Voetgangersparadijs op stationsplein Genève

De verkeerskundige opzet van Genève verandert door de geleidelijke terugkeer van de tram, die in de jaren vijftig bijna geheel was opgedoekt. Mede omdat er geen ruimte is voor een metro, zijn trams nu weer helemaal ‘in’. Ook het stationsplein voldoet na herinrichting aan de eisen van deze tijd.

In de jaren tachtig was er in Genève nog maar één tramlijn in bedrijf, het restant van een ooit zeer uitgebreid 150 km lang net, waarmee ook vele forensendorpen in het naburige Frankrijk werden bediend. De laatste lijn bediende nog slechts de stadsdelen ten zuiden van de Rhône, waardoor zelfs het noordelijker gelegen Cornavin-station, het op drie na drukste treinstation in Zwitserland, niet meer per tram bereikbaar was.
Maar het tij keerde. Sinds 1995 zijn er drie tramlijnen bijgekomen, die het noorden met het zuiden verbinden en alle drie het Cornavin-station bedienen. Vanaf dit station wordt momenteel ook een 9 km lange sneltramlijn gebouwd naar CERN, het kernfysisch onderzoekscentrum. Deze lijn, die in 2009 wordt geopend, vervangt de overvolle trolleybuslijnen die hun capaciteitsgrens hebben bereikt.
In Genève zijn alle trambanen op straatniveau dubbelsporig op eigen baan gelegd. Mede om sociale onveiligheid te vermijden, zijn er zijn geen tunnels of viaducten. De nieuwe lage-vloertrams krijgen automatisch voorrang bij alle verkeerslichten en rijden met grote punctualiteit en hoge frequentie: elke zes minuten in de spits. Er geldt een verbod op medegebruik van trambanen, ook voor taxi’s. Aan dit verbod wordt strikt de hand gehouden, waardoor de tram ruim baan heeft.

Veiligheid
In 2003 is circa 50 meter voor de centrale hal van het Cornavin-treinstation een immens tramstation gebouwd. Tussen tram- en spoorwegstation bevindt zich een brede strook asfalt, die uitsluitend toegankelijk is voor taxi’s en lijnbussen. Om veiligheidsredenene hebben de verkeersplanners van Genève er bewust van afgezien het tramstation onder één dak te integreren met het treinstation, hoewel er voldoende ruimte zou zijn geweest om de tramrails dicht tegen het stationsgebouw aan te leggen. Er is bewuste tussenruimte gecreëerd, met daardoor meer overzicht en dus meer veiligheid.
De 50 m brede strook tussen tramstation en spoorstation is op vijf plaatsen doorsneden door zeer brede zebra’s, uitgevoerd in blauwe kleuren. Ook de stalen constructie van het tramstation is blauw geschilderd. De ontwerpers willen met het blauw - de kleur van rust - de voetgangersvriendelijkheid accentueren. De beschilderde oppervlakken begeleiden de voetgangers vanaf het verlaten van de trein, richting tram, bus en taxi.
Een positieve bijkomstigheid is dat in Genève geen graffiti voorkomt op bussen en trams. Daarentegen zijn over het gehele stationsplein in het asfalt tienduizenden ‘paillettes de miroirs’ (lovertjes van glas) verwerkt in de bovenste asfaltlaag, met de bedoeling de stedenbouwkundige fraaiheid van het stationsplein te accentueren. Op een zonnige dag gaat van deze reflecterende splinters een kalmerende werking uit. Bovendien staan in de zomermaanden over het gehele stationsplein potten met bloemen en sinaasappelboompjes. Midden op het stationsplein is stallingruimte voor honderden fietsen, die tevens een imago van milieuvriendelijkheid uitstralen.