Verbinding tussen Twente- en Mittellandkanaal blijkt niet haalbaar

De kostenbatenanalyse voor de aanleg van een TMK levert een negatief resultaat op. Uit een quick scan in opdracht van EUREGIO en betrokken partners blijkt de aanleg van een verbinding tussen het Twentekanaal en het Mittellandkanaal in Duitsland vanuit een regionaal financieel-economisch perspectief niet haalbaar.

De kosten voor de aanleg van de ongeveer 50 kilometer lange verbinding wordt in de quick scan geschat op 1,2 tot 1,3 miljard, terwijl de geschatte baten tot 2060 slechts 18 procent van deze investering zijn. Studies uit 1994 en 2004 van het rijk leverden ook een negatieve kosten-baten uitkomst op, maar die verhouding was toen iets positiever. De negatievere uitkomst in het scan onderzoek komt door de hogere kosten van de aanleg van een verbindingskanaal en lagere prognoses voor de groei van het goederentransport.

Het onderzoek gaat uit van een situatie dat het kanaal in 2035 gereed is, met een prognose tot 2060. De twee onderzochte tracés zijn overgenomen van een eerdere studie. De analyse omvat mogelijke effecten op de binnenscheepvaart, de regionale arbeidsmarkt en het milieu. Terwijl deze baten positief zijn, zijn de verwachte investeringskosten hoger. Het belangrijkste effect van een verbindingskanaal is de verkorting van de binnenvaartroute van Nederland naar Duitsland met 40 kilometer in vergelijking met de ten zuiden gelegen Wesel-Datteln-route. Dit zou transport- en personeelsbesparingen voor de rederijen betekenen en tegelijkertijd milieuoverlast en de uitstoot van CO2 verminderen.

Groei vervoer in regio

Prognoses stellen dat het personen- en goederenvervoer in de komende decennia jaarlijks met 1,4 procent stijgen. De snelweg A1 en de Duitse A30 zitten momenteel al bijna aan hun capaciteitsgrenzen. De bouw van de Tweede Maasvlakte van de Rotterdamse haven zal deze groei verder versterken. Ook vanwege maatschappelijke redenen is er aanleiding om het goederenvervoer van spoor- naar waterwegen te verschuiven. Voor de EUREGIO, de provincies Overijssel en Gelderland, Regio Twente en andere Nederlandse en Duitse partners was het daarom van groot belang om de haalbaarheid van een verbinding te laten onderzoeken. Het onderzoek werd gesubsidieerd door het Europees INTERREG IV A-programma.

 
Auteur: Jacques Lorsheijd