Verkeersopvoeding moét maar mag niet versnipperen
Verkeerseducatie moet leren waar grenzen liggen, en niet zoals rijvaardigheidtrainingen en slipcursussen, leren grenzen te overschrijden. Dat zei drs. Ipe Veling van VenV netwerk op het 8e landelijk congres Duurzaam Veilig in Utrecht. Rita de Jong van de Verkeerspolitie Rotterdam Rijnmond voorziet ondertussen wildgroei in de wereld van verkeerscampagnes en vroeg: ‘kunnen ontwikkelaars van projecten de handen niet eens ineenslaan?’
Voorafgaand aan de uitkomsten van een omvangrijk SWOV-onderzoek naar de gedragseffecten van ruim 15 actuele landelijke en regionale verkeerseducatieprojecten, spraken zo’n honderd verkeerskundigen en politiemensen over diverse verkeerseducatieprojecten in Nederland en België. Hoewel betrouwbare onderzoeksresultaten over de effecten van verkeerseducatie tot nu toe ontbreken, ondersteunt Willem Vlakveld van SWOV, Veling’s waarschuwing voor het trainen van rijvaardigheid met de opmerking dat de bekende slipcursussen eerder een averechts effect hebben op de verkeersveiligheid. ‘Mensen hebben na zo’n cursus juist de neiging om hogere risico’s te nemen in het verkeer.’ Hoewel de effecten van verkeerseducatie volgens SWOV-onderzoekster Letty Aarts lastig te meten zijn, doet SWOV sinds een jaar daartoe toch een poging. De resultaten worden eind dit jaar, begin 2007 verwacht. Dan wordt mogelijk inzicht verkregen in de meest effectieve methode van positieve gedragsbeïnvloeding. Momenteel lopen er meerdere landelijke en regionale projecten in Nederland, mede als gevolg van de decentralisatie van ‘verkeersveiligheid’ door het rijk naar de provincies in de jaren de jaren ‘80. Zo ontwikkelde het regionale verkeersveiligheidsorgaan in Friesland een provinciebreed verkeerseducatieprogramma voor gemeenten onder de titel van driewieler tot rollator, Dit programma bevat diverse leeftijdsgebonden projecten die starten bij ouders van kinderen in de leeftijd van 0 tot vier jaar en eindigen bij rijvaardigheidstesten voor senioren. Naast deze regionaal ontwikkelde campagnes worden er verschillende landelijke campagnes, onder meer vanuit België, in Nederland geïntroduceerd. Bijvoorbeeld door adviesbureau SOAB. Voorbeelden zijn een bewegwijzeringsproject met een opvallend octopusbord dat een maximale snelheid van 30 km aangeeft, maar ook het project ‘Verkeersslang’ dat speciale verkeersweken op scholen organiseert waarbij zowel schoolkinderen als ouders, gemeente en politie worden betrokken. Op de opmerking van de verkeerspolitie Rotterdam Rijnmond dat de politie steeds maar weer wordt gevraagd om bij te dragen aan iedere keer een nieuw project, deelde SOAB-spreker Jelger de Haas mee dat zijn bureau daar al op probeert in te spelen door scholen een zogeheten ‘Verkeersmenu’ aan te bieden waarbij scholen een keuze kunnen maken uit verschillende ‘verkeerseducatie-gerechten’ die kunnen variëren van infrastructuurmaatregelen met behulp van de gemeente, of handhavingprojecten via de politie tot gedragsbeïnvloedingacties via ouders, school en kinderen. SOAB treedt in die gevallen op als regisseur.
Reactie plaatsen •