Veiliger regionale aanpak verkeersdoorstroming

Hoe kan verkeersveiligheid het beste 'meeliften' met regiogewijze verbetering van verkeersdoorstroming? Dat is het thema van een handleiding die CROW najaar 2005 uitbrengt over 'gebiedsgericht benutten'.

Verkeersveiligheid is al gauw een ondergeschoven kindje als wegbeheerders in een knelpuntgebied samen bereikbaarheidsoplossingen zoeken. Toch hoeven doorstroming en bereikbaarheid enerzijds en verkeersveiligheid anderzijds niet op gespannen voet met elkaar te staan, meent Atze Dijkstra van de afdeling anticiperend onderzoek van SWOV. 'Voor Duurzaam Veilig is het juist heel gunstig als stroomwegen ook inderdaad stromen', zegt hij. Aan de andere kant wordt snelwegverkeer bij gebiedsgericht benutten vaak bij wijze van 'bypass' via het - doorgaans onveiliger - onderliggend wegennet geleid.
Volgens hem bestaat er veel deskundigheid over veiligheid in 30 km-zones en black spots, maar voor het optimaliseren van de verkeersveiligheid in grotere regio’s schort het nog aan kennis en hulpmiddelen. Dijkstra juicht de nieuwe richtlijnen van het Edese kenniscentrum daarom ook toe. Samenwerkende wegbeheerders beschikken nu weliswaar over drie methodes om bij de ontwikkeling van een netwerkvisie de verkeersveiligheid in de peiling te houden, maar het manco van deze instrumenten kan zijn dat vooraf niet precies duidelijk is hoe weggebruikers reageren op 'verleidingsmaatregelen’ voor een andere routekeuze in het kader van het gebiedsgericht benutten. De drie gangbare meetmethodes zijn: ongevalskencijfers per wegcategorie, de Duurzaam Veilig-meter (beide van SWOV) en verkeersveiligheidsaudits door experts.