Voorwoord: Waarom een blad? (VK 2/2013)
‘Twitter? Dat is voor oude mensen die zich vervelen’, zo hoorde een collega pas van een van haar kinderen. Het is maar dat u het weet. Hyves kwam en verdween, zo herinnerden we ons pas. Wie weet wat nog komt of gaat. Wij van de redactie volgen deze mediavormen met aandacht en zien niet alleen varianten in vorm, maar vooral in inhoud: tweets missen de onderbouwing van uitspraken. Zelfs de artikelen in het blad verwijzen daarvoor allang naar de site. Dat wordt het kenniscentrum, de databank, maar is de site leuk? Wie gaat er na een dag schermwerken voor de lol nog een uurtje site-‘see’-en?
Ik geloof (vooralsnog) in een logisch samenspel tussen meerdere vormen van informatiedragers. Ieder medium heeft zijn eigen attentiewaarde en attentiemoment, maar verwijst ook snel naar de andere vormen. Je kunt bijvoorbeeld koppensnellen via twitter, snel het weeknieuws checken in de nieuwsbrief – heb ik wat gemist? –, 24/7 kun je gericht zoeken naar achtergrondinformatie op de site.
Maar wat is leuker dan je nieuwe vakblad op je bureau zien? Of thuis van de mat pakken, een plekje zoeken en even alleen zijn met je blad, met je vakgebied, met je vakkennis, met je vakcollega’s. En, bij het omslaan van iedere bladzij, je stilletjes afvragen: Wie tref ik aan? En wat tref ik aan?
Extra interessant is – ook voor ons – dat er tijdens de productie van het blad, soms onverwacht ‘rode draden’ tevoorschijn komen. Een tijdgeest die je ongemerkt vangt? In dit blad wordt er bijvoorbeeld meer dan alleen in het dossier geschreven over richtlijnen. En dan, Roelof Oldenburger (p.34) trekt een draad van wel 30 jaar. Hij las de jaargang 1982 en vergeleek die met 2012. Echt iets voor het blad, én voor op de site én voor de nieuwsbrief én voor een tweet.
Aan u.
Nettie Bakker, hoofdredacteur
nbakker@anwb.nl
Auteur: Margriet Verhoog
Reactie plaatsen •