Veel jongeren dromen nog steeds van auto’s en scooters

Jongeren lijken minder open te staan voor ‘sharification’ dan tegenwoordig verondersteld. Dat blijkt uit een tussen stand van het onderzoek 'Jongeren & Mobiliteit' door Young Works en Goudappel Coffeng.

De eerste, kwalitatieve  fase van dit onderzoek is afgerond en leidt tot eye-openers in het licht van de bestaande trendanalyses, aldus de onderzoekers. Voor deze onderzoeksfase hielden de onderzoekers diepte-interviews met 40 jongeren in leeftijdsklassen van 12 tot 24 jaar. Daarnaast analyseerden zij wat er in de literatuur en onder experts bekend is over jongeren en mobiliteit. Deze kwalitatieve onderzoeksfase dient als voorbereiding op een kwantitatief onderzoek dat begin 2015 wordt afgerond.

‘Het onderzoeksbeeld tot nu toe laat jongeren zien die veel minder de doelgroep zijn voor vernieuwing van mobiliteitsconcepten dan tot op heden gedacht’, aldus Thomas Straatemeier, adviseur en trendanalist bij Goudappel Coffeng: ‘Hun opvattingen zou je haast traditioneel kunnen noemen. Veel jongeren dromen gewoon van auto's en scooters. De e-fiets is voor de saaie oudere en openbaar vervoer associëren ze in veel gevallen vooral met problemen. Jongeren wijzen de auto in elk geval nog niet af en zijn mogelijk veel minder bezig met vernieuwing in mobiliteit dan experts nu vaak denken. Als het kwantitatieve onderzoek deze inzichten bevestigt, betekent dit een ommezwaai voor een ieder die aanknopingspunten zoekt om jongeren te activeren.’

Straatemeier: ‘Waar de één gaat voor een mooie en gepimpte auto, heeft de ander voorkeuren voor online-tijd in de trein. Precies dat is de reden dat we toewerken naar een goede segmentering. Een steekproef van maar liefst 1500 jongeren gaat ons inzicht in de doelgroep sterk vergroten.’

Crowdfunding
Het onderzoek 'Jongeren en Mobiliteit' is een initiatief van Goudappel Coffeng met Young Works. Naast de inhoud is ook de wijze van financiering interessant. Het onderzoek is medegefinancierd door een elftal lokale overheden, waaronder de vier grote steden en diverse provincies die elk vanuit hun eigen behoefte belang hechten aan meer kennis over de drijfveren en opvattingen van toekomstige gebruikers van het mobiliteitssysteem dat zij nu plannen en ontwikkelen.