan om paaltjes alleen toe te passen als dit strikt noodzakelijk is. En als het niet zonder paaltje kan, dan moet de wegbeheerder alles uit de kast halen om de veiligheid te garanderen. Omdat nog steeds veel onnodige en onveilige paaltjes worden geplaatst, heeft het Fietsberaad een keuzeschema opgesteld dat wegbeheerders moet helpen bij goede afwegingen over noodzaak en vormgeving. Daarbij geldt de omgekeerde bewijslast: plaats alleen een paaltje als de noodzaak duidelijk is aangetoond. En voor bestaande situaties: verwijder het paaltje, tenzij de noodzaak is aangetoond.
Het keuzeschema helpt wegbeheerders in een vijftal stappen om te bepalen of er wel echt een probleem is, of een paaltje echt de enige oplossing is, wat de beste locatie is voor toepassing van een paaltje, hoe de vormgeving er dan uit moet zien en tot slot of de nadelen van de oplossing niet groter zijn dan het probleem dat moet worden opgelost.
Pilot voorbeeldvormgeving fietspaaltjes
In het keuzeschema zijn ook aanbevelingen opgenomen voor het ontwerp in geval van plaatsing van een fietspaaltje. Om te bepalen of de aanbevelingen ook in de praktijk blijken te werken, worden momenteel, in een pilotproject in opdracht van het Fietsberaad en het ministerie van Infrastructuur en Milieu, een zestal locaties volgens deze aanbevelingen ingericht. Hiervoor zijn door DTV Consultants, in samenwerking met Wim Salomons Verkeerskundig Ontwerp en AGEL adviseurs, voor een zestal praktijksituaties ontwerpen gemaakt en bestektechnisch uitgewerkt.
In de zes situaties is gevarieerd in zowel het ontwerp als in materiaalkeuze. Deze pilotlocaties zijn in Barneveld, Enschede, Hardenberg, Houten, Utrecht en Zwolle ingericht. Vanaf september wordt op deze locaties door Royal HaskoningDHV een gebruikers- en gedragsonderzoek gedaan, onder meer met cameraobservaties. In november worden de resultaten hiervan bekend gemaakt. In het voorjaar 2014 volgt het eindrapport, waarin ook de ‘winterhardheid’ van de paaltjes wordt getoetst. Zo wordt bijvoorbeeld ook gekeken of ‘flexibele fietsplaatjes’ strooivoetbestendig zijn.
Op basis van de ervaringen worden definitieve aanbevelingen opgesteld.
Foto: VelopA
Reactie plaatsen •