Voortijdig einde aan nationaal verenfonds
‘De boel is nog niet verloren’, zegt Gelders gedeputeerde Marijke van Haaren. Maar het vorig jaar opgestarte Gelderse initiatief om te komen tot een nationaal verenfonds, waarin ook minister Peijs 10 miljoen euro zou storten, is van de baan. Aan een nieuw voorstel wordt gewerkt en exploitanten moeten harder aan de bel trekken bij oevergemeenten en provincies, aldus Van Haaren.
Na het sneuvelen van een nationaal verenfonds dat garant zou kunnen staan voor achterstallig onderhoud en vervanging van vaak al stokoude veren, gaat de provincie Gelderland niet bij de pakken neerzitten, maar werkt daadkrachtig door aan een nieuw voorstel. Dit keer is dat een specifieke doeluitkering voor veren en verdubbeling van de rijksbijdrage door provincies en oevergemeenten. Een intern onderzoek naar de stand van onderhoud van de Gelderse veren moet dit voorstel onderbouwen, aldus Marijke van Haaren. Maar ook moet de verenbranche wat meer van zich laten horen, vindt de gedeputeerde. ’In mijn contacten met de andere provincies bleek dat veel overheden geen idee hebben van de veerproblemen.’
Als gevolg van de decentralisatie zijn provincies en oevergemeenten financieel verantwoordelijk voor de overzetveren. ‘Drijvende stukjes weg’, zegt Adri Zwart, regio-coördinator verkeer en vervoer bij de provincie Gelderland, waarmee hij aanduidt waarom de voormalige rijksbijdrage voor veren is opgenomen in het algemene wegenfonds. ‘Veel provincies en kaderwetgebieden zetten dit verenbudget echter niet apart weg voor de veren. De provincie Gelderland doet dit vanaf het begin wel en dekt daarmee met succes de structurele exploitatietekorten van overzetveren in de provincie. Toch is daarmee de toekomst van de veren nog niet zeker gesteld. Zwart: ‘Er varen 50 tot 60 jaar oude veren die bedrijfseconomisch en financieel allang zijn afgeschreven en echt aan vervanging toe zijn. De exploitanten krijgen hiervoor echter geen krediet bij de bank vanwege de structurele exploitatietekorten. Een kip/ei-situatie.’ Het Gelderse verenfonds is onvoldoende om te worden aangewend voor vervanging van boten of groot onderhoud. ‘Deze boten gaan op den duur een milieu- en veiligheidsrisico vormen’, waarschuwt Zwart.
Een congres met de verenbranche vorig jaar leidde tot de algemene conclusie dat er sprake is van een nationaal probleem. Dat resulteerde in een roep om een nationaal verenfonds waarvoor ook een rijksbijdrage gerechtvaardigd leek. Een pleidooi voor extra verengeld bij de minister strandde in eerste instantie vanwege de gedelegeerde bevoegdheden. Onder druk van de Tweede Kamer maakte minister Peijs toch 10 miljoen euro vrij voor de oprichting van een nationaal verenfonds. Een eerste poging om via het interprovinciaal overleg te komen tot zo’n fonds, liep op niets uit. Niet iedere provincie voelde zich even zeer betrokken bij de verenproblematiek. Ook een volgende poging om te komen tot een fonds met alleen de provincies die veel te maken hebben met overzetveren, mislukte.
Reactie plaatsen •