Verkeersdrempel als veroorzaker van trillingsschade
Nu moet iedere bewoner een zekere mate van hinder accepteren, maar een inwoner hoeft geen ernstige trilllingshinder of trillingsschade te aanvaarden. Mr. Roeland de Korte geeft in zijn notitie ‘Trillingschade en verkeersdrempels: Leidraad voor de praktijk’ uitleg en advies.
Als een inwoner meent dat een verkeersdrempel trillingsschade veroorzaakt, moet hij dat bewijzen. Uit de relevante wetgeving en rechtspraak volgt dat deze inwoner met een ‘begin van bewijs’ moet komen. Een gedegen trillingsonderzoek door een erkend technisch bureau met speciale meetapparatuur is de meest aangewezen weg. Uit een trillingsrapportage blijkt of de gemeten trillingssnelheid en trillingssterkte al dan niet onder de grens- of streefwaarden van de richtlijnen van de Stichting Bouwresearch (SBR) blijven. Als het onderzoek aangeeft dat de schade aan de woning is veroorzaakt door de verkeersdrempel, dan moet de wegbeheerder volgens de auteur aansprakelijkheid erkennen en de schade vergoeden. De wegbeheerder moet ten slotte zorgen dat de weg en de weguitrusting geen gevaar opleveren voor personen of zaken.
Lees hier de samenvatting van het rapport
Auteur: Joske van Lith
Reactie plaatsen •