Utrechtse fietsers zien te veel 'rood voor ogen'
Minutenwinst door een veel hogere 'groenkans' is voor fietsers op twee Utrechtse hoofdroutes haalbaar zonder dat het de doorstroming voor het autoverkeer schaadt. En zonder dat daarvoor veel geld op tafel hoeft te komen. Dat voorspelt de plaatselijke afdeling van de Fietsersbond op basis van een gedetailleerde analyse.
'Groener licht voor de fietser' luidt de titel van het rapport waarin de verkeersafwikkeling op de hoofdfietsroutes vanaf Utrecht CS naar de Berenkuil aan de oostelijke rand van de stad, respectievelijk naar de universiteitswijk de Uithof onder de loep werd genomen. Op deze verbindingen van 2,9 en 4,3 kilometer komen wielrijders tien à twaalf verkeerslichten tegen waar ze in driekwart van de gevallen voor moeten wachten, in veel gevallen langer dan de 'irritatiegrens' van één minuut.
Enkele van de verkeerslichten hebben nauwelijks een functie en kunnen volgens de Fietsersbond dan ook het veld ruimen. Een goed voorbeeld levert de kruising Wittevrouwenstraat/Plompetorengracht in het centrum van de Domstad. Op meer dan achthonderd fietsers per uur in de ochtend- en avondspits, waren er in kruisende richting 11 auto's te bespeuren.
De meeste groenwinst is volgens de Fietsersbond te halen door een verbeterde afstelling. Regiocoördinator Jan van Embden meent dat de huidige afstelling geen recht doet aan de geldende normen. Zeker doen die afstelling en de daaruit voortspruitende lange wachttijden zijns inziens geen recht aan het verkeersaanbod van fietsers versus automobilisten.
Van Embden spreekt van een wanverhouding. 'Op vrijwel alle onderzochte kruisingen is het aantal fietsers een veelvoud van het aantal kruisende auto's. Een uitschieter was dat zich op een kruising in de ochtend- en avondspits tachtig keer meer fietsers aandienen dan kruisende auto's', aldus Van Embden die daarmee alle begrip heeft voor de enorme roodlichtnegatie (op enkele kruispunten tot 90 procent) door fietsers. De cijfers zouden nog geflatteerd zijn omdat tijdens de winterperiode werd gemeten met een lager fietsaanbod.
Met een betere afstelling van het merendeel van de verkeerslichten, rekening houdend met de verhouding fietsers/kruisend verkeer, kan volgens 'Groener licht voor fietsers' de groenkans worden opgekrikt van 25 tot 50 procent. Met een dergelijke maatregel zouden de gemiddelde maximale wachttijden zakken van 76 naar 33 seconden.
Veel te halen
Auto's hoeven met een iets slimmere regeling niet nodeloos te worden opgehouden. Volgens Van Embden kan de doorstroming voor auto's en bussen er zelfs baat bij hebben.
'In Utrecht valt ontzettend veel te halen', aldus de regiocoördinator, die een enorm verschil signaleert met de fietsdoorstroming in een stad als Zwolle. Als vrucht van tientallen jaren fietsvriendelijk beleid bestaat daar zijns inziens veel meer gelijkberechtiging tussen gemotoriseerd verkeer en tweewielers. Dat leidt tot veel minder kruisende bewegingen, snellere afwikkeling waar fietsers nog wel autoroutes moeten passeren, en veel meer asfalt voor fietsers in plaats van klinkers en meer fietsstraten.
Van Embden erkent dat de ene stad de andere niet is en dat maatwerk veel meer zoden aan de dijk zet dan de een of andere normering. Extra rapporten doen dat trouwens ook niet. De Fietsersbond constateert althans weinig vooruitgang ten opzichte van een eerder kritisch rapport (dat toen nog bescheiden 'Groen licht voor fietsers' heette). Pluspunt is wel dat naar aanleiding van de 'Groener licht'-versie nu een student van de Nationale Hogeschool voor toerisme en verkeer in Breda bij de gemeente Utrecht per onderzochte VRI onderzoekt of de afstelsuggesties van de Fietsersbond ook inderdaad kunnen worden ingevoerd.
Reactie plaatsen •