Werkgevers willen één landelijk werkende OV-kaart

Vierentwintig grote werkgevers pleiten voor één landelijk werkend vervoersbewijs van alle ov-organisaties. Aanleiding is de dreigende versnippering van het beleid voor vervoersbewijzen in het openbaar vervoer.

In een brief aan de minister van Infrastructuur en Milieu en aan betrokken regionale overheden en vervoersorganisatie vragen zij aandacht voor het feit dat per 1 januari 2013 een nieuwe NS businesskaart voor woon-werkverkeer en voor dienstreizen van toepassing wordt. Aanvullende zones voor stads- en streekvervoer zoals gebruikt bij het voor- en natransport biedt de NS vanaf die datum niet meer aan. Deze ontwikkeling druist geheel in tegen andere maatschappelijke ontwikkelingen waarbij flexibel werken en reizen voor medewerkers juist wordt aanbevolen.

Grote gevolgen

De gevolgen die de nieuwe regeling met zich meebrengt voor werkgevers zijn

groot:

• Extra kosten door het niet meer op één kaart aanbieden van integraal

vervoer (voor- en natransport)

• Het niet bieden van een goed alternatief voor abonnementen. Dit

betekent kosten voor woon-werkreizen die niet worden gemaakt door medewerkers die deels thuiswerken of die parttime werken.

Pleidooi

De werkgevers pleiten dan ook gezamenlijk voor een systeem waarin het mogelijk is:

• Met één kaart van een landelijk dekkend ov-netwerk gebruik te maken

(integrale oplossing door alle vervoerspartijen met instandhouding van

abonnementsaanbod)

• Minimaal de optie dat werkgevers alleen de kosten van werkelijk

gemaakte kilometers kunnen afrekenen (in plaats van abonnementen).

Alleen dan is het mogelijk om een effectief stimuleringsbeleid voor ov te kunnen blijven inzetten zonder dat dit leidt tot onnodige kostenverhogingen.

 
Auteur: Jacques Lorsheijd