Verkeerskundigen moeten meer lef en visie tonen

Verkeerskundigen kunnen zich effectiever mengen in het maatschappelijk debat over grote werken als de Zuiderzeelijn en ook politieke impasses doorbreken, indien ze zich beter organiseren. Dit stellen Jan Ploeger, Frank Bokhorst (KIVI-NIRIA) en Odette van Riet (TU Delft) in een bijdrage aan het Verkeerskunde Podium (zie linkerkolom Verkeerskunde-site). Hun artikel is gebaseerd op een recent gestructureerde, interactieve discussiesessie van KIVI-NIRIA-leden.

De Tweede Kamer constateert dat zij bij grote infrastructuurprojecten de rapporten op steekwagens krijgt aangeleverd, maar dat een professionele schifting van feiten en fictie niet wordt gemaakt. Een stelling die de beroepsgroep van verkeerskundigen zich mag aantrekken, aldus de auteurs. Opvallend is, zo blijkt uit de discussie over onder meer de Zuiderzeelijn, dat verkeerskundigen in tegenstelling tot ruimtelijke ontwikkelaars tot de conclusie komen dat niet de vorm (groot, meeslepend, indrukwekkend) het thema moet zijn maar de functionaliteit, terwijl de markt vraagt om een netwerk en niet om geïsoleerde lijnen. Techniek en netwerk moeten meer op elkaar aansluiten en vanuit marktperspectief aantrekkelijk zijn. Als voorbeeld noemen de auteurs Mendrisio in Zwitserland. ‘Daar is het doel milieuvriendelijk vervoer. Aanbieders worden gestimuleerd nieuwe vormen van milieuvriendelijk vervoer aan te bieden, terwijl ze wel tegelijkertijd in concurrentie zijn. Zo wordt een competitieve omgeving geschapen om iets tot stand te laten komen. Ook zal techniek voor introductie eerst in de praktijk voldoende beproefd moeten worden met onder meer gebruikspanels en hufter-proof-tests. Zelfs vernieuwingen die op papier veel belovend zijn, zoals de Phileas-bus in Eindhoven, blijken veel aanloopproblemen te hebben.’
Ten slotte doen de auteurs een oproep aan het nieuwe Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Zij wensen dat het instituut een multidisciplinaire aanpak kiest en niet alleen de economische invalshoek, want, zo stellen zij: ‘Er is een samenwerkingsverband nodig tussen marktonderzoek, techniek en verkeerskunde.’